Ulrich Coats, KBS “Er zal met spoed een onderzoek gepleegd moeten worden naar brandveiligheid in binnenstad”

Aan voorlichter Ulrich Coats van het Korps Brandweer Suriname (KBS)  is naar aanleiding van de recente brand in het centrum van Paramaribo gevraagd, wat de maximale hoogte is waarop brandweerlieden kunnen opereren bij een ramp in een monumentaal gebouw. Coats geeft hierop aan, dat het van belang is om allereerst te weten wat de bestemmingsfunctie van zo’n gebouw is. “Er zijn bijvoorbeeld monumentale gebouwen met een kantoorfunctie, maar ook monumentale gebouwen met een zorginstelling functie. Bijvoorbeeld het ’s Lands Hospitaal. Daar is de benadering van inzet helemaal anders. Er zijn zeker mensen die zich minder zouden kunnen redden. De inzet gaat zich daarop toespitsen.”

“Met betrekking tot de hoogte, als het gaat om een inzet van binnenuit, gaat de brandweer zoveel als mogelijk gebruik maken van de bestaande structuren in zo’n pand, zoals het trappenhuis, ladders, enzovoorts, voor zover die nog oproepbaar zijn (niet aangetast door de brand, instorten, etcetera). Zo niet, dan kan van buitenaf de inzet ook gepleegd worden. Dan moeten we weten waar het om gaat. Gaat het om een brand, instortingsgevaar of iets anders. Van buitenuit zouden we gebruik kunnen maken van een hoogwerker of een autoladder met een maximale lengte van 30 meter.”

Uitrusting

Aan de brandweervoorlichter is verder gevraagd welke speciale uitrusting vereist is in dit soort situaties. Hierop antwoordt Coats, dat de brandweer een standaard PPE (Personal Protective Equipment) heeft. “Wat erbij kan komen kijken is materieel, zoals de hoogwerker of autoladder.” Verder werd gevraagd welke apparatuur brandweerlieden nodig hebben om monumentale gebouwen te inspecteren of doorzoeken. Volgens Coats vallen monumentale panden bij een brand onder de categorie gebouwbranden. “Hier kunnen we best wel wat warmtebeeldcamera’s gebruiken om eventuele brandhaarden te lokaliseren, maar meer nog om slachtoffers te ontdekken.”

Groot risico op instortingsgevaar

Op de vraag, welke veiligheidsmaatregelen genomen moeten worden voordat een monumentaal gebouw betreden wordt, zegt Coats dat de meeste monumentale gebouwen in de historische binnenstad van Paramaribo, jaren geleden uit hout zijn opgetrokken. “Bij brand is er een groot risico op instortingsgevaar. De brandweer is daarop wel voorbereid en berekend. Als het nodig is om een inzet van binnenuit te plegen om te redden of een brandhaard te elimineren, zullen de risico’s dan wel ingeschat moeten worden.”

Coats legt uit dat de brandveiligheid van een gebouw bestaat uit drie componenten, te weten bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch. “Bij bouwkundig gaat het erom hoe het gebouw is gebouwd. Is het in hout of steen opgetrokken? Is het hout behandeld? Zijn de structuren geïmpregneerd? Dat wil zeggen brandverdragend behandeld met speciale middelen. Zijn er brandcompartimenten en  rookcompartimenten? Een brandcompartiment is een gedeelte in het gebouw dat beheersbaar is tijdens brand voor een bepaalde periode. Dat houdt in dat een brand bijvoorbeeld binnen 60 minuten zich niet verder mag uitbreiden, maar daar blijft. Er kan in die periode geen sprake zijn van branddoorslag of brandoverslag. Ditzelfde principe geldt ook voor rookcompartimenten. Dat eventuele rook zich niet binnen de kortste keren kan verspreiden in het gebouw. Vluchtwegen of vluchtmogelijkheden vallen ook onder  de bouwkundige voorzieningen.”

Bij installatie technische voorzieningen gaat het volgens de brandweervoorlichter om alle voorzieningen die in het gebouw aanwezig moeten zijn om het begin van een brand te onderdrukken of zelfs te elimineren. “Hierbij denken we aan rookmelders, sprinklers, brandslanghaspels en brandblusapparaten. Bij organisatorische maatregelen gaat het erom hoe brandveilig het gebouw wordt gebruikt. Zijn de mensen getraind of bewust wat te doen en hoe te handelen bij een eventuele brand? Als het gaat om monumentale panden moet het niveau van de drie componenten op zeer hoog worden gesteld. Daarbij is er zeker regelgeving en wetgeving nodig om dwingend te vereisen dat monumentale panden gecompartimenteerd worden. Dat ze van buitenuit worden behandeld met een brandwerende verf.”

Het schort aan handhaving
Volgens Coats is wet- en regelgeving alleen niet voldoende. “Toezicht op de naleving moet duidelijk op een ander niveau. Tot nu toe schort het aan handhaving. De brandweer heeft slechts een adviserende rol. De brandweer kan nog niet verbaliserend optreden. Er zal met spoed een onderzoek gepleegd moeten worden met betrekking tot brandveiligheid in de binnenstad. En de aanbevelingen zullen dan aangescherpt moeten worden met betrekking tot de drie componenten. Met de stichting Gebouwd Erfgoed moet nagegaan worden in hoeverre monumentale panden in replica kunnen worden uitgevoerd”, aldus de brandweervoorlichter.

SK

error: Kopiëren mag niet!