Omar al-Bashir, de verdreven autocraat van Soedan, is samen met ten minste vijf van zijn voormalige functionarissen overgebracht van de Kober-gevangenis naar een militair hospitaal.
Duizenden gevangenen zijn ronduit vrijgelaten uit de gevangenis, onder wie een voormalig minister in de regering van Bashir die wordt gezocht op beschuldiging van oorlogsmisdaden door het Internationaal Strafhof in Den Haag. De gevechten tussen het leger en de Rapid Support Forces hebben geleid tot minstens 459 doden, meer dan 4.000 gewonden en vernielde ziekenhuizen. Er is een groeiend gevoel van wetteloosheid in Khartoum, met wijdverbreide plunderingen en bendes die door de straten zwerven. Buitenlandse mogendheden hebben de afgelopen dagen duizenden diplomaten en burgers geëvacueerd, en Soedanezen en burgers van buurlanden zijn massaal vertrokken. De speciale gezant van de Verenigde Naties voor Soedan heeft gezegd dat het staakt-het-vuren “tot nu toe in sommige delen lijkt stand te houden”, maar geen van beide partijen is bereid om te onderhandelen.
