Door enkele DNA-leden zijn enkele zeer interessante wijzigingen van de Personeelswet als initiatiefvoorstel ingediend. Een van de artikelen gaat over ‘geen werk, geen salaris’. Dat artikel geeft aan, dat de ambtenaar geen recht heeft op een salaris als hij om een bepaalde reden geen werk heeft kunnen verrichten en dit aan hem te wijten is. De vraag rijst dan wat allemaal aan de ambtenaar kan worden aangerekend voor zijn achterwege blijven van arbeid. Het gemakkelijkst is het wanneer de ambtenaar aan het werk moet verschijnen, maar dat niet doet. Hier zijn er gevallen waarbij mensen worden opgeroepen, maar niet aan het werk verschijnen. Dit zijn de gemakkelijke gevallen.
Dan zijn er gevallen waarbij aan ambtenaren gezegd is, dat ze thuis op een bericht moeten wachten en niet aan het werk moeten verschijnen. Is ze dat aan te rekenen? Onder deze gevallen heb je situaties waarbij ministeries van mening zijn, dat de ambtenaren niet op correcte wijze in dienst zijn gekomen. Is hier iets de burger / ambtenaar aan te rekenen? Mag van hem verwacht worden dat hij weet hoe op correcte wijze een ambtenaar moet worden aangetrokken en dat hij zich niet leent voor een incorrecte indiensttreding?
De Personeelswet geeft wel aan dat indien er gebreken zijn in de grondslag van de dienstbetrekking van de ambtenaar, hij daarvan niet het risico draagt. Het risico is voor de staat en kunnen zaken niet teruggedraaid worden. Dus als er iets is aan de grondslag en mensen zijn thuis gezet, dan kan je op basis daarvan geen ‘geen werk geen salaris’ toepassen. De wet voert een verplichte registratie van landsdienaren in. Verder wordt stopzetting van het salaris als een strafmaatregel toegevoegd.
Bij plichtsverzuim is het zo dat over het algemeen de ambtenaar toch arbeid heeft verricht. Is het redelijk dat een ambtenaar arbeid heeft verricht, maar daarvoor niet wordt betaald? De enige vorm van plichtsverzuim waarvoor een ambtenaar niet hoeft te worden betaald is wanneer hij zijn werk gedurende een bepaalde periode of tijd niet heeft verricht. En dat stuk is al in de Personeelswet geregeld. Stopzetting van salaris als straf brengt de vraag met zich mee of ook de plicht om te werken (tijdelijk) stopt. Dat komt dan neer op schorsing met inhouding van salaris, die ook al in de wet voorkomt.
Als het een permanente maatregel is, is het ontslag en dat komt ook al in de wet voor.
De enige optie die overblijft is dan dat de ambtenaren gedurende bepaalde tijd werken zonder loon en ook dat is onredelijk en tegen de wet. Stopzetting van loon is alleen correct in 1 geval: wanneer de ambtenaar aanhoudend geen werkzaamheden uitvoert. Deze toevoeging heeft geen toegevoegde waarde. Ook incorrect is de regel dat bij plichtsverzuim het salaris kan worden hersteld of achterstallig salaris wordt uitbetaald als de ambtenaar aan bepaalde voorwaarden voldoet. Wanneer een ambtenaar in dienst is, moet hij in de gelegenheid worden gesteld om arbeid te verrichten. Daartegenover staat dan salaris. Wanneer voorwaarden worden gesteld die niet in de wet staan en daardoor de ambtenaar niet kan werken, dan is het onredelijk om de gevolgen daarvan af te wentelen op de ambtenaar.
Een ander voorstel is dat bij ‘sanering van de Staatsdienst’, ambtenaren zich vrijwillig kunnen aandienen voor aan afvloeiing en dat ze daarvoor 36 maanden (3 jaren) salaris krijgen. Hier is 18 maanden vervangen met 36 maanden. De regeling van de sanering van de Staatsdienst kwam al voor in de wet; het is een besluit dat door de president moet worden genomen.
Een interessant voorstel is dat aan ambtenaren die voor herstructurering, reorganisatie, inkrimping of sanering van de Staatsdienst zelf ontslag neemt, een vergoeding ontvangt. Het wachtgeld van 18 (straks 36) maanden is wanneer ontslag op verzoek van de ambtenaar wordt verleend en het nieuw voorstel is wanneer iemand het verzoek doet om vervroegd uit te treden. Het is onduidelijk hoe groot de vergoeding moet zijn. Er staat wel in de toelichting, dat de vergoeding in gemeen overleg tussen de ambtenaar en de overheid moet worden bepaald. Is het redelijk dat zo een onderhandeling tussen de overheid die over veel middelen bezit en een ambtenaar?
Er staat in de toelichting dat na het overleg een overeenkomst wordt gesloten tussen de overheid en de ambtenaar. De vraag rijst hoeveel rechtskracht zo een overeenkomst heeft. We twijfelen aan de rechtskracht en afdwingbaarheid van zo een overeenkomst. Het lijkt alsof dit voorstel komt uit de koker van de PL; het doet denken aan de eveneens niet-afdwingbare boete-overeenkomst te betalen door corrupte overlopers na verkiezing als ze overlopen. Men schijnt daar in de partij te denken dat alles in een overeenkomst valt op te nemen.
De aanvraag om in aanmerking te komen tot de vergoeding kan worden toegewezen, dus het kan ook afgewezen worden. Gaat het ontslag toch door als de vergoeding wordt afgewezen.
Wij vinden dat het invoeren van een plicht om zich regelmatig te registreren in strijd is met de plicht van de overheid om als werkgever een up to date lijst van ambtenaren te hebben, ook een lijst van de ambtenaren die hun werk verrichten. Verder vinden wij, dat het verbinden van consequenties als ‘geen werk, geen salaris’ in strijd is met de wet die ervan uitgaat dat na verrichte arbeid, werkende personen moeten worden uitbetaald. Die betaling kan niet afhankelijk worden gesteld van een eenvoudige administratieve handeling.
Intussen herinneren we ons dat bij behandeling van wetten steeds gevraagd wordt naar invoering van dezelfde regels in de overheidssector. We denken dan aan de regels over zwangerschapsverlof, non-discriminatie en seksueel molest. Wij vinden dat na 70 jaar het tijd wordt om de Personeelswet integraal te herzien.