Suriname gaat met de op 17 november vorig jaar door het parlement goedgekeurde Wet ter voorkoming en bestrijding van Money Laundering en Terrorismefinanciering, de zogeheten witwaswet, een “re-rating” aanvragen bij de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF).
Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie maakte vorige week in het parlement hiervan gewag. Hij verwacht een positieve herbeoordeling van het CFATF. De brief met daarin de aanvraag voor re-rating zal uiterlijk 12 april naar het CFAFT gaan. De minister maakte er ook melding van, dat de regering het Amerikaans onderzoeks- en risicoadviesbureau Kroll in de arm heeft genomen om een tweede Nationaal Risico Analyse (NRA) te doen voor Suriname.
De Wet Bestrijding en voorkoming van Money Laundering en Terrorisme Financiering behelst het samenvoegen van de Wet Ongebruikelijke Transacties (WOT) en de Wet Identificatie Dienstverleners (WID). De samenvoeging biedt de mogelijkheid tot het invoeren van uniforme regelingen voor alle instellingen die clientenonderzoeken moeten uitvoeren en die onder de meldingsplicht vallen, voor het bewaren van gegevens en het toezicht op de naleving van voorschriften
CFAFT
Het CFAFT is een organisatie die bestaat uit vierentwintig staten in het Caribisch gebied, Midden- en Zuid-Amerika die zijn overeengekomen om gemeenschappelijke tegenmaatregelen te nemen om het probleem van het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de financiering van de verspreiding van massavernietigingswapens aan te pakken. Het belangrijkste internationaal orgaan dat zich hiervoor inzet is de International Financial Action Task Force (FATF), die in 1989 door de G-7 landen is opgericht.
Tijdens een 55e plenaire vergadering van het CFATF in december vorig jaar op de Cayman Islands is Suriname bij de evaluatie van landenrapport hoewel positief beoordeeld, gewezen op een aantal tekortkomingen bij het implementeren van maatregelen om witwaspraktijken en terrorismefinanciering tegen te gaan.
Suriname heeft tot november dit jaar de tijd om de maatregelen aan de hand van 40 aanbevelingen van het FATF aan te pakken.
Er is het Project Implementation Unit (PIU) ingesteld die samen met de Anti-money laundering commissie werkt aan de verschillende zaken die gedaan moeten worden.
Topprioriteit
Eerder heeft president Chandrikapersad Santokhi hierover gezegd dat het implementeren van maatregelen in het kader van de FATF aanbevelingen de komende maanden topprioriteit geniet van de regering. Het niet voldoen aan de FATF aanbevelingen kan ernstige gevolgen hebben voor het internationaal financieel verkeer van Suriname. Suriname loopt de kans om ge-greylist of ge-blacklist te worden in het internationaal financieel verkeer. De president noemde onder meer de ordening van de goudsector. Daarbij gaat het onder andere om het inzichtelijk maken van de geldstromen binnen de sector.
Andere wetten
Naast de witwaswet, de wet ter bestrijding van money laundering en terrorismefinanciering die in november vorig jaar door de Nationale Assemblee is goedgekeurd, zijn er nog drie wetten die in het kader van de CFATF-en FATF-aanbevelingen goedgekeurd moeten worden. Het gaat om de nadere wijzigingen in de Wet Casinowezen, de Wet Toezicht en Controle Kansspelen en de Loterijwet. Met de behandeling van de desbetreffende ontwerpwetten is vorig jaar door het parlement reeds begonnen. De behandeling bevindt zich in de tweede ronde van behandeling.
De behandeling van de ontwerpwetten is op 15 november vorig jaar verdaagd. De reden hiertoe was, dat het parlement er niet tevreden over was, dat de minister Amoksi van Justitie en Politie de door hen gedane voorstellen voor ordening en regulering van het casino- en kansspelen gebeuren niet heeft meegenomen in de gewijzigde wetsvoorstellen. Waar het bij Assembleeleden van zowel de oppositie als de coalitie onder meer om gaat is, dat de ontwerpwetten het maatschappelijk probleem van gokken en de aanwezigheid van teveel bettingskantoren onvoldoende adresseert.
Ordening en regulering bij wet
Met betrekking tot de Casinowet vinden Assembleelden ook dat in de wet de minimale criteria moeten worden opgenomen waaraan men dient te voldoen bij de aanvraag van een casinovergunning. De regering stelt voor deze criteria in een staatsbesluit te regelen. Assembleeleden, vooral die van de oppositie, gaan daar absoluut niet in mee.
Vorige week heeft Mahinder Jogi (VHP) tijdens de debatten over de koersontwikkeling voorgesteld de voortzetting van de behandeling van de ontwerpwetten weer gauw op de agenda te plaatsen. Jogi heeft zich altijd een grote tegenstander getoond van het heel gebeuren rond casino- en kanspelgebeuren in het land. Hij vindt dat hiermee veel geld uit de samenleving wordt onttrokken. Dat geld wordt omgezet in vreemde valuta om naar het buitenland te worden overgemaakt.
Afgezien van de negatieve sociale en economische gevolgen van casino’s en de vele bettingskantoren, vindt Jogi dat daarom zaken beter in wetten geregeld moeten worden.
SS