Door grote delen van de moslimgemeenschap werd donderdag het Islamitische offerfeest, bekend als de Ied ul Adha, gevierd. Doordat Suriname de afgelopen jaren in de ban was van de Covid-pandmeie, was deze Ied weer normaal, zoals eerder gewend was. In tegenstelling tot de afgelopen jaren waren er Ied gebeden in de moskeeën.
Op het Onafhankelijkheidsplein was er echter geen groot gebed, in verband met de activiteiten rond 160 jaren Keti Koti. Het offeren van dieren werd in de verschillende moskeeën en slagerijen, die door het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij waren goedgekeurd, verricht. De eerste dieren werden donderdag al vroeg geofferd. Vandaag wordt er ook geslacht. Het vlees werd in de moskee gekapt in kleinere stukken en van daaruit zal de verdere distributie plaatsvinden. Veel mensen waren blij om weer vlees te kunnen ontvangen. Bij verschillende moskeeën waren er lange rijen.
Dagblad Suriname sprak met Samseerali Sheikh-Alibaks, voorzitter van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap Suriname (AMGS). Hij gaf aan dat het Ied ul Adha feest een heel bijzonder moment is voor de moslim gemeenschap. De offers die profeet Abraham (vrede zij met hem) bracht worden jaarlijks herdacht tijdens het Ied ul Adha feest.
Niet het bloed noch het vlees bereikt Allah, benadrukt Sheikh-Alibaks. Het is de gedachte van bereidheid om alles te offeren voor de Heer indien dat gevraagd wordt van de dienaren. Het vlees wordt verdeeld onder de behoeftigen, familie en vrienden. Sheikh-Alibaks gaf aan dat de offerdieren dit jaar weer normaal kon plaatsvinden. Het is uiteindelijk allemaal vlot verlopen. “Wij danken de Almachtige voor zijn genade en barmhartigheid, ook in deze tijd”, besluit de voorzitter van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap Suriname.