Ontwerpwet Collectieve rechten slechts een stap richting oplossing grondenrechten vraagstuk 

De Ontwerpwet Collectieve rechten inheemse en tribale volken zoals die nu in behandeling is bij de Nationale Assemblee, biedt nog geen oplossing voor het grondenrechten vraagstuk. De ontwerpwet is een raamwet. Daarin zijn vooralsnog de hoofdzaken vastgelegd en het dient ter vaststelling van het kader waarbinnen de collectieve rechten van de inheemse en de tribale volken geplaatst worden en waarbinnen nadere regelgeving gemaakt dient te worden. 

“Het doel van deze wet is de garandering van rechtszekerheid en rechtsbescherming van de collectieve rechten van de Inheemse en Tribale volken in Suriname. Hiertoe worden deze volken als zodanig erkend als rechtspersoon, zodat zijn nu (na eventuele goedkeuring van de ontwerpwet…redactie DBS), in tegenstelling tot voorheen, voor en namens zichzelf als collectief op recht en in het bijzonder op rechtspraak een beroep kunnen doen”, zo staat in de Memorie van Toelichting van de conceptwet. Vanwege de omvangrijkheid van de in de (concept)wet geregelde materie, zal er nog een aantal uitvoeringswetten in het leven moeten worden geroepen. Daarnaast moeten ook nog administratieve en organisatorische voorzieningen dienen te worden getroffen voor een  effectieve bescherming van de inheemse volken en de tribale volken in Suriname.

Nader bij wet regelen

De ontwerpwet voorziet onder meer in de erkenning bij wet van het recht van inheemse en tribale volken op participatie en inspraak. Dit recht is een verdere garandering van de rechtszekerheid en rechtsbescherming van de inheemse en tribale volken als collectiviteit, vanuit een cultuurgevoelige benadering die rekening houdt met hun respectieve sociaal-economische omstandigheden, culturele waarden en normen. 

Het begrip Free Prior Informed Consent (FPIC), oftewel het vrijelijk tot stand komen voorafgaand aan instemming, is een internationaal gangbaar begrip en norm binnen mensenrechten en rechten van inheemse en tribale volken. Het is dit recht op participatie en inspraak (FPIC) dat opeenvolgende regeringen systematisch hebben genegeerd, met name bij de uitgifte van concessies in en of nabij de leef- en woongebieden van inheemse- en marron-dorpsgemeenschappen. De huidige ontwerpwet Collectieve rechten Inheemse en Tribale volken erkent dit recht op participatie en inspraak, maar de zogeheten FPIC-regeling dient nader bij wet te worden geregeld. Zo zal bij wet geregeld moeten worden hoe FPIC tot stand moet komen.

Grondgebied 

Een ander heet hangijzer dat bij wet nader geregeld moet worden, is de demarcatie van de traditionele leef- en woongebieden. De ontwerpwet legt vast over welke gebieden de inheemse en tribale volken een collectief eigendomsrecht verkrijgen. Vooralsnog is gebruik gemaakt van indicatieve landkaarten. De definitieve omvang en begrenzing van deze inheemse en tribale woon- en leefgebieden zullen nog bij wet moeten worden vastgesteld.

Een ander aspect dat nog bij wet geregeld moet worden zijn de taken en bevoegdheden van het traditioneel bestuurs- en beheerssysteem over de bij wet erkende woon- en leefgebieden. Hoewel het traditioneel gezag bij bestuursbesluit in aanmerking komt voor een honorarium en een aantal andere voorzieningen, is hun rechtspositie niet wettelijk geregeld. 

Voor een effectieve rechtsbescherming van het traditioneel gezag en bestuur dienen de taken en bevoegdheden van de traditionele gezagsdragers duidelijk bij wet geregeld te worden. Hiervoor zullen er nog diepgaande discussies gevoerd worden omtrent hun rol in het staatsbestel. 

Totale samenleving 

Gelet op de zaken die nader bij wet dienen te worden geregeld is het duidelijk, dat met de eventuele goedkeuring van de in behandeling zijnde ontwerpwet Collectieve rechten Inheemse en Tribale volken prangende vraagstukken zoals die nu spelen verre van opgelost zullen zijn. 

Een heet hangijzer nu is het vraagstuk van grondenrechten (het collectief recht op een stuk land) en het recht op inspraak en participatie. Het systematisch negeren van deze rechten van de inheemse en tribale volken door opeenvolgende regeringen, heeft in de voorbije dagen tot grote woede en irritatie geleid bij diverse dorpsgemeenschappen welke zijn uitgemond is gewelddadige ongeregeldheden. Het grondenrechten vraagstuk is een heel complexe materie. Het regardeert niet alleen de inheemse en tribale volken, maar de totale Surinaamse samenleving en het totaal Surinaams staatsbestel. Het gaat niet enkel en alleen om uitvoering en inhoud geven aan het Samaaka-vonnis en het Kalina/Lokono-vonnis. Het regardeert de hele democratische-, economische- en sociale ordening van de staat Suriname. 

Het Collectieve rechtenvraagstuk, met name onder andere toegespitst op het grondenrechten vraagstuk is een zwaarwichtige en ingrijpende kwestie voor de hele natie Suriname. Zelfs zwaarwichtiger en ingrijpender dan het vraagstuk van een nieuw kiesstelsel. 

De samenleving kijkt uit naar de debatten de komende dagen in het parlement over de ontwerpwet Collectieve rechten Inheemsen en Tribale volken. Uitspraken van parlementariërs als “natuurlijke hulpbronnen behoren de totale samenleving toe” en “we moeten een wetsproduct maken dat goed is voor een ieder” zijn indicaties van meningen en visies die ook in de samenleving bestaan over het grondenrechten vraagstuk.

SS

error: Kopiëren mag niet!