De sluiting van het luchtruim door Rusland veroorzaakt spanningen in de luchtvaartindustrie, omdat westerse luchtvaartmaatschappijen het vanwege de toorn van Moskou niet kunnen gebruiken. Dit betekent dat ze langere routes moeten nemen om de regio te omzeilen, wat meer brandstof en personeel kost. Voor bedrijven als Finnair, die gespecialiseerd zijn in vluchten tussen Azië en Europa, zijn de financiële gevolgen bijzonder groot. Ondertussen zijn luchtvaartmaatschappijen uit niet-gebonden landen niet onderworpen aan de beperkingen en kunnen ze profiteren van de verkorte vliegroutes, waardoor een concurrentienadeel ontstaat voor westerse bedrijven. IATA blijft aan de zijlijn en wil open luchtruim zien voor alle concurrenten.