Hindostaanse jongeren zijn zich bewust van hun verleden als nazaten van contractarbeiders die lange tijd de koloniale exploitatie hebben mogelijk gemaakt en hebben ondergaan. Daarvoor vragen zij erkenning. Het is een generatie die klopt op de deur van de koloniale geschiedenis. Dat signaleren Jaswina Elahi en Ruben Gowricharn in hun boek Ongezien Ongehoord. Hindostanen in de Nederlandse koloniale geschiedenis. “Waarom alleen slaven als object van koloniale exploitatie worden gezien wekt verwondering op (…). Met de afschaffing van de slavernij kwam geen eind aan de exploitatie van mensen.” De website www.NieuweWij.nl had een exclusieve voorpublicatie waarvan hierna enkele delen.
Zijn Hindostanen in Nederland ongezien en ongehoord? In de media, de politiek en de wetenschap genieten Hindostanen inderdaad weinig belangstelling. Dat is wrang, want Hindostanen behoren tot de beter geïntegreerde etnische gemeenschappen en vormen in haast alle opzichten een modelminderheid. Het gaat niet alleen om de erkenning van de historisch geleverde prestaties als etnische groep maar ook, en wellicht vooral, om hun aanwezigheid in de Nederlandse koloniale geschiedenis, om de exploitatie in die periode, het lijden, het verzet en de veerkracht die deze gemeenschap heeft getoond. Dat mag niet vergeten worden omdat er weinig kennis over deze bevolkingsgroep zou bestaan. Dit boek probeert daarom de geschiedenis van de Hindostanen onder de aandacht te brengen van zowel de jongere Hindostanen als, breed geformuleerd, de Nederlandse samenleving.
Over Hindostanen is vooral de laatste jaren het een en ander geschreven. Maar dit boek onderscheidt zich van voorgaande werken in drie opzichten: het maakt de verbinding tussen de afschaffing van de slavernij en de immigratie zichtbaar en bespreekt de stelling dat Hindostanen zijn aangevoerd om slaven te vervangen; het schetst de ‘levende culturele erfenis’ die ontstond nadat de arbeiders zich als boeren in Suriname vestigden; en het gaat in op de effecten van het verleden op Hindostanen in Nederland.
Het boek beoogt dus directe verbindingen te maken tussen het verleden in Suriname en het heden in Nederland, tussen de doorwerking van het cultureel erfgoed dat voorgaande generaties hebben voortgebracht en de manier waarop dat is opgenomen in de etnische gemeenschap in Nederland. Daarnaast blikt het terug op het verleden vanuit nieuwe waarden en perspectieven. Het klinkt als een paradox – wat het ook is – wanneer wij stellen dat door deze verbindingen voor het voetlicht te halen geschiedenis wordt geactualiseerd.
Drie grote thema’s hebben in dit boek het perspectief op de koloniale geschiedenis van Hindostanen bepaald.
Het eerste is de verhouding tussen slavernij en contractarbeid. Dat Hindostaanse arbeiders zijn aangevoerd om slaven te vervangen is naar ons inzicht een onjuiste voorstelling, want dat zou betekenen dat de contractarbeiders ook slaven zouden zijn. Het verhaal blijkt complexer te zijn: de aanvoer van arbeiders was een middel om de loonhoogte te reguleren die na de afschaffing van de slavernij een probleem werd. In de eerste helft van de negentiende eeuw was ongeveer een derde van de voormalige slavenbevolking vrijverklaard. Er was dus ‘vrije arbeid’ beschikbaar, die werd aangevuld met Chinese en West-Indische immigranten. Ook de voormalige slaven waren direct na de afschaffing van de slavernij onderdeel van dit proces, maar ondanks de verplichting om tien jaar lang jaarlijks als loonarbeiders te werken, nam hun betrokkenheid bij de plantage-economie af.
Het tweede thema bestaat uit de vestiging van de contractarbeiders als boeren. In die periode hebben de Hindostanen de rijstcultuur ontwikkeld en tot nationaal gerecht gemaakt. Daarnaast hebben zij een eigen gemeenschap ontwikkeld en een cultuur geproduceerd die nu als erfgoed wordt beschouwd.
Het derde thema is de positie van jongere Hindostanen in Nederland. De verbinding met het koloniale verleden zoals dat tot uiting komt in het cultureel erfgoed raakt in het bijzonder deze generatie. Discussies over het koloniaal verleden stellen hen teleur, want in dat debat komen zij nauwelijks voor, terwijl het bewustzijn groeit dat hun voorouders een onlosmakelijk onderdeel zijn geweest van de Nederlandse geschiedenis.
Dee voorpublicatie is een bewerking van het inleidend hoofdstuk en het slothoofdstuk van Ongezien. Ongehoord. Hindostanen in de Nederlandse koloniale geschiedenis, van Jaswina Elahi en Ruben Gowricharn (Uitgeverij Walburg Pers, mei 2023). Dit jaar is het 150 jaar geleden dat de eerste Indiase immigranten voet zetten op Surinaamse grond. Het hele jaar worden daarom activiteiten georganiseerd in het teken van de Aparwasi Divas, de immigratiedag op 5 juni.