Prem K. verscheen donderdag voor Kantonrechter Roy Elgin voor het rijden zonder rijbewijs, waarbij een aanrijding werd veroorzaakt en een slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opliep.
De aanrijding vond plaats op de Derde Rijweg, Prem week uit en belandde op de rechterweghelft. Hij verloor de controle over de besturing en kwam in een trens terecht en hierna tegen twee schuttingen. Het voertuig raakte totaal gehavend en zijn verloofde, die op de achterbank zat, raakte bekneld en moest door de brandweer bevrijd worden. Het slachtoffer liep een breuk aan de lendenwervel op zonder uitval van de benen en een kneuzing aan de nieren.
De Officier van Justitie nam het Prem bijzonder kwalijk, dat hij een voertuig heeft gereden zonder rijbewijs en daarbij ook nog met hoge snelheid heeft gereden. Prem heeft bij de politie verklaard, dat hij al 2 jaren zonder rijbewijs het voertuig rijdt. De officier eiste een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 20 maanden voorwaardelijk en de onmiddellijke gevangenneming van Prem en betaling aan de Staat van SRD 22.500 zijnde de schade aan een der schuttingen.
Prem werd na de aanrijding aangehouden, maar de vervolging maakte een fout in de verlenging van de inverzekeringstelling. Advocaat Chandra Algoe deed toen een verzoek tot invrijheidstelling bij de rechter-commissaris waarop Prem in vrijheid werd gesteld, nadat hij 18 dagen in detentie had doorgebracht.
De advocaat voerde gisteren de verdediging van Prem en stelde dat haar cliënt steeds een goede proceshouding heeft gehad en dat hij de enige is die het slachtoffer verzorgt. Zij is nog steeds in het ziekenhuis en zou op 16 juni geopereerd worden. Inmiddels gaat het beter met haar en loopt zij met behulp van de fysiotherapeut twee keren per dag. Indien Prem gevangen genomen wordt, zal het slachtoffer daaronder lijden. Ook legde de advocaat een schrijven over van de verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt, dat de benadeelden van de twee schuttingen, de bijrijder en het slachtoffer allemaal zijn uitgekeerd. Als reactie hierop paste de Officier van Justitie zijn eis aan.
De Kantonrechter achtte de feiten bewezen en verkwalijkte het handelen van Prem, maar hield ook rekening met het slachtoffer. Hij legde een straf op zoals geëist was, echter zonder de onmiddellijke gevangenneming. De gevorderde betaling aan de Staat werd afgewezen.