“De rechtmatigheid van de leiding van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) is nimmer in het geding geweest’, zo benadrukte Financiën-minister Stanley Raghoebarsing afgelopen dinsdag in het parlement. De huidige leiding van de Bank zit er rechtmatig conform de huidige Bankwet. De wet Centrale Bankwezen 2022, de nieuwe Bankwet is in juni vorig jaar door het parlement goedgekeurd, en vervangt de oude Bankwet die dateert uit 1956. De nieuwe Bankwet is op 17 april dit jaar door president Santokhi bekrachtigd. Ook bij de overgang van de oude- naar de huidig nieuwe Bankwet 2022 is volgens de minister de rechtmatigheid van de leiding van de CBvS nimmer in het geding geweest.
VHP-fractieleider Asis Gajadien heeft ruim twee weken geleden in het parlement de vraag gesteld hoe het is gesteld met de rechtmatigheid van de directeuren bij de CBvS. Hij stelde de vraag naar aanleiding van publieke optredens van directeuren van de Bank. Voor zover hem bekend, zijn met de bekrachtiging van de nieuwe Bankwet in april dit jaar, de huidig zittende directeuren niet herbenoemd. Daarmee zou de rechtmatigheid van handelingen van de Bankdirecteuren in het geding zijn, betoogde Gajadien.
De CBvS-governor
Minister Raghoebarsing benadrukte, dat het de governor is die de Centrale Bank in en buiten rechte vertegenwoordigt. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Bankwet is bepaald, dat de huidige in functie zijnde governor (Maurice Roemer) zijn zittingstermijn van vijf jaar volmaakt. De governor is volgens de nieuwe Bankwet voor een zittingstermijn van zeven jaar herbenoembaar. De huidige governor zit dus rechtmatig aan. Het verschil met de oude Bankwet is, dat in de nieuwe Bankwet de besluitvorming bij de Centrale Bank is gereguleerd. In tegenstelling tot voorheen dient de besluitvorming bij de Bank binnen de directie plaats te vinden. Die bestaat uit de governor als voorzitter, en minimaal drie en maximaal vijf directeuren.
In de oude situatie heeft de governor/president van de Centrale Bank absolute macht en die macht met leden van de regering exerceerde. Met de nieuwe Bankwet wordt de absolute macht van de governor ingedamd. Hij dient voor het nemen van besluiten eerst overleg te plegen binnen de directie. Het is volgens de minister niet de bedoeling van de nieuwe Bankwet om de governor te kortwieken. Het gaat erom dat er nu procedures zijn voorgeschreven waardoor de governor van de Bank verplicht is overleg te plegen binnen de directie bij het nemen van besluiten. De nieuwe Bankwet voorziet ook in waarborgen voor het onafhankelijk functioneren van de Centrale Bank.
Mogelijke schade
De opmerking en vragen van VHP-fractieleider over de rechtmatigheid van het handelen van directeuren van de bank heeft volgens minister Raghoebarsing “even” voor wat twijfels gezorgd in het internationaal betalingsverkeer. Uit diverse hoeken heeft men contact opgenomen met de Centrale Bank en om duidelijkheid gevraagd.
De Centrale Bank heeft zelfs externe deskundigen in de hand moeten nemen om bij de internationale relaties de rechtmatigheid van de Bankleiding te bevestigen. Zonder aan de vrijheid te willen komen voor het stellen van vragen en het plaatsen opmerkingen, deed de minister een beroep op leden van het parlement om zich ervan bewust te zijn, dat hun opmerkingen en vragen in dit specifieke geval het land schade zou kunnen hebben berokkend.
SS