Martinus Wolfjager en Ivanildo Dijksteel zijn op 2 mei overleden tijdens de opstand in Pikin Saron. De families hebben tijdens een persconferentie donderdag 1 juni gemeend het stilzwijgen rondom het overlijden van deze mannen te verbreken. In een gezamenlijke verklaring van de families wordt aangegeven, dat de autoriteiten hebben nagelaten antwoorden te geven op de vele vragen waarmee de families zitten. Deze zaak zou continu door de advocaten van de families onder de aandacht zijn gebracht van de autoriteiten. Echter is nog steeds geen aandacht besteed aan deze zaak.
De families worden geestelijk gemarteld, omdat zij tot nu toe geen informatie hebben omtrent het obductieonderzoek. Ook zouden hun kinderen worden geplaagd op school, omdat er naar hun zeggen geen juiste informatie wordt gegeven. Verder stellen de families, dat de president als hoogste gezag, uitspraken in De Nationale Assemblee heeft gedaan over de mannen zonder enig bewijs of onderzoek en ze heeft bestempeld als terroristen. Ook Assembleeleden hebben volgens hun onverantwoordelijke uitspraken gedaan. Dit vinden zij niet kunnen. Zij eisen dat dit wordt gecorrigeerd.
Volgens de familie worden de mannen bestempeld als criminelen en aan de andere kant wordt door de regering poging gedaan om de mannen zo gauw mogelijk te begraven middels het aanbieden van financiën aan de families tot enkele keren toe. “Indien zij criminelen zijn, hoe is het mogelijk dat ze door de staat begraven kunnen worden?”, vragen zij zich af.
Fracturen
Onder de families zijn er twijfels ontstaan omtrent de manier waarop de mannen overleden zijn. De familie beschikt over bewijsmateriaal die een ander beeld geeft van hun overlijden. Zo zouden de lijken fracturen vertonen. Een juridische adviseur gaf tijdens de persconferentie aan, dat er volgens nadere inzichten geen sprake zou zijn geweest van een vuurgevecht. De mannen zouden doodgeschoten zijn terwijl zij ongewapend waren. Dit zou in bijzijn van dorpsbewoners zijn gebeurd, die de beelden hebben vastgelegd. Aan het Openbaar Ministerie is ook gevraagd een onderzoek te doen naar de doodsoorzaak van deze mannen. Volgens een schrijven van het OM zou een forensisch onderzoek in Suriname niet mogelijk zijn.
De families eisen de informatie omtrent het obductieonderzoek, een onafhankelijk en forensisch pathologisch onderzoek, een eerlijk rechtsproces en veiligheid voor hun overige strijders die in detentie zijn, publieke verontschuldiging en zuivering van de naam van de overleden mannen en ten slotte willen zij in alle rust de laatste eer bewijzen aan de overleden mannen, nadat aan de voorgenoemde punten is voldaan.
SK