Media onderdeel collectieve schuld: verdachten niet in beeld
In Suriname is al enkele dagen ongerustheid over ernstige vervuiling van het milieu, ondanks dat de media en activisten herhaaldelijk aan de bel hebben getrokken. Van corrupte organisaties als NIMOS moet niet veel worden verwacht, omdat die gewend zijn om de kant van de ‘power’, dus van kapitaalkrachtige vervuilers, te kiezen. Maar wat opvallend is, is dat de media, uit vrees voor een rechtszaak of om vrienden te beschermen, tot nu toe nagelaten heeft om namen van persisterende bedrijven / ondernemers te noemen. De ruimte wordt waarschijnlijke ingebouwd dat de mensen het land uit vertrekken voordat het OM zal optreden. Is in deze zaak niet de Milieuraamwet overtreden? Waarom zijn er geen mensen aangehouden door het begaan van milieumisdrijven? Ondanks waarschuwingen zijn de ondernemers doorgegaan, en hebben ze het ook nog gepresteerd om cyanide te verspillen in het meer.
Wanneer er zoveel verzet en waarschuwingen zijn geweest, dan zijn enkele conclusies onomstotelijk: ten eerste de vervuilers achten zich onaantastbaar en dat zijn ze ook gebleken, omdat we tot nu toe niet weten wie ze zijn. Het zijn geesten en onzichtbare figuren die voor de vergiftiging verantwoordelijk zijn. Ten tweede, vanwege de onvoorzichtigheid waarmee men te werk is gegaan, omdat men onaantastbaar is, kan hier van een opzet met waarschijnlijkheidsbewustzijn of voorwaardelijke opzet worden gesproken. Men heeft opzettelijk het water van het meer vergiftigd. Er is 16 maal meer dan normaal hoeveelheden aan cyanide al in het water gemeten. Onder deze omstandigheden kunnen we straks weer heftige protesten van de inheemse en tribale volken krijgen, omdat zij en hun kinderen van het vervuilde water en de vissen en dieren in de voedselketen daarin het slachtoffer gaan worden. Hoe groot de schade is weten we nog niet. De inheemse en tribale volken kunnen terecht het gevoel krijgen dat regeringen, politici – ook die uit hun gebieden – , bedrijven en zelfs hun eigen leiders de kant kiezen van het corrupte en corrumperende kapitaal.
Cyanide is giftig, het transport daarvan dient onder high security omstandigheden plaats te vinden. Hoe kunnen ondernemers het presteren om hoeveelheden cyanide in het meer te dumpen? Deze grove onzorgvuldigheid rechtvaardigt een derde conclusie: een ‘complete disregard’ (compleet negeren) van het bestaan van lokale gemeenschappen in de omgeving en disrespect voor de bevolking van Suriname die afhankelijk is van water en eiwitvoorziening vanuit de binnenlandse wateren van eigen bodem. Er zijn al onderzoekingen gedaan in Suriname die aangeven dat tribale gemeenschappen die zuidelijk gelegen zijn, meer kwik in hun lichaam hebben dan die welke meer noordelijk gelegen zijn. De conclusie van de onderzoekers is geweest, dat dit komt door de consumptie van vis die ook besmet is met kwik. De gemeenschappen die zuidelijker gelegen zijn, zijn meer afhankelijk van vis uit de plaatselijke besmette wateren, terwijl de noordelijker gelegen dorpen hun vis vanuit Paramaribo halen.
Als het intreden van een niet primair gewild gevolg normaal gesproken niet uit zal blijven, wordt gesproken van opzet met waarschijnlijkheidsbewustzijn. Men weet dat het gevolg waarschijnlijk zal intreden, maar laat zich daardoor niet afschrikken. Hiervan lijkt in het geval van het dumpen van cyanide in het meer sprake te zijn. Voorwaardelijk opzet is een lichtere vorm van opzet waarbij geen sprake is van een echt door de verdachte gewild gevolg (dat wordt ‘vol’ opzet genoemd), maar er wel sprake is van zeer risicovol handelen. Er is sprake van voorwaardelijk opzet als de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op het gevolg aanvaardt. Onder ‘de naar algemene ervaringsregels aanmerkelijke kans’ dient te worden verstaan de in de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid.
In de eerste plaats zijn de ondernemers schuldig, maar ook de personen (werknemers) die de strafbare feiten hebben helpen plegen. Er is namelijk een plicht voor alle burgers om handelingen waarbij het leven van mensen in gevaar kan komen, na te laten, te meer als het om illegale handelingen gaat. Volgens de afgekondigde Milieuraamwet is een aantasting van het milieu een handelen of nalaten waardoor, al dan niet door verontreiniging (of uitputting), hetzij door andere directe of indirecte menselijke ingrepen de milieukwaliteit wordt aangetast. Een contaminatie (besmetting) is er wanneer fysische, chemische, biologische of radiologische stoffen die in combinatie en/of in zodanige hoeveelheden worden geïntroduceerd in het milieu, waardoor schade wordt toegebracht aan planten, dieren, mensen,
materialen, cultuurgoederen en ecosystemen, kortom aan enig onderdeel van het milieu.
Een verontreiniging is volgens de wet elke handeling of nalaten waardoor in het milieu stoffen of fysische verschijnselen in zodanige hoeveelheden worden geïntroduceerd, dat daardoor schade wordt toegebracht aan planten, dieren, mensen, materialen, cultuurgoederen of ecosystemen, kortom aan enig onderdeel van de biodiversiteit. Een gevaarlijke stof is elke stof die, op basis van zijn chemisch en fysische eigenschappen, en/of waarbij op grond van technisch, wetenschappelijk en medisch bewijs, is vastgesteld dat zij door het vrijkomen of gebruik, een gevaar vormt voor de gezondheid van de mens en het milieu. We denken dan steeds aan cyanide.
Een milieudelict is een misdrijf of overtreding zoals vastgesteld bij of krachtens de Milieuraamwet. Het gaat in totaal om de overtreding van 1 of meerdere van 54 wetten die in deze wet zijn genoemd. Onder die wetten vinden we: het ‘Decreet ecologische omstandigheden in woongebieden’, de Natuurbeschermingswet.
Degene aan wiens schuld te wijten is dat door enigerlei handelen of nalaten verontreiniging, uitputting, of aantasting van het milieu plaatsvindt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaren en een geldboete, hetzij één van beide straffen. Bij opzet is de strafdreiging 6 jaren.
Van belang is dat de Nationale Milieuaotoriteit snel operationeel wordt en de lijst van gevaarlijke stoffen samenstelt. Maar ook hier kan, zoals in het geval van NIMOS, Stinasu en SBBS, corruptie en infiltratie intreden waardoor belangen van vervuilers op nummer 1 belanden.