De zaak van ex-vicepresident Ashwin Adhin stond maandag 20 maart weer op de rol van het Hof van Justitie. Het Openbaar Ministerie (OM), vertegenwoordigd door waarnemend procureur-generaal Garcia Paragsingh, voerde het requisitoir.
Adhin wordt verweten enkele voormalige medewerkers te hebben aangezet om elektrische apparatuur en meubels van het Kabinet van de Vicepresident op onterechte gronden te hebben afgeschreven en deze daarna te hebben verduisterd en vernield. Hierbij zouden er valse documenten zijn opgemaakt. In opdracht van Adhin werden de documenten opgemaakt en de eerder bedoelde goederen zogenaamd afgeschreven.
Het OM acht alle feiten bewezen en deed een strafvoorstel van 12 maanden, waarvan 11 maanden en 3 weken voorwaardelijk, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, met een proeftijd van 3 jaren.
Met dit strafvoorstel hoeft Adhin niet terug de gevangenis in. Als bijzondere voorwaarde is geëist, dat Adhin de schade aan de apparatuur vergoed door soortgelijk apparatuur aan te schaffen voor het Kabinet van de Vicepresident, binnen 4 maanden nadat er vonnis is gewezen.
Het OM stelde, dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat Adhin verantwoordelijk kan worden gesteld voor de strafbare feiten, want als de apparatuur en het meubilair daadwerkelijk waren bedoeld voor het Dovencentrum, rijst de vraag waarom die na afschrijving niet terstond zijn afgestaan aan dit instituut. Het Kabinet van de Vicepresident beschikt over voldoende ruimte om de goederen op te slaan en vroeg de waarnemend procureur-generaal zich af waarom de goederen naar verschillende locaties zijn vervoerd.
Nadat de huidige president opriep om alle goederen in te leveren, werden deze goederen ingeleverd en zijn ze weer ingezet door het Kabinet van de Vicepresident. Inzake de schade aan de apparatuur zei het OM, dat deze schade inwendig is en dat het niet anders kan dan dat Adhin hiervoor verantwoordelijk gesteld kan worden, want uit het onderzoek zou niet zijn gebleken, dat derden deze schade hebben toegebracht.
Dergelijk handelen resulteert niet enkel in financiële schade voor de staat, maar schaadt ook het vertrouwen dat de samenleving stelt en moet kunnen stellen in een politieke ambtsdrager.
De verdachte heeft daar in het geheel geen rekening mee gehouden en zich slechts laten leiden door zijn eigen politieke belangen.
De advocaten van Adhin, Irvin Kanhai en Chandra Algoe, zullen op 17 april het pleidooi voeren in deze zaak.
In een eerste reactie aan de pers stelde Algoe, dat de verdediging eerder de waarnemend-procureur heeft aangeschreven en heeft aangeboden om de schade te vergoeden zonder schuld te erkennen, maar simpel op basis van zijn verantwoordelijkheid voor het Kabinet van de Vicepresident. De waarnemend-procureur-generaal heeft hierop nimmer gereageerd om dit nu als bijzondere voorwaarde te stellen. Hiermede had het hele strafproces voorkomen kunnen worden.