Mensenrechtenactiviste Regita ‘Asawini’ Edenburg werd op zondag 28 mei aangehouden door de Surinaamse politie. Tegen deze vrouw was aangifte gedaan van diefstal, diefstal in vereniging, medeplichtigheid aan diefstal en bedreiging. Op 30 mei werd zij vrijgesproken van de klachten die tegen haar waren ingediend. En op 31 mei werd zij overhaast het land uitgezet, via Albina naar Frans-Guyana.
Verhaal Asawini
Onlangs heeft Asawini haar verhaal in de media gedaan. Volgens de vrouw kreeg zij op de bewuste zondag bezoek van een RBT-team van de politie, die aangaf dat er aangifte tegen haar was gedaan omtrent het cyanide gebeuren. Asawini werd door de zwaar bewapende mannen geboeid en naar het politiebureau te de Nieuwe Grond overgebracht. Zij begreep op dat moment niet wat er gaande was. Zij merkte op, dat zij dacht dat het om een valse aangifte ging. Bij het politiebureau aangekomen werd zij meteen beschuldigd van diefstal. Ook werd aan haar voorgehouden, dat haar verblijfsstatus ingetrokken is vanaf 20 februari van dit jaar. Volgens Asawini werden de beschuldigingen aan haar opgelegd, zonder dat men hoor en wederhoor had toegepast. Pas op een later moment werd zij verhoord. Maar, er was geen ruimte om te praten, zei Asawini.
Vervolgens werd zij overgebracht naar Politiepost Geyersvlijt. Op dinsdag 30 mei moest zij naar de Procureur-Generaal. Daar aangekomen waren ook al beslissingen genomen, zonder haar kant van het verhaal te horen, stelde zij. Volgens Asawini werd later wel gesproken over de beschuldigingen omtrent diefstal. Zo zou beweerd zijn, dat er autobatterijen waren gestolen tijdens de actie in Brokopondo. Echter gaf zij aan, niet op de hoogte te zijn daarvan en vroeg de politie om met beeldmateriaal te komen. Gezien het feit dat er onvoldoende bewijs was, werd Asawini vrijgesproken. Tegelijkertijd werd haar verblijfsstatus ingetrokken. Asawini stelde, dat zij zich niet kan herinneren op welke wijze ze de nationale veiligheid op 20 februari in gevaar heeft gebracht. Volgens haar was iedereen in die periode in de ban van de protestactie op 17 februari, waarbij er plunderingen en dergelijke hebben plaatsgevonden. Zij gaf tegenover de politie aan, dat zij met het bewijs moesten komen. Want als zij voor een ernstig gevaar vormde, dan zou men meteen moeten optreden. Gezien de politie dat niet heeft gedaan, is zij in gebreke stelling gebleven. Ook gaf de vrouw aan, dat zij nooit eerder in aanraking met de politie is geweest.
Na het gesprek werd zij weer naar politiepost Geyersvlijt overgebracht, waar zij in vreemdelingenbewaring werd geplaatst. Vervolgens gaf zij aan, dat ze op woendagochtend (31 mei) een afspraak had met de Nederlandse ambassade. Een dame van de ambassade zou naar haar zeggen geweest zijn, maar om de een of andere reden zou zij geen toegang hebben gehad. Asawini vroeg aan het cellenhuis om opnieuw een afspraak te maken met de ambassade. Dit werd ook gedaan en zij kreeg te horen dat de afspraak naar 10.00 uur verschoven zou worden. Vóór 10.00 uur kreeg Asawini echter de boodschap dat zij al haar spullen moest pakken, omdat er een bevel zou zijn gekomen van Justitie en Politie. Aan haar werd voorgehouden dat zij naar de minister gebracht zou worden. Asawini wilde weten of de Nederlandse ambassade hiervan op de hoogte was en kreeg te horen dat dit wel het geval was. Zij vertelt, dat ze in een wit voertuig werd geplaatst. Bij aankomst moest zij eerst in de auto wachten, terwijl de politie de minister zou spreken. Uiteindelijk is Asawini niet bij de minister geweest. Van de politie kreeg ze de opdracht om plaats te nemen in een zwart voertuig. Dit deed zij ook, maar stapte later uit, omdat ze niet begreep wat er aan de hand was en besloot vragen te stellen. Als reactie daarop kreeg ze te horen, dat ze het land wordt uitgezet.
“Ik besefte, dat ik ontvoerd wordt”
“Op dat moment besefte ik, dat ik ontvoerd wordt”, waren Asawini’s woorden. Zij stelde, dat ze vooraf niet was geïnformeerd hierover. Aan haar zou zijn voorgehouden, dat zij richting Zanderij gaan. Maar ook dit gebeurde niet. In plaats daarvan gingen zij over de Wijdenboschbrug richting Albina. Bij Albina aangekomen werd ze onder begeleiding van zwaarbewapende RBT’s naar Frans-Guyana per boot vervoerd. Een deel van de spullen die zij had meegenomen van het cellenhuis was zij genoodzaakt achter te laten. Alleen voeding, water, een rok en jurk nam zij mee.
Geen privacy bij omkleden
Asawini vertelt, dat ze zich wilde verkleden bij de aankomst te Frans-Guyana. Ook dit moest zij in bijzijn van de politie doen, waaronder een politieagente en een RBT-lid (man). Vervolgens werd ze samen met de politieagenten opgehaald door de Franse autoriteiten. Een agent haalde 3 blauwe paspoorten uit zijn tas, wat argwaan begon te wekken bij Asawini. Ze werd overgebracht naar Cayenne en maakte bij de vreemdelingenpolitie gebruik van de gelegenheid om aan te geven dat ze de Nederlandse nationaliteit heeft. Volgens Asawini spraken de Franse agenten wel een beetje Sranan. Aan haar werd voorgehouden dat ze moest luisteren naar de Surinaamse autoriteiten. Asawini kon niet direct met het vliegtuig vanuit Frans-Guyana vertrekken, omdat er nog overlegd moest worden. Zij moest haar dagen dus verder in een hotel doorbrengen.
Asawini vertelt, dat ze het gevoel had alsof angst zou overnemen. Ze was in het hotel met alleen een jurk nog, zonder ondergoed en onder bewaking. Ze gaf aan, dat ze sprak met de almachtige en op gegeven moment rust ervoer. Zij stelde dat het leek alsof de agenten ook haar lotgenoten werden. Naar hun zeggen voerden zij slechts hun opdrachten uit. Twee dagen later kon Asawini eindelijk terug naar Paramaribo en nam ze de beslissing om uit vrije wil terug te keren naar Nederland, omdat zij zich niet meer veilig voelde.
Reactie minister via CDS
Volgens de minister van Justitie en politie, Kenneth Amoksi, zijn de Surinaamse rechtsstaat en rechtsorde bedreigd geworden door activiteiten die werden ontplooid door Regita Edenburg. Minister Amoksi somt de activiteiten die een gevaar vormden voor de binnenlandse veiligheid als volgt op: het afscheiden dan wel demarkeren van Saramaccaans gebied; het instellen van een volkstribunaal om onder meer indringers te berechten; het oproepen tot aansluiting bij een militaire groep c.q. volgen van militaire trainingen om Saamaka gebied te beveiligen en het intimideren en bedreigen van ondernemers in Brokopondo.
Minister Amoksi is niet van mening dat met het proberen uitzetten van Edenburg via Frans-Guyana een inbreuk is gepleegd op de territoriale integriteit of rechtsorde van het buurland noch Frankrijk. “Het leven van mevrouw Edenburg is op geen enkele wijze bedreigd. Ze is niet ontvoerd door politie”, aldus Amoksi. Volgens hem hebben de maatregelen van de justitiële autoriteiten tegen Edenburg niets te maken met het cyanidevraagstuk. Hij zegt, dat de vrouw opgespoord werd door de politie, maar dat ze zich uit handen van de justitie wist te houden.
Reactie minister roept vragen op
Echter roept de reactie van de minister heel wat vragen op. Als de vrouw een gevaar vormde voor de nationale veiligheid, waarom is zij dan niet eerder opgepakt? Waarom wordt zij pas opgepakt wanneer zij ruchtbaarheid geeft aan het cyanide vraagstuk? En als ze zich uit de handen van de Justitie wist te houden, waarom was zij wel aanwezig tijdens het bezoek van de delegatie aan Brokopondo, waar zij vrijuit haar zegje heeft kunnen doen? Dit geeft aan, dat zij zich niet schuil hield.
Ook vragen velen zich af in hoeverre een Surinaams paspoort aan iemand verstrekt mag worden met de Nederlandse nationaliteit. De redactie van Dagblad Suriname verneemt uit juridische bronnen, dat Suriname geen noodpaspoort mag verstrekken aan iemand met de Nederlandse nationaliteit. Volgens informatie kan alleen de Nederlandse ambassade dit doen. Ondanks dat dit bij wet is vastgelegd probeert de regering deze handeling toch goed te spreken. En wordt steeds weer aangegeven dat er volgens regel- en wetgeving is gehandeld. Dit blijkt echter verre hiervan te zijn.
Reactie Nederlandse ambassadeur
De Nederlandse ambassadeur Henk van der Zwan heeft ook geen goed woord over voor het optreden van de Surinaamse autoriteiten in de kwestie ‘Asawini’. Hij beschrijft het als onbegrijpelijk en is van oordeel, dat Suriname op grond van het Verdrag van Wenen de ambassade in kennis had moeten stellen over deze zaak en de uitzetting van de Nederlandse Regita ‘Asawini’ Edenburg naar Frans Guyana. Tot op dit moment heeft de Nederlandse ambassade nog geen duidelijkheid van de Surinaamse autoriteiten verkregen omtrent deze kwestie.
SK