Financiën-minister Stanley Raghoebarsing vindt dat er niets “stiekems” is aan de verhoging van de governmenttake (GT) op brandstof van 50 cent per liter. De brieven hierover naar de oliemaatschappijen zijn openlijk de deur uit gegaan en zijn niet geheim. Volgens Raghoebarsing zijn het maatregelen die je als regering niet op straat en zeker niet in de media bespreekt. “Niet voor elk kwartje ga je naar het parlemen”t, zegt de minister. Hij sprak donderdag tijdens een persconferentie naar aanleiding van de ondertekening van een Memorandum of Understandig (MoU) tussen de regering en het bedrijfsleven. De MoU gaat over de instelling van de Economic Oversight Board door het bedrijfsleven, van waaruit mede monitoring zal plaatsvinden van het IMF-programma.
Pompprijs
Roeghoebarsing stelt vast dat terwijl de internationale prijs van brandstof twee keer achter elkaar omhoog is gegaan, de regering in staat is geweest om GT te heffen op de brandstof en tegelijkertijd de prijs aan de pomp omlaag te krijgen. De deskundigen op zijn ministerie die zaken doorberekenen gaan hier zorgvuldig mee om, zegt hij.
Met de verhoging van de GT op brandstof ontstaat er volgens de Financiën-minister een win-win situatie. De samenleving wint, omdat je kunt zien dat de prijs aan de pomp daalt. Tegelijkertijd stelt de verhoogde GT de regering in staat om de schuld van USD 350 miljoen die het bij de oliemaatschappijen heeft, af te lossen. Het gaat hier om subsidies op de brandstofprijs aan de pomp, maar die niet zijn uitbetaald aan de oliemaatschappijen.
Vanwege de prijsontwikkelingen in de wereld, onder meer als gevolg van de oorlog in Oekraïne, heeft de overheid vanaf medio vorig jaar via subsidies de prijs van brandstof aan de pomp voor de samenleving laag gehouden.
De overheid was echter niet in staat geweest die subsidiebedragen aan de oliemaatschappijen uit te betalen. In februari dit jaar keek de overheid tegen deze enorme schuld aan. Daarna is besloten de brandstofprijs los te laten. De schuld van USD 350 miljoen moet echter nog steeds afgelost worden. De verhoging van de GT met 50 cent per liter op benzine en diesel en 40 cent op super unleaded, zal de regering in beter in staat stellen de schuld bij de oliemaatschappijen af te lossen.
Verbolgen reacties in DNA
In het parlement is deze week verbaasd gereageerd op de kwestie van de GT. De indruk die de regering in de afgelopen periode bij het parlement heeft gewekt is, dat er geen GT meer zou worden geheven op brandstof. Onder meer is dat gebleken tijdens de debatten rond de btw-wet vorig jaar. Vanuit het parlement werd toen erop gewezen, dat vanwege de btw op brandstof er geen GT daarop moet worden geheven. De samenleving zou anders dubbel worden belast. Met de mededeling van minister Raghoebarsing blijkt nu dus, dat al die tijd wel GT op brandstof is geheven.
Dat nu een verhoging van de GT wordt doorgevoerd is het tweede punt. De verbolgen reacties van beide zijden in het parlement over deze kwestie zijn dus begrijpelijk. Het heeft iets van, dat men al die tijd in de maling is genomen door de regering. De Financiën-minister ziet de bui al hangen bij zijn eerstvolgende optreden in het parlement.
SS