“Reizigers gebruiken Suriname als tussenstop en dat is iets dat we niet kunnen toelaten”
De regering heeft ingaande 1 juli de visumplicht voor reizen naar Suriname afgeschaft, met als doel het bevorderen van toerisme, aantrekken van investeerders en om Surinamers die in het buitenland wonen tegemoet te komen. Deze maatregel is in de afgelopen periode geëvalueerd, waarbij besloten is enkele wijzigingen door te voeren. De besluiten hieromtrent zijn genomen tijdens de regeringsvergadering van woensdag 19 april onder leiding van president Chandrikapersad Santokhi. Bij de evaluatie is onder meer geconstateerd, dat reizigers veel gebruik maken van de regeling om Suriname als tussenstop te gebruiken.
“Dat is iets dat we niet kunnen toelaten”, zegt minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS). Ingaande 1 mei – met een overgangsperiode van twee weken die reeds is ingegaan – zal de visumplicht worden ingesteld voor een geselecteerde groep landen. Het gaat volgens de bewindsman om 21 landen waarvan frequent passagiers niet voor de juiste redenen naar Suriname reizen. Onder die landen onder andere Venezuela en India.
“We willen niet gezien worden als een doorvoerland of een land dat mogelijkerwijs mensensmokkel en illegale personenverkeer faciliteert”, zegt de bewindsman. Landen in Zuidoost-Azië, Afrika en de Caribische regio zullen nu onder de visumplicht vallen.
De BIBIS-minister legt uit, dat dit besluit valt binnen de regelgeving die bij de goedkeuring van de afschaffing van de visumplicht geaccepteerd was. De regelgeving voorziet in het treffen van additionele voorzieningen bij bepaalde landen, indien nodig. “De oorspronkelijke bedoeling was om de toegang tot Suriname voor alle landen, zonder enige vorm van discriminatie, te vergemakkelijken voor toeristische doeleinden en zakenbezoek. Grotendeels is dat doel voor meer dan 90 procent gerealiseerd”, stelt minister Ramdin.
Hij benadrukt dat het een kleine groep betreft voor wie de visumplicht nog zal gelden. “Het is best mogelijk dat we in de toekomst nog meer landen onder een visumplicht moeten plaatsen. Migratie is zo oud als de mensheid zelf en mensen gaan altijd voor een beter bestaan, maar we moeten ook kijken naar het nationaal belang”, aldus de bewindsman.