Liesbeth Zegveld, advocaat van de nabestaanden en een overlevende van de Rijswijkse vergismoorden uit 1985, krijgt plotseling de volledige medewerking van het Openbaar Ministerie (OM). Via Officier van Justitie Thijs Berger is haar de toegang tot het volledige cold-case dossier over de Rijswijkse moorden toegezegd. Het OM wil, binnen de juridische mogelijkheden, zoveel mogelijk medewerken, zo laten de nabestaanden woensdag 29 maart weten.
Dit is een verrassende wending, nadat Zegveld eind vorig jaar een verzoekschrift aan de Staat had gericht om inzage in alle relevante documenten rond de Rijswijkse moorden.
De nabestaanden cs. zijn voorzichtig optimistisch en hopen dat ze eindelijk na ruim 38 jaar antwoorden krijgen op deze politiek geladen zaak.
Rijswijkse moordzaak
In de nacht van 7 op 8 maart 1985 werd in Rijswijk een gewelddadige aanslag gepleegd op een amateur muziekband. Hierbij werden drie mannen geëxecuteerd en vielen twee zwaargewonden. De zaak werd bekend als de Rijswijkse moordzaak.
Bouterse
Vast is komen te staan dat de aanslag niet bedoeld was voor de band, maar voor de Bevrijdingsraad voor Suriname, die in hetzelfde gebouw gehuisvest was. De Bevrijdingsraad behoorde tot de tegenstanders van legerleider Desi Bouterse. Al snel doken er geruchten op over de betrokkenheid van Bouterse (als opdrachtgever) bij de aanslag. De zaak is nooit opgelost.
Verzoekschrift
”Op basis van dossiers ligt de reële mogelijkheid voor dat de Nederlandse Staat zijn politieke verhoudingen met Suriname verkoos boven zijn plicht om de Rijswijkse moordzaak afdoende te onderzoeken en de daders ter verantwoording te roepen. Anders gezegd, het heeft er de schijn van dat de Rijswijkse moordzaak in de doofpot is verdwenen“, aldus het verzoekschrift van advocaat Zegveld.