De president heeft op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken een resolutie de deur doen uitgaan waarmee hij heel baanbrekend werk heeft verricht waar politieke durf voor nodig is: het introduceren van flexibel werken bij de overheid. Daarvoor moeten het ministerie van Binnenlandse Zaken en ook de president toch worden gecomplimenteerd.
De laatste keer was de resolutie die de werktijden bij de ambtenaren regelde, gewijzigd in 1985. Toen werd zeer waarschijnlijk de 5-daagse werkweek bij de overheid ingevoerd in plaats van de 6-daagse eerder. Nu lezen we dat de regering met de maatregel van flexibel werken het besteedbaar inkomen van de ambtenaren positief wil beïnvloeden. Met name wijst de regering op de stijging van de prijzen van vervoer door de hoge brandstofprijzen. De regering wil de grote groep ambtenaren budgetneutraal tegemoetkomen, met andere woorden zonder meer te gaan uitgeven. Immers, de begroting voor 2023 is in SRD al enkele maanden terug goedgekeurd. Met deze maatregel erkende de regering, dat de lonen bij de overheid zijn ontwaard en dat er eigenlijk een loonsverhoging moet komen, maar dat de regering, omdat ze budgettaire beperkingen heeft, alternatieve middelen moet gebruiken om de ambtenaren tegemoet te komen. De maatregel van flexibel werken is een tijdelijke maatregel.
Ministeries moeten met BiZa afstemmen welke vorm van flexibel werken en op welke wijze ze het zullen invoeren op hun ministeries. Het flexibel werken, waarop we straks terugkomen, kunnen vakministers invoeren voor dienstonderdelen, groepen of categorieën van ambtenaren. We denken dan aan bepaalde afdelingen en diensten en bepaalde types van ambtenaren. Flexibel werken moet de voortgang van de dienstverlening niet verhinderen, zegt de resolutie, dat is een voorwaarde van het toepassen van flexibel werken. Verder moet het niet tegen het dienstbelang zijn.
Het is duidelijk dat niet alle ambtenaren en niet alle afdelingen zich lenen voor flexibel werken. De diensten en de groepen ambtenaren per ministerie die flexibel kunnen werken zal afhangen wat de regering precies onder flexibel werken bedoelt.
We lezen ten eerste dat bepaalde ambtenaren later kunnen aankomen op het werk (van 7 tot 9) en dat ze dan later vertrekken (van 3 tot 5). Deze maatregel zal enkele voordelen hebben. Het zal de files op straat helpen verminderen. Verder zullen bepaalde groepen, zoals ouders van schoolgaande kinderen, tijd hebben om hun kinderen veilig op school af te zetten en dan aan het werk te komen.
Een ander voordeel is dat bepaalde balie-afdelingen van ministeries (loketten zoals die van CBB) via een shiftsysteem, 2 uren langer open kunnen blijven. Het publiek zal daar dan voordeel aan hebben. De regering geeft in de resolutie een voorbeeld, dus is het vakministers toegestaan om 7-10 als aanvangstijd en 3-6 als sluitingstijd te hebben. Dat zal een langere openingstijd betekenen. Een ander voordeel van het systeem zal zijn dat de kantoren niet overcrowded zullen zijn en dat een deel van het personeel werk mee naar huis neemt om het thuis af te maken en het mee te nemen of het te mailen.
Verder is een ander model in de resolutie het model van om de beurt fysiek op kantoor en thuiswerken. Een deel van het personeel, om de beurt, kan dan van huis uit werken (dus geen vrijaf hebben) en een deel van het personeel dat fysiek op kantoor aanwezig is. Dat betekent dus dat iedereen wel aan het werken is, vanuit verschillende locaties. Met de opkomst van moderne telefoons en internet zijn deze mogelijkheden wel ontstaan en uitvoerbaar. Het voordeel van dit model zal ook zijn, dat minder mensen in de files zullen zitten en er sprake zal zijn van brandstofbesparing. Het betekent wel dat de omstandigheden thuis, kantoorfaciliteiten, omgeving en internet, ook van dien aard moeten zijn. Het betekent ook dat leidinggevenden methodes moeten toepassen om de arbeid van de ambtenaren te controleren. Zij zullen zwaar moeten letten op de output, dus dat genoeg werk van goede kwaliteit waaraan aandacht is besteed wordt afgeleverd. Of dat de afgesproken productie van goede kwaliteit wordt afgeleverd. Voor het thuiswerken kan een roulatiemodel worden gehanteerd op de ministeries.
De resolutie praat over een roulatiemodel van om de ene dag werken of een aangesloten periode werken en een aaneengesloten periode vrij zijn. Dat komt dan neer op een werktijdverkorting. Dat betekent dat ambtenaren met hetzelfde loon aan het eind van de maand minder dagen en uren per maand werken. De dagen waarop hij van de overheid vrij is, zou de ambtenaar dan andere arbeid kunnen gaan verrichten, bijvoorbeeld voor een bedrijf. De regering moet duidelijk hier aangeven wat ze bedoelen: van huis uit werken of vrij zijn van dienst. Bij werktijdverkorting is er in principe sprake van een loonsverhoging. Door de werktijdverkorting gaat het loon per uur omhoog. Hier moet de regering wel op letten, dat alle ambtenaren in even grote mate via de werktijdverkorting de loonsverhoging meemaken. Anders zal er sprake zijn van bevoordeling van alleen bepaalde groepen. In de resolutie wordt specifiek ook gesproken over werktijdverkorting in een ander punt en daar wordt dan de optie gegeven van een kortere werkweek voor een dienst, de dienst is dan op bepaalde dagen gesloten en/of een kortere werktijd per dag.
De resolutie praat ook over andere op de dienst afgestemde werkdagen en een werktijdenregeling. Daar wordt aan de minister overgelaten om ook in het weekend te werken of in de avond en overdag niet.
Als we kijken naar de opties dan denken we dat alle ambtenaren en afdelingen van de ministeries profijt van deze nieuwe regeling kunnen hebben en dat het publiek ook voordeel hiervan kan hebben, bijvoorbeeld door minder files, goed geluimde ambtenaren die niet struikelen over andere ambtenaren en langere openingstijden van diensten. BiZa heeft al een out of the box mindset, maar niet alle ministeries zullen even progressief zijn.
Deze resolutie is baanbrekend voor modernisering van de overheidsdienst en het kan, indien goed begeleid, leiden tot een hogere productiviteit. De volgende stap zal zijn om het flexibel werken ook in de bedrijven in te voeren.