Uit een poll op de website van Dagblad Suriname blijkt, dat de samenleving verdeeld is over eventuele Nederlandse hulp om Suriname uit de financieel-economische crisis te helpen redden. Op de vraag of volgers en lezers van Dagblad Suriname denken, dat Nederland Suriname te hulp moet schieten, hebben 1.975 personen gereageerd.
Daarvan hebben 1.003 personen, 51 procent, de optie ‘Nee’ aangevinkt. Twee procent minder (972 stemmers) vindt daarentegen dat Nederland inderdaad Suriname te hulp zou moeten schieten.
De poll-uitkomst laat duidelijk de verdeeldheid in de samenlezing. Natuurlijk zal er een groep personen zijn, die überhaupt – vanwege het koloniale verleden – weinig moet hebben van ‘de Noordzee’. Aan de andere kant zijn er meer ‘realiteits-gezinde’ burgers die dagelijks ervaren wat de gevolgen van de crisis zijn, maar ook zien hoe de regering Santokhi-Brunswijk worstelt, nationaal en internationaal, om uit die crisis te geraken.
Het zijn die mensen die wellicht graag zouden zien dat Nederland wat meer doet, dan zij al doet, om het land te ondersteunen. Die mensen zullen zich echter ook realiseren, dat Nederland uiteraard niet tot in lengte van jaren iedere keer maar weer als een soort reddende engel benaderd kan worden voor steun. Steeds ‘bedelen’ bij de voormalige kolonisator toont ook weinig lokaal doorzettingsvermogen en zelfstandigheid.
Overigens levert Nederland al de nodige steun aan Suriname, met name aan de gezondheidszorg, maar ook aan het Korps Politie Suriname. Natuurlijk gaat het niet om grote financiële injecties in de staatskas, maar de regering Santokhi-Brunswijk zal content zijn met hetgeen Nederland al aan steun levert.
Suriname is sinds 1975 in woord en begrip onafhankelijk. Laat dat begrip ‘onafhankelijk’ eens realiteit worden.
PK
