Het Surinaamse volkslied leert ons dagelijks: a Wiens opé tata kommotto wie sa set a kondré boeng. Na enkele jaren ben ik terug in Suriname om mijn bijdrage te leveren aan de internationale conferentie over slaven- en contractarbeid in het koloniale verleden. De conferentie is van 6 tot 10 juni op de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS). Daarbij komen thema’s aan de orde, met name de impact van het koloniale verleden op burgers van hedendaagse samenlevingen in de Caraïbische regio’s en Suriname.
Mijn thema is: ‘Contouren van homogeniteit in de multiculturaliteit’. Het doel is het inspireren van de deelnemers tot transnationale samenwerking op het gebied van onderwijs, studie, wetenschappelijk onderzoek en visievorming ten aanzien van duurzame saamhorigheid en verbintenissen tussen de burgers in de hedendaagse samenlevingen zoals. In Suriname is langer dan 50 jaar de verbroederingspolitiek en bromki dyari filosofie uitgedragen.
Vooral dit land is als gevolg van het koloniale beleid het toonbeeld geworden van multiculturaliteit. Verschillende groepen burgers met diverse etnische achtergronden wonen naast elkaar, maar minder met elkaar. Dit is een harde constatering die men terstond zou kunnen bestrijden. Als ik op straat loop en goed luister dan hoor ik zeggen: ding koeli, ding blakkamang. Kijk, en dit bedoel met de impact van het koloniaal verleden op de nazaten van de arbeidsmigranten uit Afrika en Azië.
Dezer dagen heb ik in de districten Paramaribo en Wanica een aantal culturele festiviteiten mogen bijwonen. Daarbij viel me op, dat er nauwelijks sprake is van ‘samen met elkaar de jubileumfeesten vieren’. Maar, dat is niet helemaal waar. Want zo was ik op zondag 28 mei jl samen met mijn matti Bhagwaan Gangaram Pandy op een kinderderfestijn te Magentapolder. Verbaasd en ontroerd tegelijk keek naar de kleine tafeltjes met stoeltjes eromheen waarop peuters en kleuters samen zaten en genoten van hun hapjes en drankjes. Verderop zag ik oudere kinderen en pubers van diverse etnische achtergronden, die aan tafels gezellig met elkaar zaten te genieten van ook de interculturele dansen.
Een volle tent waarbij enkele bewindslieden en DNA-leden de kinderen kwamen begroeten en met warme woorden toespreken. De First Lady ontroerde mij, toen ze in haar toespraak de kindertjes vertelde wat hun verre voorouders hadden moeten doorstaan om alle narigheid van het verleden te kunnen overleven. Met name haalde ze de heldin Jany Tetary aan, die tevergeefs streed tegen de onrecht en misstanden op de plantages.
Zo kan het dus ook: samen feestvieren en mensen samenbrengen om te leren omgaan met elkaars culturen en achtergronden. Eigenlijk zouden de scholen als educatieve instelling dergelijke vormingsactiviteiten in leer- en spelprogramma’s moeten opnemen. De leerplannen zullen daartoe moeten worden aangepast. Ook de buitenschoolse activiteiten lenen zich uitstekend voor dergelijke sociale en educatieve vormingen. Ik zie hierin veel mogelijkheden voor bevordering van gemeenschapszin en samenhorigheid in de samenleving.
Niet alleen een overheidsbeleid is nodig voor het tot stand brengen van saamhorigheid en duurzame verbintenissen tussen burgers en groepen. Maatschappelijk organisaties als changeagent zijn de echte bruggenbouwers van de maatschappijvorming. Dat hebben de organisatoren daar bewezen.
Ouders leren hun kinderen wat zij kunnen en kennen, maar ze staan vaak zelf voor vragen die ze niet kunnen beantwoorden. Zeker niet over de andere cultuurgroepen.
Hierin ligt een kerntaak voor de centrale overheid. Echter, voor de visievorming is wetenschappelijke kennis vereist. Immers, in de praktijk zijn er genoeg mogelijkheden om op individuele – en collectieve niveaus de Surinaamse burgers leermomenten aan te bieden voor het creëren van een nieuw nationaal bewustzijn ten behoeve van saamhorigheid en verbintenissen die de toekomst vraagt.
Mensen leven te veel op basis van eigen groepsbewustzijn en kunnen dat vaak niet overstijgen om verbindingen met medeburgers van andere afkomst aan te gaan of tot stand te brengen. Kijk, met de verbroederingspolitiek en bromki dyari ideologie is de ‘eenheid in verscheidenheid’ van culturen in stand gebleven. De diversiteit bestaat en mag er ook zo zijn. Maar, het volk zal samen verder moeten dan in eigen groepen gesegmenteerd de multiculturele eenheid uitstralen.
In de toespraken die ik in de laatste weken hoor klinkt de roep naar saamhorigheid. De vraag is hoe die met elkaar te bereiken.
In mijn jubileumboek ‘Contouren van Homogeniteit in multiculturaliteit’ heb ik een educatieve visie met strategieën aangegeven voor sociale integratie door het opzetten en uitvoeren van programma’s gericht op de saamhorigheid in multi-etnische samenlevingen. Daarbij is factor diversiteit een kernwaarde. Anders loopt het uit op een-identiteitsgerichte saamhorigheid.
De rassenrellen midden 20ste eeuw in buurland Guyana en Suriname duiden op schijneenheid in de samenleving. Elders in de regio en in de wereld is dit verschijnsel ook geen uniciteit. Zo broos en teer lijkt dit fenomeen te zijn. Echter de fysieke verbintenissen komen niet vanzelf. Door een breed transnationaal en nationaal debat kunnen versneld verbanden worden gelegd over hoe in deze regio de ontstane multiculturaliteit haar harmonie, vorm en inhoud kan krijgen. Het ligt primair aan de burgers van de samenleving zelf om de mogelijkheden te formuleren en te kiezen voor een etnische balans in de multiculturaliteit van eigen het land. Suriname verdient meer saamhorigheid.
Het boek verschijnt midden juni in Suriname. Over de distributie volgt meer informatie.
Drs. S. Harinandan Singh