Het programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is door verschillende factoren niet succesvol in Suriname. Het programma heeft immers de structurele problemen in de economie niet kunnen aanpakken. Het IMF-programma is er niet in geslaagd economische diversificatie aan te moedigen, de inflatie terug te dringen of de handelstekorten terug te dringen. Het is evenmin in staat geweest om investeringen en economische groei te stimuleren.
Staatsschuld
Ook heeft het IMF-programma de staatsschuld niet kunnen aanpakken. Die schuld is te hoog en de regering heeft tot nog toe deze niet kunnen terugbetalen. De schulden zijn juist gestegen door de rente toeslagen. Dit heeft geresulteerd in een hoge schuldendienst ratio, wat ertoe heeft geleid dat de regering de overheidsuitgaven heeft verlaagd en de belastingen heeft verhoogd. En ze wenst ook de subsidies te verminderen en ook volledig weg te halen. Hierdoor is er minder geld beschikbaar voor investeringen en economische ontwikkeling.
Gebrekkige infrastructuur
Ten derde is het IMF-programma er niet in geslaagd het gebrek aan infrastructuur en middelen aan te pakken. Suriname heeft niet kunnen investeren in infrastructuur, wat heeft geresulteerd in een gebrek aan efficiënte transport- en communicatienetwerken. Hierdoor is een knelpunt in de economie ontstaan, wat de economische groei heeft belemmerd.
Corruptie
Ten slotte is het IMF-programma er ook niet in geslaagd het corruptieprobleem aan te pakken. Corruptie is een groot probleem geweest en heeft geresulteerd in een gebrek aan verantwoording en transparantie in de economie.
De economische crisis is echter ontstaan door slecht beleid in de vorm van een leenbeleid van de regering Bouterse-Adhin. Schulden gemaakt wetende, dat ze niet terugbetaald zouden kunnen worden Tot nu weet niemand of de geleende middelen juist zijn besteed en of de aanbiedingen, de facturen juist zijn gemaakt. De huidige regering heeft geen stap in de richting gezet deze te publiceren op grond van openbaarheid van bestuur. Hierdoor ontstaat het wrang gevoel, dat mensen mogelijk personen in bescherming nemen.
Het IMF is opgericht na de Tweede Wereldoorlog om voornamelijk West-Europa te helpen na diens vernietiging. Gaandeweg hebben zij landen bij gevoed die door slecht beleid en/of wereldse catastrofe hun economie niet op spoor konden brengen. Gezien de lage rente van ruim 2% hebben regeringen weinig keus ten opzichte van commerciële banken. De eisen zijn echter van dien aard, dat een reeds verarmd volk met hun eisen richting hun “graf” wordt gebracht.
Een volk dat niet voor de ellende heeft gezorgd, en een kleine groep van mensen die steeds vrijuit gaan. Politici zien het volk als slachtoffer en noemen dit een bijkomstige schade, collateral damage.
Onder druk
Vooralsnog heeft het IMF nergens bewezen, dat haar model werkt en is steeds aan het experimenteren in arme landen, die geen kader in huis hebben en nog minder goede instituten. De schulden die zijn gemaakt zijn nu niet meer terug te betalen en de economie is zo verzwakt dat het land geen kans meer heeft op economische groei. Het IMF maakt hiervan gebruik om de regeringen onder druk te zetten en hun eisen op te leggen.