“Het was een groot genoegen om vanmiddag de Surinaamse schrijfster en historicus Cynthia McLeod te mogen ontvangen. Een icoon die al decennialang een belangrijke rol speelt in het bespreekbaar en zichtbaar maken van het slavernijverleden”, zo stelde de Nederlandse premier Mark Rutte dinsdag via social media.
Hij ontving McLeod p[ het ministerie van Algemene Zaken in Den Haag. “Haar kennis over het slavernijverleden in Suriname is indrukwekkend en klinkt door in al haar werk, zoals in haar bekende boek ‘Hoe duur was de suiker?’ Het is belangrijk dat we het gesprek over het slavernijverleden breed blijven voeren en samen invulling geven aan de komma na de excuses die ik in december namens de regering mocht uitspreken”, aldus de Nederlandse premier.
Literaire werken
Cynthia McLeod is alom bekend en enorm geliefd. vooral voor haar literaire werk. Zij heeft een aantal opmerkelijke prestaties op haar naam staan, waaronder als auteur van meerdere boeken, waaronder historische romans, biografieën en literaire werken. Haar bekendste werk is “Hoe duur was de suiker?”, een roman over het leven van slaven in Suriname tijdens de Nederlandse koloniale periode. McLeod is ook een bekende historicus. Ze heeft veel onderzoek gedaan naar de geschiedenis van Suriname en heeft artikelen gepubliceerd in verschillende tijdschriften en kranten. Zij is ook actief geweest als activiste voor de rechten van vrouwen en minderheden in Suriname. Zij heeft zich ook ingezet als specialiste op het gebied van het behoud en de promotie van het cultureel erfgoed van Suriname.
Met haar veelzijdige werk heeft Cynthia McLeod bijgedragen aan de culturele en historische rijkdom van Suriname, en heeft ze de aandacht gevestigd op de complexe en soms pijnlijke geschiedenis van Suriname en de inwoners.
Het was een groot genoegen om vanmiddag de Surinaamse schrijfster en historicus Cynthia McLeod te mogen ontvangen. Een icoon die al decennialang een belangrijke rol speelt in het bespreekbaar en zichtbaar maken van het slavernijverleden. pic.twitter.com/RaYe8f5Wv1
— Mark Rutte (@MinPres) April 11, 2023