Indien, zoals door de regering aangekondigd, de Anti-Corruptie Commissie binnen twee maanden door de president zal zijn benoemd, en daarmee de Anti-Corruptiewet van 2017 in zijn volle omvang in werking zal treden, zullen publieke functionarissen verplicht zijn tot afgifte van een schriftelijke verklaring omtrent hun inkomen en vermogen.
Artikel 9 van de Anti-Corruptiewet voorziet in de bepaling dat publieke functionarissen verplicht zijn een naar waarheid opgemaakte verklaring van hun persoonlijk en inkomen en vermogen, met vermelding van de bronnen daarvan, bij de notaris in bewaring te geven. Voor zover van toepassing zullen de publieke functionarissen ook opgave moeten doen van aandelenbezit en de waarde van aan stichtingen geleverde zaken en als zodanig door een stichting verkregen zaken.
Na indiening van de verklaring bij de notaris verkrijgt betrokken publieke functionaris daarvan een ontvangstbewijs. Het ontvangstbewijs doet de publieke functionaris daarna ter registratie toekomen aan de Anti-Corruptie Commissie.
Ontvangstbewijs registreren
Het registreren en het beheer van de ontvangstbewijzen van de bij de notaris in bewaring gegeven verplichte verklaringen omtrent inkomen en vermogen behoort tot de taken van de Anti-Corruptie Commissie. Het betreft uitsluitend het ontvangstbewijs. De Commissie draagt geen kennis van de financiële informatie van de aan de notaris in bewaring gegeven verklaring. Slechts de procureur-generaal is daartoe bevoegd.
Het beheer van het register omvat onder meer het “up to date” houden van de data, met waarborging van de vereiste geheimhouding. Met de administratieve uitvoering van het beheer is belast het bureau van de Commissie.
In artikel 9 van de Anti-Corruptiewet worden expliciet genoemd wie de publieke functionarissen zijn, die een verplichte verklaring omtrent hun inkomen en vermogen dienen af te geven bij de notaris.
Het gaat onder meer om leden van de regering, de Nationale Assemblee, de Staatraad, de Sociaal-Economische Raad, de rechterlijke macht, de Rekenkamer, directeuren, onderdirecteuren en diensthoofden van het Kabinet van de President en het Kabinet van de Vicepresident, directeuren, onderdirecteuren belast met de leiding van (onder)directoraten, alsmede diensthoofden van de departementen van algemeen bestuur en van staatsinstellingen. Verder Inspecteurs der Directe Belastingen en Inspecteurs der Invoerrechten en Accijnzen, Districtcommissarissen en Districtssecretarissen, Ambtenaren in diplomatieke dienst, leden van Raden van Toezicht en Raden van Commissarissen, leden van de gewapende machten dienende in een bij Staatsbesluit nader te bepalen functie/rang, ambtenaren werkzaam bij de Dienst Grondinspectie en beëdigde Staatslandmeters.
SS