Drie Dominicanen die sinds 21 november 2022 zijn aangehouden, hoorden dinsdag het vonnis van Kantonrechter Duncan Nanhoe aan. De mannen werd verweten dat zij een in Suriname wonende Dominicaan beroofd zouden hebben.
De verdachte Derwin C.T. heeft steeds volgehouden dat het niet om een beroving ging. Hij had geld geleend aan de benadeelde en deze betaalde hem niet terug. Op die bewuste dag ging hij met Johan A. ernaar toe om zijn geld op te eisen, aangezien de benadeelde de telefoon niet meer opnam. Zij hebben ook in de verlichte garage op de benadeelde gewacht. Bij diens aankomst is er een worsteling ontstaan, waarbij Derwin en Johan genoodzaakt waren het slachtoffer aan de enkels en polsen vast te binden. Hierna namen ze enkele horloges, 2 vuurwapens en het voertuig van de benadeelde mee. Zij gaven aan, dat hij deze goederen terug zou krijgen als hij het geld terugbetalen. Het voertuig werd dezelfde dag op een andere locatie achtergelaten voor de benadeelde. Hierna werd de derde verdachte Willyder opgebeld om Derwin en Johan op te halen. Hij kreeg een jachtgeweer mee om dit te verkopen.
De benadeelde werd op de zitting van 25 april als getuige verhoord en ontkende de verdachten te kennen. Ook ontkende hij ooit geld te hebben geleend van Derwin. Advocaat Chandra Algoe, die Derwin bijstaat, confronteerde de benadeelde met WhatsApp berichten die de benadeelde had gevoerd met een derde en waarin hij erkende, dat hij Derwin USD 10.000 moest betalen. Geconfronteerd hiermee beweerde de benadeelde, dat de berichten vervalst waren.
Algoe vroeg hem of het wel zijn telefoonnummer was en dat bevestigde de benadeelde. Algoe attendeerde de rechter erop, dat dit telefoonnummer ook was opgegeven door de benadeelde bij de aangifte. Ook ontkende de benadeelde dat van hem een jachtgeweer was weggenomen. De Kantonrechter vroeg hem of hij dit ontkende, omdat het jachtgeweer illegaal was.
Ondanks deze nieuwe informatie bleef de Officier van Justitie vasthouden, dat er in casu sprake was van een beroving en eiste op 9 mei tegen Derwin en Johan een gevangenisstraf van 3 jaren onvoorwaardelijk. Tegen Willyder werd voor illegaal vuurwapenbezit een gevangenisstraf van 5 maanden geëist.
In haar pleidooi voerde Algoe aan dat de vervolging buiten de realiteit van de zaak leeft en dat hier duidelijk sprake is van een geldlening en dat de benadeelde onder ede heeft gelogen Derwin niet te kennen. Ook is nergens uit gebleken. dat Derwin en Johan de opzet hadden om de goederen voor zichzelf te houden.
Nu het Openbaar Ministerie alleen de beroving ten laste had gelegd en dat niet bewezen is, vroeg Algoe om Derwin vrij te spreken. Zij hadden de goederen meegenomen om het geleend geld terug te krijgen. Misschien niet de juiste manier om je geld terug te krijgen, maar in ieder geval geen beroving, besloot Algoe. Advocaat Artie Radja die Johan bijstond, sloot zich aan bij de woorden van Algoe.
De Kantonrechter stelde op 9 mei Willyder gelijk in vrijheid en bepaalde het vonnis voor 23 mei. Kantonrechter Nanhoe vonniste deze verdachte conform de eis voor een gevangenisstraf van 5 maanden onvoorwaardelijk. Ten aanzien van Derwin en Johan, ging de rechter mee met de advocaten en achtte het ten laste gelegde feit niet bewezen en sprak hen vrij.