Een overeenkomst voor het ontwikkelen van conceptwetgeving voor de effectuering van de transactie en taakstraffen voor jeugdige delinquenten is 13 juni ondertekend door de waarnemend procureur-generaal mr. Garcia Paragsingh en mr. Ellen Jordan (projectleidster van een consultancy team), mede namens Rinette Djokarto; mr. Muriel Poepon drs. Sabine de Vries, zo bericht het Openbaar Ministerie (OM).
Het consultancy team zal een wetgevingsproduct ontwikkelen met algemene aanwijzingen en regels omtrent de wijze van afdoening van strafbare feiten met betrekking tot jeugdigen conform de transactie, het rekwireren/eisen van een taakstraf ter terechtzitting voor minderjarigen die een delict hebben gepleegd en het opleggen van een taakstraf bij vonnis.
Het project effectuering alternatieve afdoening jeugd wordt door het Openbaar Ministerie uitgevoerd en door UNICEF, het kinderfonds van de Verenigde Naties.
In maart 2015 werd de mogelijkheid om minder ernstige strafbare feiten van jeugdigen af te doen met een alternatieve straf, waarbij de jeugdige zoveel mogelijk gespaard blijft van een strafblad en/of een vrijheidsbenemende straf, geïntroduceerd in het Surinaams Wetboek van Strafrecht.
De alternatieve afdoening volgens het Wetboek van Strafrecht kan op drie momenten worden toegepast, te weten de politietransactie oftewel hulpofficiersmodel geregeld in artikel 105c Wetboek van Strafrecht, de transactie oftewel officiersmodel geregeld in de artikelen 100 en 105d Wetboek van Strafrecht en de taakstraf geregeld in de artikelen 105k-105o Wetboek van Strafrecht.
De politietransactie oftewel hulpofficiersmodel is op 16 juli 2021 met de afkondiging van de procureur-generaal-richtlijnen geëffectueerd. Voor de twee overige modellen (transactie en taakstraffen) is wetgeving vereist voor de uitvoering.