Professor Malti Adhin werd maandag als DNA-deskundige gehoord op de strafzitting door Kantonrechter Cynthia Valstein-Montnor in een zaak waarin de verdachte de moord op twee verschillende slachtoffers ten laste wordt gelegd.
De deskundige heeft in de moordzaak van het slachtoffer K. Dion DNA-profielen van de verdachte Van der B. onder de nagels van het slachtoffer gevonden. Verder werden spermasporen aangetroffen in twee condooms. Op het koord van de badjas van het slachtoffer werden alleen DNA-profielen van het slachtoffer aangetroffen. Op het bed werd ook gemengd profiel met match met het DNA van de verdachte aangetroffen. De deskundige legde uit, dat de kans op 1 op 1 miljard is om een ander met hetzelfde DNA te vinden.
Advocaat Raoul Lobo die Van der B. bijstaat vroeg of DNA aardig onfeilbaar is. De professor zei dat het een gevoelig onderzoek is. In de hele keten van DNA-onderzoek kunnen zich fouten voordoen vanwege contaminatie. Het is een middel om samen met ander materiaal te gebruiken als bewijs. Een deskundige zal niet zeggen dat het onfeilbaar is, zei de professor.
De verdachte ontkent het feit in alle toonaarden, maar kon geen antwoord geven hoe zijn DNA is terechtgekomen op de plaats van het delict.
Hierna werd nog de agent van politie verhoord, die als eerste op de plaats van het delict aankwam. Er kwam een melding van een lijk in een woning. Het slachtoffer werd op bed aangetroffen in ondergoed. De handen waren op de rug gebonden met een badjaskoord. De voeten in de boeien. De agent schakelde de Forensische Opsporing in. Het slachtoffer toonde striemen aan de hals en de hals en gelaat waren rood gekleurd. Hij zag ook een stolling aan de hals. Van de buren werd begrepen, dat enkele avonden eerder een voertuig met opgevoerde drukpijp op dat adres is geweest. Het slachtoffer had een vriendin verteld, dat hij op de avond van 8 april seks had gehad met een man dat bijzonder ruw was verlopen. Hij had niet verteld wie die man was. Er werden geen sporen van braak aangetroffen en was het duidelijk dat de verdachte en het slachtoffer elkaar kenden. Enkele goederen van het slachtoffer waren ook weggenomen.
Hierna werden de camerabeelden bekeken van de Forensische Opsporing van de dagen 7, 8, 10 en 11 april 2022. Het voertuig dat in de buurt werd gezien, komt overeen met het voertuig dat aan de verdachte toebehoort en in beslag is genomen. De verdachte gaf aan zijn voertuig niet te herkennen op de beelden.
In de mobiele telefoon van het slachtoffer is onderzoek verricht en daaruit, blijkt, dat er contact is geweest met de verdachte. Het slachtoffer had de verdachte op een gegeven moment geblokkeerd.
De verdachte kon geen zinnige reden geven waarom het slachtoffer hem zou hebben gebeld als zij elkaar niet kennen.
Door de Kantonrechter is een psychiatrische en psychologische rapportage opgevraagd. De zaak wordt voortgezet op 12 juli.
De tweede zaak betreft de moord op de politieagent K. Payton. In deze zaak zou de advocaat een uitlating doen, maar besloot dit in zijn pleidooi te verwerken.
Ook deze zaak is uitgesteld naar 12 juli in afwachting van de opgevraagde rapportages, waarna het Openbaar Ministerie aan het woord komt.