Macro-econoom Karel Eckhorst (54) onderhandelt namens Suriname met zijn werkgever, het Internationaal Monetair Fonds, IMF. In een uitgebreid interview met de Volkskrant gaat Eckhorst zaterdag 15 april openhartig en kritisch, ook naar de regering Santokhi-Brunswijk toe, in op de financieel-economische crisis waarin Suriname verkeert.
Over het feit dat hij, werkzaam bij het IMF, met nota bene zijn werkgever onderhandelt voor Suriname, zegt hij dat hij daarvoor tijdelijk toestemming had gekregen van het ethisch comité van het IMF. “Zoiets gebeurt wel eens, vooral bij kleine landen die anders niet de capaciteiten hebben om dit soort zaken rond te krijgen.”
Tolk
‘Ik zie mezelf als een tolk die beide talen verstaat. Ik vertaal wat Washington zegt naar wat Paramaribo begrijpt, en omgekeerd. Het IMF werkt bijvoorbeeld met strakke regels en protocollen. Ik heb in Suriname moeten uitleggen dat je niet zomaar de directeur van het departement Westelijk Halfrond kan opbellen. Eerst moet je A doen, dan gaat het naar B, en dan pas komt het bij die directeur terecht. Omgekeerd vraagt Suriname bijvoorbeeld om meer flexibiliteit om sociale programma’s uit te voeren. Eigenlijk komt dat neer op meer financiële ruimte, moet ik dan vertalen. En vervolgens moet ik terugvertalen dat die ruimte niet oneindig rekbaar is”, aldus Eckhorst over zijn werkzaamheden.
“Politiek niet te verkopen”
“Het IMF wil bijvoorbeeld dat de prijzen in de elektriciteitssector snel marktconform worden, en er dus een einde komt aan de hoge subsidies. Maar dan moet ik uitleggen dat dit politiek niet te verkopen valt in Suriname, want anders krijg je daar rellen op straat. Economie is meer dan optellen en aftrekken, meer dan het oplossen van macro-economische sommetjes.’
‘Twintig jaar geleden kreeg het IMF het verwijt dat het niet geïnteresseerd was in wat landen vonden. Als jullie voor hulp aankloppen, was het idee, dan moeten jullie het zó doen. Hetzelfde model dus voor Malawi, Bangladesh en Suriname, waarbij er amper rekening werd gehouden met de sociale en culturele gevoeligheden en eigenaardigheden in die landen. Je probeert om een economie in een slecht zittende mal te persen, en natuurlijk gaan er dan dingen mis en roept het weerstand op. Om zijn bestaansrecht te behouden, moest het IMF zich daarom aanpassen.”
Voorgevoel
Kort na zijn aantreden als hoofdonderhandelaar, oktober 2020, kreeg Eckhorst de overheidsfinanciën onder ogen. “Tegenover elke 100 dollar die de economie voortbracht, stond een overheidsschuld van 140 dollar. Er was een begrotingstekort van 20 procent, en dat in een jaar dat de economie met 16 procent kromp.’
Een totale verrassing waren die dramatische cijfers voor Eckhorst niet. ‘Ik had een voorgevoel, want ik had de campagnes voor de verkiezingen eerder dat jaar via YouTube gevolgd en moest daarbij steeds mijn hoofd schudden. Er was wel sprake van extra uitgaven, maar niet van oplossingen voor de immense economische problemen.’
Ambtenaren
Het Volkskrant-artikel schetst ook een beeld van de contacten van Suriname met het IMF sinds 2016 en het vermeend economisch beleid van twee regeringen Bouterse. Zo is te lezen, dat Bouterse “enorme aantallen ambtenaren in dienst nam”.
Eckhorst daarover: ‘Een economie met de omvang van Suriname moet hooguit 25 duizend ambtenaren hebben. In Suriname zijn dat er ongeveer 55 duizend, dat is zo’n 37 procent van de beroepsbevolking, gebaseerd op actuele schattingen van het Algemeen Bureau voor de Statistiek.’
Volkswoede
Het IMF heeft nu al bijna een jaar geen geld overgemaakt, omdat Suriname maar niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. Huidig president Chandrikapersad Santokhi zegt wel steeds dat hij de daartoe benodigde hervormingen wil doorvoeren, maar lijkt er in de praktijk voor terug te deinzen. Want de Surinaamse bevolking lijdt onder de immense inflatie van meer dan 50 procent op jaarbasis. Veel Surinamers komen nauwelijks rond zonder financiële steun van familie uit het buitenland. Toen de regering begin dit jaar opeens toch een reeks bezuinigingsmaatregelen uitvoerde, waaronder de stapsgewijze afbouw van brandstofsubsidies, was een eruptie van volkswoede het gevolg, zo schrijft de Volkskrant.
“Je moet eerst door de pijn heen”
“Dat krijg je als een regering steeds verkondigt, dat het IMF eisen stelt, terwijl ons Surinamers absoluut geen mes op de keel is gehouden. We hebben zelf die maatregelen voorgesteld om het grote begrotingstekort te dichten. Het is ook belangrijk om aan verwachtingsmanagement te doen. Je krijgt niet meteen een stukje verlichting als het IMF in beeld komt. Eerst moet je door de pijn heen. Het is net alsof je over een sloot moet springen. Je doet dat ook niet van aan de rand, maar door eerst een paar stappen achteruit te zetten”, legt onderhandelaar Eckhorst uit.
Invloed lobbyisten
Hij stelt dat de regering meer moet doen om inkomsten te genereren uit de kleinschalige goudwinning. Maar, aldus Eckhorst, dat gebeurt niet.
‘Lobbyisten uit deze sector hebben invloed tot in de hoogste regionen van de regering. Het IMF probeert niet alleen financiële ondersteuning te bieden, maar ook de instituten van een land te versterken. De hoop is dat daardoor de corruptie en vriendjespolitiek afneemt. Zo eist het IMF dat er nu eindelijk eens een anti-corruptie commissie wordt samengesteld. De wetgeving daarvoor is al in 2019 aangenomen.
Ook moet de Belastingdienst voldoende reikwijdte hebben om het geld te halen waar het zit, en er moeten wetten komen die mensen dwingen om een eerlijk deel te betalen aan de overheid. Anders krijg je scheve herverdelingsmechanismen die steeds weer de druk leggen op de armsten in de samenleving, terwijl een kleine groep stinkend rijk wordt.’
Eckhorst: “De uitdagingen zijn immens, maar het geloof is er. Zowel bij Suriname als aan de kant van het IMF. Maar, olie gaat de problemen niet oplossen, net als bauxiet en goud dat tot nu toe niet hebben kunnen doen. Het is fundamenteler. Onze economie is te sterk afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen. We hebben perioden gekend waarin we die paar miljarden hebben binnengehaald. En toch hebben we al twee keer op de stoep gestaan bij het IMF.’
Leiderschapsprobleem – “Het kan en moet veel beter”
Onderhandelaar Eckhorst is stellig, duidelijk: ‘We hebben uiteindelijk geen geldprobleem, maar een leiderschapsprobleem. Met wat we als land nu al verdienen zonder olie en gas, zouden we iedereen een menswaardig bestaan moeten kunnen geven. Maar daarvoor moet er wel een betere herverdeling plaatsvinden. Ik zet niemand weg als een slechte leider, ik zeg alleen dat niet altijd de juiste beslissingen worden genomen, of dat die uitblijven. Zo praten we al meer dan een jaar over het verhogen van de overheidsinkomsten, geld dat de overheid dan ook kan uitgeven. In de uitvoering van de begroting voor 2023 zien wij enkele stappen in de juiste richting. Maar ,het kan en moet veel beter.”