De 23-jarige Chloë Huizenga uit Hoogeveen liep een half jaar stage in het St. Vincentius Ziekenhuis in Paramaribo. In de Nederlandse regionale krant Dagblad van het Noorden vertelt ze over haar zes maanden stageperiode in Suriname en over haar ervaringen met het land en wat haar zoal is opgevallen. “Het was een heel bijzondere ervaring.”
“Je moet zelf een stageplek en een huis regelen. Omdat ik langer dan negentig dagen in Suriname zou verblijven moest daarvoor een verblijfsvergunning aangevraagd worden. Dat was een heel geregel met het nodige papierwerk.”
Chloë werd op de Johan Adolf Pengelluchthaven opgehaald door een contactpersoon. Op weg naar haar appartement keek ze direct al haar ogen uit.
“Overal vuilnis en zwerfafval langs wegen”
“Ja, er is meer armoede dan ik verwacht had. Je zag veel oude huizen en oude auto’s. Er lag overal vuilnis op straat en er lag veel zwerfafval in de struiken langs de wegen, waarvan de meeste slecht begaanbaar waren. Het appartement was prima, alleen kwam ik er achter dat daar meer ongedierte is dan in Nederland. Aan de kakkerlakken wende ik snel, maar ik kon maar niet wennen aan een muis in huis. Dat was niet grappig.”
- De Nederlandse is overigens niet de enige die na aankomst in Suriname vrijwel meteen wordt geconfronteerd met enkele grote problemen waarmee het land te kampen heeft: afval en achterstallig onderhoud aan wegen. Wil een land te boek staan als een mooie toeristische bestemming, dan zullen de verantwoordelijke autoriteiten toch eens werk moeten maken van het verwijderen alle rotzooi langs de wegen van en naar “Zanderij”.
Chloë werkte tijdens haar verblijf van zes maanden op verschillende afdelingen in het St. Vincentius, zoals de kinderafdeling, kraamafdeling, verloskamer en interne chirurgie. Het beeld dat ze schetst van haar stageperiode, is het beeld dat veel stagiaires hebben overgehouden aan het werken, stage lopen, in een Surinaams ziekenhuis. Het is dan ook geen uniek beeld. Het is vooral een triest beeld, een triest beeld van de staat waarin de Surinaamse gezondheidszorg verkeert.
“Tape in plaats van pleisters”
“Ik begon op de kinderafdeling en daar viel het mij op dat er weinig spullen waren. Soms waren er zelfs geen pleisters en gebruikten ze tape. Wij gooien gauw iets weg, maar daar gebruiken ze het nog eens. Ook was er een tekort aan beademingsapparatuur. De plastic bedden waren vaak hard en oud. Daar werd minder aan pijnbestrijding gedaan dan in Nederland. Vaak geen ruggenprik of andere pijnstillers. Het verzorgen van wonden gebeurt ook anders. Iedereen met verschillende wonden werd op dezelfde manier behandeld, waardoor het infectiegevaar groot was. Geen maatwerk. Het personeel spreekt alle patiënten met u aan, maar verder zijn ze in de benadering vrij hard, vond ik. Als er iets kapot ging moest de technische dienst het repareren, terwijl in Nederland iets nieuws besteld wordt. Zij leven voor een groot deel van donaties, het ziekenhuis kan niet zomaar iets nieuws kopen.”
Suriname in 6 maanden: de problemen en de schoonheid
Het verhaal van deze Nederlandse stagiaire, haar eerste niet al te positieve indrukken van Suriname en het werken in een ziekenhuis, geeft te denken en is een bevestiging – gezien door de ogen van een Nederlandse stagiaire uit het Drentse Hoogeveen – van hoe Suriname er vandaag de dag voor staat.
Maar, tegenover de problemen in de gezondheidszorg, de problemen van het alom aanwezige afval en wegen vol gaten en kuilen, heeft deze Nederlandse stagiaire ook de mooie kanten van Suriname mogen ervaren: de natuur en het binnenland.
PK/DvhN