Grondwet kiesstelsel en economische performance 5 – Deel 1

Wat is er mis met onze grondwet?

Het is de grondwet welke bepaalt welk kiessysteem en welk regeersysteem wij hebben. Er wordt meestal een keuze gemaakt tussen parlementarisme versus presidentialisme. Onze grondwet echter blinkt uit in onduidelijkheid en plaatst uiteindelijk praktisch de macht bij de president omdat die ook vaak partijleider is, partijvoorzitter is en omdat de andere coalitiepartijen te laks zijn om de president te corrigeren. Onze presidenten lopen vaak kilometers naast hun schoenen dankzij deze grondwet. Ik herinner mij dat in de eerste periode van het presidentschap van Venetiaan, Jagernath Lachmon voorzitter van de VHP afgereisd was naar Nederland en daar besprekingen voerde met Nederlandse politici.

Venetiaan was hierover niet te spreken want de voorzitter van de VHP toevallig ook voorzitter van de Nationale assemblee bemoeide zich met zaken die op het terrein van hem lagen. Daarom noem ik ons presidentieel systeem het stamhoofdsysteem omdat het ertoe leidt dat onze presidenten zich gedragen als stamhoofden en die zijn begiftigd met de cultuur van command and control. Men is geen democraat, volgens Wilson (Wilson, Stacey-Ann. (2012). Politics of identity in small plural societies. New York: Palgrave McMillan) hechten mensen van Afrikaanse afkomst minder waarde aan democratie. Macht heeft bij minder ontwikkelde mensen, bij primitieve mensen, een magische betekenis, ze kunnen met macht datgene verwerven wat ze anders misschien nooit zouden kunnen hebben.

Grondwetten moeten meer worden gezien als instrumenten voor het bereiken van algemene billijkheid en rechtvaardigheid dan als instrumenten voor het efficiënt nastreven van specifiek overheidsbeleid.

Echter wat de praktijk sinds 1987 aantoont is dat de grondwet van 1987 tezamen met de kiesregeling zeer slechte bestuurders, met uitzondering van Ram Shankar, heeft voortgebracht die het land in een vrije val richting het niveau van Haïti en Timboektoe hebben gestuurd. Met deze praktische ervaring moet het voor een ieder duidelijk zijn dat deze grondwet tezamen met de kiesregeling inhoudende een volstrekt districten kiesstelsel, naar de prullenmand moet. Een beter bewijs voor het niet deugen van grondwet en kiesregeling is er niet. Wij gaan van crisis naar crisis. Elke idioot denkt nu dat hij president van het land kan worden. Daarom volgt hier een korte analyse van de tekortkomingen van de huidige grondwet.

Tegenstrijdigheden en onduidelijkheden in de grondwet

De grondwet moet tot doel hebben het maximaliseren van volkssoevereiniteit. Als systeem die orde discipline en richting moet geven aan de samenleving dient het een sluitend systeem te zijn.

Een van de grootste gebreken van de huidige grondwet is het ontbreken van een artikelsgewijze toelichting.

Verder ontbreekt een voorziening voor het geval president en vicepresident tegelijk komen te ontvallen dan wel niet in staat zijn om hun functie te kunnen vervullen.

Volgens de grondwet bewust de uitvoerende macht bij de president (artikel 99) echter de Raad van ministers is het hoogste uitvoerende en administratieve orgaan van de Regering

(artikel 119). De meeste wetten en staatsbesluiten leggen ook de bevoegdheid tot handelen in handen van ministers, de president zelf heeft slechts enkele uitvoerende bevoegdheden.

Wij kennen een partij democratie, dat wil zeggen dat de regering is samengesteld uit gekozen partijen. De bevolking als geheel wordt vertegenwoordigd door partijen. Echter de kwaliteit van de vertegenwoordiging en het nastreven van het ‘grotere goed’ voor de samenleving, namelijk het bieden van vrede, welvaart en welzijn aan haar burgers, wordt beperkt door de kwaliteit van de democratie binnen de politieke partijen. De meeste politieke partijen in Suriname voldoen niet aan de eisen zoals gesteld in de wet op de politieke partijen. Maar omdat het ministerie van Justitie en Politie sterk gepolitiseerd is, komen de partijen weg met wanbestuur en wanbeleid.

Deze grondwet kent geen demissionaire periode.

Onze president heeft de bevoegdheid om besluiten van de Raad van ministers en van ministers te schorsen (artikel 110). Dat is een vorm van negatieve macht welke ervoor zorgt dat ministers in feite simpele uitvoerder zijn en dat het hele regeren door de president moet geschieden. Hij moet nadenken voor alle ministers hij neemt alle beslissingen hij weet alles. En dat met vaak een matig niveau van algemene ontwikkeling, weinig of geen ervaring in de productiesector, weinig of geen wetenschappelijke bagage, weinig of geen intellectuele capaciteit, weinig of geen kennis van de werking van de economie, weinig of geen kennis van hoe economische ontwikkeling tot stand te brengen, et cetera kortom met een volslagen gebrek aan capaciteit om het land te ontwikkelen of op te bouwen. 

We merken thans dat de huidige president dag in dag uit aan het vergaderen is met alle mogelijke groepen. Werk dat gedaan zou moeten worden door ministers met eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid. Trouwens 99.9 9% van alle wetten geeft de minister de bevoegdheid tot handelen. Er zijn weinig wetten die de bevoegdheid tot handelen in handen van de president legt. 

En wat is de output?

En precies daar gaat het mis immers de president is niet rechtstreeks gekozen door het volk. Hij is gekozen door slechts minimaal 34 mensen dat is de tweede derde meerderheid in de Nationale Assemblee. Dus onze president heeft geen mandaat. 

(Morgen deel 2)

Richard B. Kalloe

error: Kopiëren mag niet!