In de tuin van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) is maandag 19 juni een exemplaar van de kostbare Sandelhoutboom in de grond gestopt door de Indiase ambassadeur Shankar Balachandran en LVV-minister Parmanand Sewdien.
De Indiase presidente Droupadi Murmu had tijdens haar recente staatsbezoek aan Suriname twee exemplaren van de boom als gift meegenomen, in verband met de viering van 150 jaar Hindoestaanse Immigratie. De export van de Sandelhoutboom vanuit India is namelijk verboden. Een van de planten is eerder, op 5 juni, in de grond gestopt bij het monument van Baba en Mai.
Sandelhoutbomen zijn inheems in India en staan bekend om hun geurend hout, dat vaak gebruikt wordt als wierook, in parfums en andere aromatische producten. Het hout wordt ook gewaardeerd vanwege zijn duurzaamheid en weerstand tegen rot, wat het populair maakt voor gebruik in meubels en andere decoratieve items. Sandelhoutbomen worden in India beschermd door strenge regelgeving om hun duurzaamheid te waarborgen. Andere soorten uit deze kostbare plant komen nog voor in Australië en op Hawaï. De plant zal in zo’n zeven jaar uitgegroeid zijn tot een ongeveer 9 meter hoge boom, met witte bloemen en van kostbaar bezit wegens haar enorme functionaliteit.
“De weersomstandigheden en bodemgesteldheid van Suriname zijn erg goed gelegen voor planten uit India. Dat ervaar ik zelf. Mijn president heeft Suriname deze plant, die ook een erg heilige betekenis heeft, met alle liefde geschonken. En de plant heeft haar krachtige medicinale meerwaarde reeds bewezen”, sprak ambassadeur Balachandran.