Sociale instellingen willen graag meer steun vanuit de regering om hun doelgroepen tegemoet te komen. Op 3 maart, tijdens voorgesprekken op weg naar de nationale dialoog, heeft president Chandrikapersad Santokhi geluisterd naar de problemen en aandachtspunten van de Stichting Wan Okasi, Stichting Huize Ashiana en de Stichting Social Army. De drie organisaties hebben de bijdrage van de regering gevraagd, zodat zij het werk naar hun doelgroepen effectief kunnen doen.
Stichting Wan Okasi zit onder andere met het probleem van zorgvervoer. Personen uit de doelgroep leven onder de armoedegrens en moeten ondanks hun SZF-verzekering voor medische kosten opdraaien. Ashiana-directrice Brenda van Daal en bestuursvoorzitter Erny Landveld vroegen de president aandacht voor de situatie bij het bejaardentehuis. De subsidies zijn vanwege de geldontwaarding niet meer toereikend. Daarnaast is er gesneden in de begroting van de instelling.
Voorzitter Mitchell Matroos van Stichting Social Army stelde het op prijs dat jongeren van zijn organisatie reeds in aanmerking zijn gekomen voor een stuk perceel, maar vroeg ook een bijdrage van de regering in het ontbossen dan wel aanleggen van een weg op het project Lelydorp.
Manieren waarop sociale instellingen aan financiële middelen kunnen komen
Sociale instellingen kunnen een subsidie bij de overheid aanvragen, maar kunnen ook op andere manieren aan hun financiële middelen komen. De instellingen kunnen bijvoorbeeld donaties aannemen van particulieren, bedrijven of andere organisaties. Deze donaties kunnen bestaan uit geld, goederen of diensten. Ze kunnen ook gebruik maken van zogenoemde crowdfundingplatforms om fondsen te werven voor hun projecten. Ook kunnen ze fondsenwervingsactiviteiten uitvoeren, zoals acties en evenementen, om hun financiële middelen te verhogen.
Jaarverslagen indienen voor subsidie van de overheid
In heel veel landen moeten sociale instellingen jaarlijks verslagen indienen bij overheden om subsidie te krijgen, maar ook om verantwoording af te leggen voor de besteding van de gelden. Deze verslagen moeten informatie bevatten over de financiële activiteiten van de organisatie, de uitgaven en inkomsten, en de activiteiten die de organisatie heeft uitgevoerd. Deze informatie wordt gebruikt door de overheid om te bepalen of de organisatie heeft voldaan aan de criteria om subsidie te krijgen.
Het is moeilijk om te zeggen of sociale organisaties in Suriname achterlopen met hun jaarrekeningen. Er is geen informatie beschikbaar om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie. Dit kan te maken hebben met gebrek aan personeel of middelen, of met de traagheid van de overheid om subsidies toe te wijzen. Ook kan het zijn, dat organisaties niet genoeg tijd of aandacht besteden aan het bijhouden van hun financiële informatie.
Om een subsidie te blijven ontvangen moeten sociale instellingen hun jaarverslagen indienen. Indien dit niet gebeurd zou de overheid kunnen besluiten de subsidie stop te zetten. Vernomen wordt dat nog lang niet alle sociale instellingen hun jaarverslagen indienen. Per jaar worden miljoenen uitgegeven aan subsidie. Het is echter niet bekend in hoeverre het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting dit controleert.
Controle op de ouderencentra
Er zijn verschillende manieren waarop de kwaliteit van de ouderen centra in Suriname gecontroleerd kan worden. Het is belangrijk dat de gezondheidszorg in de centra up-to-date is en voldoet aan de geldende standaarden. Daarnaast is het van belang, dat er regelmatig inspecties worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat alle faciliteiten en activiteiten die aan ouderen worden aangeboden voldoen aan de geldende kwaliteitsnormen. Uiteraard moeten de locaties veilig zijn en moeten voldoende personeel en vrijwilligers aanwezig zijn om de bewoners te ondersteunen. Ten slotte is het belangrijk dat er regelmatig feedback wordt gevraagd aan de bewoners van het centrum, zodat er eventuele verbeteringen kunnen worden aangebracht.
In Suriname valt op te merken, dat veel van de ouderencentra niet aan de kwaliteits- en veiligheidsnormen voldoen. De bewoners leven soms onder erbarmelijke omstandigheden. Bij Huize Ashiana was vorig jaar bijvoorbeeld sprake van kapotte bedden, ijskasten en wasmachines. Verder had de instelling ook te kampen met ongedierte, zoals kakkerlakken en ratten. Het tehuis zou verder ook een gebrek hebben aan voeding. Enkele van de problemen zijn vorig jaar reeds aangepakt door de Mofina-beweging die vorig jaar werd ingesteld door president Santokhi.
SK
