“We moeten negatieve gevolgen van doorwerking slavernij remmen”
De voorzitter van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman, Iwan Wijngaarde, kijkt tevreden terug op de viering van 160 jaar afschaffing van de slavernij, afgelopen zaterdag 1 juli. De organisatie had als boodschap dit jaar, dat de gevolgen van de doorwerking van de slavernij nog altijd aanwezig zijn in onze samenleving. “Dat hebben wij gemerkt bij het organiseren tijdens deze 160-jarige viering.” Wijngaarde benadrukt dat er nog altijd verdeeldheid is. “Er worden mensen geregeld waarbij de ene wordt voorgetrokken en dat zijn gevolgen van de doorwerking”, licht hij toe. “Al zou je goed bezig zijn, maar het niet eens zijn met de leiding dan kan dit tegenwerking tot gevolg hebben. En dat is allemaal het gevolg van de doorwerking.” Hij merkt op dat zijn organisatie al 23 jaar een activiteit heeft op 1 juli bij het standbeeld van Kwakoe. “Maar van het jaar ben ik niet eens gevraagd om erbij te zijn”, schetst hij de situatie.
Excuses
Toch had de Feydrasi ook zelf een activiteit op 1 juli aan de Heiligenweg bij het Cojo, Mentor en Presentplein.
Tijdens deze samenkomst kreeg Wijngaarde het bericht over het nieuws ten aanzien van de excuses van de Nederlandse koning, Willem Alexander. “Ik was bijzonder blij met de uitspraken die hij gedaan heeft en ik heb de boodschap doorgegeven aan het publiek en het publiek was er heel blij mee. Eindelijk is het gebeurd, was de reactie van de aanwezigen”, reageert Wijngaarde. De excuses vergelijkt hij met de excuses van de Nederlandse premier Mark Rutte. “Rutte heeft ook excuses gemaakt, maar dat was op een vrij zakelijke manier, terwijl de koning dat op een heel emotionele wijze heeft gedaan.” Volgens Wijngaarde komt dat ook, omdat de koning gesprekken heeft gevoerd met de betrokkenen op de Nederlandse Antillen.
Uit het hart
“Ik vind dat hij uit het hart heeft gesproken”, maakt Wijngaarde duidelijk. Hij verklapt dat hij zelfs een paar traantjes heeft gelaten. “Hij heeft echt uit het hart gesproken, het was technisch, maar ook emotioneel.” Wijngaarde benadrukt dat het bij slavernij gaat om diepliggende gevoelens bij de nazaten van de tot slaaf gemaakten vanwege de systematische onderdrukking van iets meer dan drie en een halve eeuw. Voor Wijngaarde is het praten over financiële compensatie niet het eerste wat in hem opkomt. Hij hecht meer waarde aan de “diepe en morele insteek” van de koning. “We denken veel te veel aan het geld en nogmaals het geld”, zucht de voorzitter van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman.
Hulp
Toch is hij er voorstander van dat Nederland helpt bij het verzachten van het leed. “Juist, omdat er destijds zo een ingenieus plan was opgezet om mensen uit te buiten en te dehumaniseren tot een inventarisstuk zou het goed zijn wanneer Nederland meehelpt om de gevolgen van de doorwerking te beperken.” Wijngaarde laat er geen misverstand over bestaan, dat de voormalige koloniale overheerser van Suriname geld heeft verdiend aan de slavernij. “Misschien kunnen zij nu met ideeën komen hoe de gevolgen van de doorwerking sneller stopgezet kunnen worden”, vervolgt hij.
Beleid
Naast doorwerking van de slavernij, wijst Wijngaarde ook op een ander fenomeen in Suriname. De achterstandspositie van delen van de samenleving wijt hij ook aan slecht beleid. “Aan de lopende band zoeken mensen de stad op en wanneer er een beter beleid was dan konden vele problemen voorkomen worden.” Wijngaarde noemt werkgelegenheid en huisvesting enkele voorbeelden die de doelgroep vaak parten speelt. “Wij moeten niet altijd zaken proberen te schuiven, anders zullen wij blijven schuiven en blijven verwijzen naar het slavernijverleden. Beleid is nodig om vele zaken op te lossen.” Daarom pleit Wijngaarde voor een ontwikkelingsvisie voor de ontwikkeling van het binnenland. “We moeten werken aan diepzinnige projecten om de negatieve gevolgen van de doorwerking te remmen.”
Wijngaarde is ook van mening dat ondanks de excuses van de koning van Nederland onderling mensen aan elkaar pardon moeten zeggen vanwege de jarenlange verdeeldheid waarin men toen heeft geleefd. “Wij zijn onderling in die periode verdeeld geraakt door opdelingen in stammen, in plantages waaronder hout, suiker en katoenplantages”, zegt hij tot slot.
RB