Door de VES is in haar laatste publicatie van haar blad in een zeer interessant artikel aandacht besteed aan beloftes van de regering Santokhi-Brunswijk vanuit een economisch perspectief.
We besteden vandaag aandacht aan de analyse van de economen. Maar, voordat we daartoe overgaan, moeten we stellen dat in de politiek het wel draait om beloften. Politici willen in een regering zitten om bepaalde maatregelen te treffen om het land vooruit te helpen. Die maatregelen zullen in de toekomst plaatsvinden en daarover moet gepraat worden. En als over dingen die in de toekomst moeten gebeuren gepraat wordt, dan gaat het om beloftes. Er zijn politici die aangeven dat omdat ze beschuldigd zullen worden beloftes niet na te komen, ze gewoon geen beloftes zullen doen. Wij vinden, dat een waardeloze zaak, omdat na hun aantreden, deze politici vrij spel zullen hebben om te doen of niet te doen want ze hebben niets beloofd. Politici die niets beloven die vragen dan eigenlijk een blanco cheque van hun kiezers om te doen wat ze willen na hun uitverkiezing.
Aan de andere kant moeten politici ook niet a la dol zaken beloven die mooi lijken. Politici moeten beloften doen over maatregelen die noodzakelijk zijn. En daarna moet men ze uitvoeren. Daar draait het om wanneer het gaat om regeren. Over het algemeen worden beloften gedaan in verkiezingsprogramma’s. Daarin staat wat mis is in het land en wat gedaan zal worden om zaken te verbeteren. Na de verkiezingen sluiten de coalitiepartijen, als er een coalitie is, een regeerakkoord. Ook daarin doen de coalitiepartijen een belofte die gebaseerd is op eerdere beloften gedaan in de verkiezingsprogramma’s. Daarna gaan de beloften door, nu uitgebreider in de regeringsverklaring die gedetailleerd is en de gehele regering bestrijkt. En uit deze regeringsverklaring maken de verschillende ministeries hun beleidsnota’s die meer gedetailleerde beloften omvatten. Alles bij elkaar is het de planning van een regering om een aantal zaken in de toekomst uit te voeren. Dat is het regeerbeleid.
Er is geen systeem in Suriname dat regelmatig de vorderingen van het regeerbeleid, ook cijfermatig, analyseert en dat met het publiek deelt. Er zijn wel enkele organisaties in het maatschappelijk middenveld die regelmatig delen van het regeerbeleid evalueren. Grote bekendheid krijgen deze evaluaties niet, ze blijven hangen in een academische kring.
Nu heeft de VES een aantal beloften kunnen listen die in economisch opzicht belangrijk zijn, maar door de regering nog niet zijn uitgevoerd…en inmiddels zitten we in de tweede periode van de regering. We noemen er een paar onder andere uit de urgentiefase. Onder de zaken die niet geheel gerealiseerd zijn noemt de VES geen adequaat “sociaal vangnet”
voor de diverse kwetsbare groepen. Er zijn wel losse maatregelen ter versterking van de koopkracht van bepaalde groepen zoals ambtenaren, gepensioneerden, mensen met een beperking en AOV’ers.
De VES noemt een voortzetting van de willekeurige verdeling van pakketten. Een andere belangrijke: de evaluatie en/of reorganisatie van geen der genoemde instituten heeft plaatsgevonden. Genoemd waren de belastingdienst, douane, CLAD, Rekenkamer, CBvS, MAS, TAS, ABS, SPS en de strategische staatsbedrijven (EBS, SWM, Telesur en SZF. De VES geeft aan dat de EBS niet is gereorganiseerd. Wel zijn er diverse tariefsverhogingen doorgevoerd, maar de subsidie is nog steeds erg hoog, zegt de VES.
Verder is er een politieke loyalist uit de kring van friends & family aangesteld als CEO. Ook concludeert de VES, dat de SZF-directie en RvC verschillende keren vervangen is, maar de beloofde “directe verbetering van de effectiviteit en de financiën in de gezondheidssector” is niet waargemaakt. De medicijnen- en hulpmiddelen voorziening en urgente vervangingsinvesteringen is over de gehele linie niet verbeterd.
Wat totaal ontbreekt volgens de VES zijn “activering” van de verzwakte bedrijvigheid en een stimuleringsprogramma voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. Ook is er geen verbetering gekomen in de oneerlijke behandeling van lokale ondernemers ten opzichte van
buitenlandse investeerders. Er worden geen structurele (wettelijke) maatregelen getroffen om het investeringsklimaat te verbeteren. De VES meent dat openbare inschrijvingen meer uitzondering dan regel zijn. Er was beloofd dat de zogenaamde valutawet onmiddellijk zou worden ingetrokken, maar dat is niet gebeurd.
Een heel belangrijke die kiezers over de streep heeft betrokken, is de belofte van de instelling van de “Commissie terughalen van corruptiegelden”. De VES vindt dat deze maatregel en belofte bewust niet is gerealiseerd. Dat is een heel belangrijke conclusie waarop de regering wel een verklaring moet geven. Waarom is deze belofte niet ingelost?
Ook was beloofd dat de wet vervolging (voormalige) ambtsdragers zou worden gewijzigd. Ook dit zou bewust niet zijn gerealiseerd. De VES concludeert dat ook de “ethische code voor ambtenaren en staatsdiensten” niet is ingesteld. Dat, terwijl de minister van BiZa hele lange uren aan deze zaak in DNA heeft besteed en politieke uitspraken steeds heeft gedaan. Waar zijn dan de oplossingen?
Een andere belofte van politieke aard was de verbetering van de terugroepwet. Dat is niet ook niet gerealiseerd. De VES list verder dat er geen evaluatie van de veiligheidsvoorzieningen is gepleegd. In elk geval is er geen sprake van een samenwerking met security bedrijven en buurtwachten, er is geen structurele afstemming aangestuurd door de regering.
Er zouden verder op de verschillende ministeries en overheidsdiensten (zoals het OM etc.) een quickscan plaatsvinden. Dat is niet gebeurd, althans zijn de uitkomsten niet bekend. Er zou ook een arbeidsmarktonderzoek komen wat niet is gerealiseerd.
VES concludeert dat 2 jaar na het verstrijken van de urgentiefase maar liefst 13 van de 26 activiteiten nog steeds niet gerealiseerd zijn. De VES concludeert dat de regering niet serieus is met haar eigen geformuleerd regeerakkoord. En dat lijkt wel een terechte conclusie te zijn.