Iedereen wil graag op een zinvolle wijze deelnemen aan de samenleving, zonder zich voortdurend zorgen te hoeven maken over voeding, huisvesting, veiligheid, scholing, werk of inkomen. De ontwikkelingen in Suriname hebben de bestaanszekerheid van de bevolking ernstig aangetast. Velen kunnen zelfs niet meer volledig in de primaire fysieke behoefte aan voedsel voorzien. Boodschappen zijn onbetaalbaar, kinderen gaan zonder ontbijt naar school. Deze dagelijkse zorgen beperken de mentale weerbaarheid en de ruimte voor mensen om maatschappelijk hun weg te vinden. Zij zijn alleen nog maar bezig met overleven.
Een belangrijke oorzaak hiervoor is het gebrek aan financiële stabiliteit in Suriname. Dit is het gevolg van wanbeleid van regeringen. De overheid en de parastatale bedrijven zijn financieel uitgehold, de staatsschuld is veel te groot, rente en aflossing kunnen niet meer worden betaald. De overheid heeft te weinig inkomsten om aan haar verplichtingen te voldoen. Dat wordt niet in de laatste plaats veroorzaakt doordat lanti inmiddels bijna 60.000 personen op de loonlijst heeft staan. Ondanks alle goede voornemens is de huidige regering doorgegaan met het accommoderen van familie en vrienden.
Bestaanszekerheid draait voor een groot deel om inkomen, maar het betreft meer. Een slechte gezondheid, financiële problemen, een bouwvallige woning of een onveilige leefomgeving, leiden tot sociale uitsluiting en criminaliteit. Iemand die zich aan alle regels houdt en een gewone baan heeft kan zich geen groot huis en een mooie auto permitteren. Toch staan er veel fraaie woningen in Suriname en rijden er veel luxe SUV’s rond. Er is sprake van een forse parallelle economie. Het is belangrijk om ontsporing van de samenleving te voorkomen en individuele burgers weer op het goede pad te krijgen. Daarvoor is allereerst financiële stabiliteit nodig.
Financiële stabiliteit betreft niet een individu maar Suriname als geheel. Het is een situatie waarbij het financiële stelsel, het geheel van banken, verzekeraars, betalingsverkeer, nationale munt, centrale bank en overheid, goed functioneren en bestand zijn tegen schokken. Het belang van financiële stabiliteit is dat de waarde van het geld en de prijzen stabiel zijn, waardoor personen en bedrijven weten waar zij aan toe zijn en kunnen plannen en investeren. Pensioenbeleggingen, investeringen en rendementen behouden hun waarde. Er is vertrouwen bij personen en bedrijven die economische activiteiten ondernemen. Het trekt beleggers van elders aan. Financiële stabiliteit wordt bereikt door de inzet van alle betrokken partijen, de financiële sector, de toezichthouder, de centrale bank en de overheid.
De financiële sector moet goed georganiseerd zijn, geen onverantwoorde risico’s nemen en toegankelijk zijn voor iedere persoon en elk bedrijf, vanzelfsprekend alleen wanneer zij zich ook netjes aan de regels houden. In Suriname worden sommige banken te veel beïnvloed door politici en grote ondernemers, die de bank vooral zien als een vehikel voor hun eigen gewin. Dat is uitermate ongewenst. Een directielid waartegen ernstige verdenkingen van molest zijn geuit, wordt desondanks gehandhaafd omdat het aandeelhouders en commissarissen op dubieuze gronden beter uitkomt. Het ondernemingsbestuur in Suriname moet op dat punt veel beter zodat banken daadwerkelijk onafhankelijk en integer kunnen opereren. Wisselkantoren zijn in Suriname een ‘noodzakelijk kwaad’ omdat de samenleving vanwege de zwakke Surinaamse dollar veel gebruik maakt van Amerikaanse dollars en euro’s. Bij voorkeur zouden deze wisselkantoren niet bestaan, of slechts voor toeristen die buitenlands geld willen wisselen.
Het toezicht op de financiële sector en de functie van centrale bank worden in Suriname beide door de Centrale Bank van Suriname vervult. Dat is internationaal niet ongebruikelijk, hoewel deze functies soms ook onafhankelijk zijn. Het is belangrijk dat het toezicht op de financiële sector degelijk wordt uitgeoefend om te voorkomen dat een instelling onverantwoorde risico’s neemt of zelfs in financiële problemen raakt. Gelet op de affaires in de afgelopen jaren bij de Surinaamse banken, mag worden geconcludeerd dat de centrale bank steken heeft laten vallen en door bemoeienis van de minister van Financiën in haar onafhankelijkheid is aangetast.
De Centrale Bank van Suriname speelt een centrale rol bij de koersontwikkeling van de Surinaamse dollar. De koers zou gestabiliseerd moeten worden doordat de bank voldoende deviezenreserves aanhoudt tegenover het Surinaamse geld dat in omloop is. Hier is het de afgelopen jaren volledig fout gegaan. De bank is jarenlang misbruikt voor monetaire financiering waardoor de vordering op de staat tot astronomische proporties is opgelopen. Een centrale bank mag de staat natuurlijk niet financieren. De staat moet zelf geld aantrekken, bijvoorbeeld met obligaties. Tot overmaat van ramp heeft de centrale bank in 2019 de kasreserves van de algemene banken misbruikt voor de aankoop van ‘aardappelen en uien’. In de afgelopen jaren heeft de centrale bank miljardenverliezen geleden die als vordering op de staat zijn geboekt. De centrale bank is technisch failliet en wordt op de been gehouden door de kasreserves van de algemene banken, die voorlopig niet kunnen worden terugbetaald.
De huidige regering pochte laatst dat de centrale bank inmiddels weer beschikt over deviezenreserves van ongeveer USD 1 miljard. Volgens de weekbalans van 10 maart betreft dat SRD 3,1 miljard aan goud en SRD 32,8 miljard aan buitenlandse vorderingen en andere buitenlandse waarden. De regering verzuimde daarbij te vermelden dat alleen al de schulden aan de algemene banken, inclusief kasreserves en termijndeposito’s, SRD 27,7 miljard bedragen. Wetende dat onder International Financial Reporting Standards de grote vordering op de overheid als wanbetaler waarschijnlijk geheel moet worden voorzien, is de centrale bank financieel gesproken een lege huls. Ik vermoed dat de jaarverslagen over 2020 en 2021, die volgens International Financial Reporting Standards moeten worden opgesteld, daarom vertraging hebben opgelopen. Het is even slikken dat de vordering op de staat moet worden voorzien. Zolang de financiële positie van de centrale bank niet aanzienlijk verbetert, blijft de Surinaamse dollar zeer zwak en in waarde dalen.
De overheid tenslotte, is de derde partij die een belangrijke rol speelt bij de financiële stabiliteit. De huidige regering heeft de ondankbare taak om de puinhopen van de vorige regering(en) op te ruimen. Rond de verkiezingen in 2020 zijn te hoogdravende beloftes gedaan die niet waargemaakt kunnen worden. De financieel-economische en monetaire ontwrichting is zo groot dat decennia nodig zijn om uit het dal te komen. De regering kan zich er niet achter verschuilen dat zij dit niet wist. Iedereen wist het in grote lijnen, dus zeker de huidige bewindspersonen hadden het moeten weten. De overheid zal stelselmatig en langdurig meer inkomen moeten genereren dan er uitgaven zijn, om de verkwisting in het verleden en de enorme staatsschuld teniet te doen. Helaas worden veel goede initiatieven die in overleg met het IMF worden uitgewerkt, niet of met vertraging doorgevoerd, omdat zij de bevolking in de portemonnee raken. Aan de bomen groeit geen geld, dus het zijn burgers en bedrijven die extra belastingen en heffingen moeten ophoesten.
Zo hier en daar lijken door de regering goede initiatieven te worden genomen, maar er worden ook veel kapitale fouten gemaakt. Ik zal deze hier niet weer opsommen. De grote problemen worden niet merkbaar aangepakt. Het saneren van de staatsschuld lijkt vechten tegen de bierkaai. De grote schuldeisers geven al bijna drie jaar geen krimp, er is nauwelijks vooruitgang geboekt. Er waarom zouden zij ook, wetende dat Suriname op lange termijn veel olie hoopt te winnen? Dan kunnen ook de schulden worden afgelost. Zolang de regering er niet serieus werk van maakt om het overheidsapparaat te saneren door pakweg twee derde van de ambtenaren te laten afvloeien en de parastatale bedrijven drastisch te saneren, komt de begroting niet op orde. Ook het rigoureus aanpakken van illegale goudwinning en houtkap en het verhogen van royalty’s en heffingen worden niet gerealiseerd omdat dan de belangen van prominente ondernemers en bewindspersonen worden geraakt. De overheid lijkt ook geen grip te krijgen op de illegaliteit en de drugscriminaliteit. Ook hier zijn de belangen van invloedrijke personen groot.
Het zal met het tempo van hervormingen nog heel lang duren eer Suriname financiële stabiliteit herwint. Toch is dit noodzakelijk om het vertrouwen te herstellen en de waarde van de Surinaamse dollar te stabiliseren. Pas dan kan geleidelijk een economische opleving in gang worden gezet, misschien met investeringen uit het buitenland. Uiteindelijk plukken alle Surinamers daar de vruchten van, zodat zij zich niet alleen zorgen hoeven te maken over vandaag maar met voorzichtig optimisme ook weer naar morgen kunnen kijken.
Hans Moison