We hebben al een aantal keren aandacht besteed aan twee zeer opmerkelijke fenomenen in onze samenleving. Het gaat om de gewelddadige handelingen van 2 mei te Pikin Saron en Maripaston en de wilde stakingen van een groep die zich Wi Sa Strey (WSS) noemt en recent ook Syndicaat voor Onderwijzers.
We staan vandaag even stil bij het laatste. Nu blijkt dat een vakcentrale COL de acties van deze groep ondersteunt en namens hen zal onderhandelen. Nu moeten wij wel stellen, dat we vakcentrales hebben zien opkomen voor vakverenigingen, maar we hebben niet meegemaakt dat vakcentrales onderhandelen voor vakverenigingen. Feit blijft,dat WSS geen rechtspersoonlijkheid heeft en dus niet over arbeidsvoorwaarden kan onderhandelen. Bovendien, wij weten niet of ambtenaren net zoals mensen die in de private sector werken, hun recht om te onderhandelen en cao’s aan te gaan, ergens in een bepaalde wet staat. Zo een wet, dus een wettelijke garantie om collectieve onderhandelingen te voeren is er niet, in tegenstelling tot de werknemers die in bedrijven werken. Ook COL kan niet echt onderhandelen voor of namens vakverenigingen, dat moeten ze zelf doen als ze dat mogen.
We zien dat er een oproep is om een aparte vakbond van leerkrachten op te richten, omdat men ontevreden is met de bestaande vakbonden. De onderwijssector is een goed georganiseerde sector, maar de werkers behouden te allen tijde het recht om een andere vakbond op te richten. Dat betekent wel een verdere versplintering van de onderwijsbundeling. Een betere strategie zou zijn geweest om in de eigen organisaties te blijven en om bijvoorbeeld besturen af te zetten die niet meer geloofwaardig zijn of niet functioneren, omdat ze bijvoorbeeld marionetten van de politiek zijn geworden. We lezen ook dat er veel heisa wordt gemaakt over het woord ‘terrorisme’ dat door een minister zou zijn gebruikt om de handelswijze van de WSS te typeren. Misschien is het woord ongelukkig gekozen, maar de bedoeling is voor ons duidelijk. De minister heeft geprobeerd af te keuren als er dwang is toegepast door WSS om werkwillige leerkrachten te bewegen hun werk neer te leggen. Daarover willen wij stellen dat het dwingen van collega’s om te gaan staken, tegen de grondrechten van werkende mensen is. Er is een recht om te staken, maar er is ook een recht om arbeid te blijven verrichten, dus niet te staken.
Stakers hebben het recht om te staken als ze bezig zijn met een collectieve actie, niet-stakers hebben de vrijheid om ervoor te kiezen om niet te staken. Als er hier dwang wordt toegepast, dan is er sprake van een inbreuk op een grondwettelijke recht. En daarom heeft kennelijk de BIBIS-minister het woord ‘terrorisme’ in de mond genomen. We weten zeker dat hij weet wat het echte gewelddadige terrorisme is en dat hij dit niet heeft bedoeld.
Maar we staan ook even stil bij de vraag of waarmee WSS bezig is, als een staking kan worden getypeerd. Een staking is een collectieve actie, dat betekent dat in hetzelfde bedrijf tegelijk een behoorlijk aantal werknemers het werk neerlegt. Nu praten we hier niet over bedrijven, maar over scholen. Is er nog sprake van een actie als eenlingen onder de leerkrachten op een bepaalde school niet aan het werk komen en de overgrote meerderheid wel aan het werk is? Dat lijkt ons dan niet meer op een collectieve actie, maar eerder een individuele actie. En naar wij weten is in de Grondwet en onze wetgeving bescherming gegeven voor collectieve acties, niet voor individuele acties. Individuele acties, die ingaan wanneer bijvoorbeeld die bepaalde leerkrachten geen geld meer hebben om de bus te betalen, kunnen eerder getypeerd worden als een plichtsverzuim of onwettige afwezigheid.
De samenleving weet inmiddels dat bij elke staking, terecht of onterecht, de werkgevers het recht hebben om over de niet gewerkte dagen of uren het salaris of loon in te houden, dus no work no pay toe te passen. Maar bij plichtsverzuim en/of onwettige aanwezigheid mogen de werkgevers verder gaan: ze mogen disciplinaire maatregelen treffen, waaronder ook wordt begrepen ontslag. Nu lezen we dat de leerkrachten over de verschillende scholen die bij de WSS zijn ‘aangesloten’, om de ene dag les zullen geven. Dat betekent dus een behoorlijke dupering van de leerlingen en stagnatie van het onderwijsproces. Dat betekent dat kinderen de helft van de week zonder hun leerkrachten zullen zitten bij het basisonderwijs. Dat is een enorm ongerief die deze leerkrachten zullen bezorgen aan slechts bepaalde leerlingen in het basisonderwijs. Ergens worden dus alleen deze kinderen benadeeld.
Het advies dat in deze gegeven kan worden aan het ministerie van minOWC, voor zover deze personen bij openbare scholen werken, dat voor het geval het om een staking gaat, deze onrechtmatig wordt verklaard. Voor het geval het plichtsverzuim of onwettige afwezigheid betreft, moeten er waarschuwingen worden uitgedeeld en bij persisteren moeten er andere disciplinaire maatregelen worden getroffen. In alle gevallen moet het loon worden ingehouden.
Wij vinden dat de regering onder de gegeven financieel-economische omstandigheden waarin het land verkeert, meer dan genoeg heeft gedaan om SRD 2.500 onbelast te geven aan alle ambtenaren, dus ook de onderwijzers. Het is een voorlopige maatregel van 6 maanden en de leerkrachten hadden de eerste verhoging kunnen ontvangen en zonder te staken hun bonden goed onder druk zetten om in aanloop naar december te onderhandelen voor een additionele verhoging die meer in lijn is met de inflatie. Dat zou een redelijker houding zijn geweest.
In elk geval spelen de leerkrachten met hun acties nu met vuur. Wij vinden nogmaals dat de leerkrachten meer met politiek activisme bezig zijn dan met collectieve werknemersacties. Dat mag uiteraard buiten de werktijd, maar als het tijdens werktijd geschiedt dan kan dat tot consequenties leiden.
Overigens vinden we het ook oogst onverantwoord en vernietigend voor een al getergd en failliet bedrijf, hoe het personeel van SLM laatst het werk heeft neergelegd en weer passagiers heeft gedupeerd. Dat is typerend altijd voor SLM geweest, dat de spelers in het bedrijf weinig gevoel hebben voor de organisatie zelf.