De economische crisis in Suriname heeft veel mensen in moeilijke financiële situaties gebracht. Veel burgers hebben niet genoeg geld om de levensmiddelen te kopen die ze nodig hebben voor hun dagelijkse levensonderhoud. Daarom zouden banken kleine leningen moeten verstrekken aan burgers die niet over genoeg geld beschikken om levensmiddelen te kopen.
De leningen zouden de burgers in staat stellen om levensmiddelen te kopen, zodat ze in staat zijn om te voldoen in hun dagelijkse levensbehoeften. De rente op de leningen zou lager kunnen zijn dan de rente die gebruikelijk is voor duurzame producten. Dit zou de burgers helpen om de leningen te verzekeren.
De banken zouden ook voorlichting kunnen geven aan de burgers over financiële verantwoordelijkheid. Dit zou de burgers helpen om de leningen terug te betalen zonder problemen. Burgers zouden kunnen leren hoe ze hun geld slim en verantwoord kunnen beheren.
De banken zouden maatregelen kunnen nemen om te voorkomen dat de leningen worden misbruikt. Zo kan een achtergrondcontrole worden uitgevoerd voordat de leningen worden verstrekt. Ze kunnen mogelijk een bepaalde vergoeding eisen voor de leningen.
De levensmiddelenprijzen zijn sinds het land in een overeenkomst is getreden met het Internationaal Monetair Fonds, IMF, met ruim 54% gestegen, overigens mede veroorzaakt door de Covid-pandemie.