Tijdens het vergaren van informatie over Cubaanse landverhuizers ontdekten wij vier personen uit die kring in Paramaribo-Noord, die een zwervend bestaan doorstaan. Buurtbewoner: “Ik voel mij niet veilig. Ik heb op een morgen, de zon was nog niet op, een Cubaan slapend aangetroffen in mijn garage. Ik ben niet de enige persoon die last heeft daarvan en zich zorgen maakt.”
Bedelen
Restauranthouder: “De zwervers, de een minder aanspreekbaar dan de ander, bedelen om een bordje eten bij de eethuizen. Hun manier van doen doet mij vermoeden dat er iets psychisch loos is. Er zijn onder de Braziliaanse gemeenschap ook zwervers. Maar die bedelen niet huis aan huis of langs de straten. Hun landgenoten ontfermen zich over hun.”
Lagerwal
Cubaanse huishoudster wijzend naar een aan lagerwal geraakte landgenoot: “Ik heb te doen met hem. Uit medelijden geef ik hem soms een aalmoesje, meer kan ik niet. Ik kan vanwege de prijsontwikkeling nauwelijks eten op tafel zetten. Ik werk, maar kom niet uit.”
Gezondheid
Landverhuizer Leiny: “Ik bid God om niet ziek te worden. Ik kwam naar Suriname met mijn levenspartner van jaren, dochter en schoonzoon. Wij waren nauwelijks hier of hij raakte gewond aan het werk. Dat wil zeggen geen inkomen gedurende enige tijd. Zijn werkgever gaf hem een pakje havermout om zich bij te houden. Vanwege gebrek aan geld behandel ik de wond zelf.”
HD