De regering is van plan zichzelf een koopkrachtversterking toe te kennen van ruim 50%. Het is een gegeven dat ambtsdragers ook recht hebben op loon. Want ook zij werken. Echter zijn ze dienaar van het volk en krijgen voor deze taak andere faciliteiten dan alleen hun loon om hun leven aantrekkelijk en draaglijk te maken. Ze hebben een meerwaarde met de status als minister
Wat mogelijk gaat gebeuren is dat zij een koopkrachtversterking krijgen van 50%. Dit betekent dat ze geen loonsverhoging krijgen, maar wel meer koopkracht. Als zoiets gebeurt, heeft dat een ripple-effect naar andere ambtenaren zoals directeuren en Assembleeleden. Ook zij zouden automatisch meegaan met de verhoging.
Hoewel er sprake is van een bypass met de term ‘koopkrachtversterking’, is het onjuist dat de regering hier een slecht voorbeeld zou geven.
Een regering mag zichzelf geen koopkrachtversterking geven terwijl het land een relatief hoge armoedegraad heeft. In plaats daarvan moet de regering aandacht besteden aan het verbeteren van levensstandaarden, het opbouwen van economische infrastructuur, het aanpakken van belastingen en heffingen, het verhogen van lonen en staan voor andere beleidsmaatregelen, die de levensstandaard en het welzijn van de mensen effectief kunnen verbeteren.
Als de overheid met een dergelijk beleid begint, zal de bevolking in de toekomst meer van koopkrachtversterking kunnen profiteren.
De huidige president Chandrikapersad Santokhi heeft vaak tijdens de verkiezingsperiode gezegd, dat de lonen van ambtsdragers niet hoger uit mogen schieten ten opzichte van het gemiddelde loon van de bevolking.
De regering wekt als ze deze handeling doorvoert meer irritatie op bij de bevolking die dagelijks geconfronteerd worden met prijsverhogingen waardoor de rek eruit is..
Men vergeet al te snel de protestacties die los van de politiek ontstaan zijn uit ongenoegen onder de burgers.
Hoeveel van de huidige ambtsdragers zouden die echt verdienen als ze geen ambtenaar zouden zijn? De realiteit zou uitwijzen dat velen minder zouden verdienen, omdat ze uit de ambtenarij komen en de loonschalen daar bekend zijn.
Het lijkt ook veel op de bekende geschiedenis van ambtsdragers die zichzelf goed van dienst zijn na hun ambtstermijn, met voordelen en een pensioen.
De Surinaamse staat betaalt 16.8 miljoen SRD perr jaar aan ex-ministers, waarvan 15 miljoen SRD aan NDP-ministers die gediend hebben van 2010 tot en met 2020.
In 2018 had de regering onder leiding van Desi Bouterse de ministerssalarissen bevroren.. Hij zij toen dat gedaan te hebben op basis van solidariteit met de onderste lagen van de samenleving..
Echter zou ook blijken in 2020, dat Bouterse weer bedrog zou plegen en heeft hij ze wel toegekend met twk (terugwerkende kracht) naar 28 september 2018.