In een verzoekschrift aan het Hooggerechtshof op zondag voerde het Centrum aan dat het huwelijk “onvermijdelijk een verbintenis veronderstelt tussen twee personen van het andere geslacht” en dat dit concept niet “verstoort of verwaterd mag worden door gerechtelijke interpretatie”.
Het zei dat samenwonen en seksuele relaties tussen koppels van hetzelfde geslacht niet vergelijkbaar zijn met de “Indian Family Unit” – en drong er bij de rechtbank op aan om de betwistingen van de LGBT-gemeenschap af te wijzen.
Minstens vier homoparen hebben de afgelopen maanden een petitie ingediend bij de hoogste rechtbank om het homohuwelijk te legaliseren.