Door de raad van de vakbonden in Suriname is aangegeven, dat de Surinaamse economie een transformatie moet ondergaan. Suriname zou genoeg potentie hebben om een sterkere economie te hebben. De vakbonden zeggen dit, omdat het minimumloon door de regering zou zijn aangehouden. De vakbonden hebben gelijk: er wordt al jaren gesproken over verbreding van de basis van de economie, het diversifiëren van de economie en enkele jaren ook was er een graanschuurdroom van de regering. Betekent wel dat er een goede werkcultuur moet zijn in het land.
De vakbonden moeten even ook een uitspraak doen over de werkcultuur in Suriname. Kan je een sterke economie draaien met mensen die doen alsof ze werken maar daadwerkelijk niet veel doen en het werk aan anderen overlaten die dan overbelast worden? Deze cultuur zien we zowel in de bedrijven als bij de overheid. De luie mensen kunnen bijvoorbeeld bij de overheid moeilijk aangepakt worden, omdat ze moeilijk aanspreekbaar zijn. Hen aanzetten tot werk wordt gezien als een persoonlijke actie van de leidinggevende om de ambtenaar te pesten. Daarom moeten veel ambtenaren inbinden en doen degenen die fatsoenlijk zijn het werk van de luie mensen. Wat is de oplossing van de vakbonden voor dit probleem van de lage productiviteit?
Er is in Suriname een lage productiviteit, door de werkattitude van veel burgers in het land. Waar iedereen het ziet, is op de vele informele bouwplekken in Suriname. Men komt laat aan het werk als het heet begint te worden, gaat eerst een portie rijst zitten eten en daarna de krant lezen. Als de aannemer onderweg naar het werk is, zal men aanstalten beginnen te maken om op te staan. Sommigen houden hun rugtas ook de hele tijd op de rug.
De economie van Suriname is zwak, omdat er vakbonden in Suriname zijn die corruptie en criminaliteit faciliteren. Een zo een bond die altijd opkomt wanneer de regering oneerlijke ambtenaren wil aanpakken en anti-corruptie maatregelen wil instellen is de bond van de douaniers. Die wordt ook geleid door een persoon met een dubieus verleden. Wat zeggen de vakbonden daarop? Waarom vragen ze naar een transformatie van de economie, maar houden ze corrupte ambtenaren de hand boven het hoofd, waardoor de staat minder middelen heeft? Transformatie van de economie zal betekenen, dat het ambtenarenapparaat afgeslankt moet worden en dat ambtenaren gedwongen hun baan bij de overheid zullen verliezen, waar men meestal toch niet genoeg werk te doen heeft. Wat zeggen de vakbonden op dit punt?
Er zijn tekorten bij bepaalde sectoren als landbouw, omdat Surinamers niet in deze sector kunnen werken. Wat is de bijdrage van de vakbonden om deze werkweigering tot het verleden te laten behoren?
We zien dat de vakbonden zich vooral richten tot de traditionele leden die lid zijn van hun organisaties. We zien niet dat men zich richt tot de andere groepen in de samenleving, de grootste groep van de bevolking, die geen lid is.
Waar we de vakbonden ook zelden over horen praten is de informele sector. Deze sector is niets anders dan oneerlijke business waarin veel werkers zitten. Het informeel zijn is niet hun keus, maar die van hun werkgevers. Er worden geen belastingen afgedragen, ook niet door de werknemers, waardoor de economie te maken heeft met tekorten. Zo is er dan weinig kapitaal voor de regering om op het sociale vlak in te komen. Of om interventies te plegen in de economie om deze te versterken. Deze interventies kunnen variëren van aanvankelijke investeringen in bepaalde sectoren, tot organiseren en reorganiseren van deze sectoren en het vormen van de skills (arbeid) die in deze sectoren werkzaam moeten zijn.
Wat is de bijdrage van de vakbonden in het formaliseren van de informele sector? Zijn de vakbonden wel voorstander van maatregelen tegen de informele bedrijven die weigeren om zich te formaliseren? Dit laatste kan namelijk impact hebben op de werkgelegenheid.
Suriname teert voornamelijk op de export van natuurlijke hulpbronnen, zoals rijst, olie, goud en (tot recent) bauxiet / aluinaarde. Er zijn sterke aanwijzingen dat goede tijden het resultaat waren van grote investeringen in mijnbouw, plus een beter macro-economisch beheer. Wanneer de exportprijzen dalen, ontstaat er een kettingreactie door de hele economie. Dit staat in het nieuwe Meerjaren Ontwikkelingsplan, MOP. Vanwege de overvloed aan inkomsten uit voornamelijk bauxiet/aluinaarde, goud en olie, heeft de Surinaamse overheid relatief weinig aandacht gehad voor de private sector. Daarnaast heeft de overheid vele parastatalen in de bedrijvigheid gehad die aan de ene kant voor een oneerlijke concurrentie zorgden door directe steun van de overheid, maar vaak ook nog eens failliet gingen door bij regeringswisselingen continuïteit van beleid te torpederen en ook nog eens deskundig kader plaats te laten maken voor minder capabele personen.
De oneerlijkheid en het geheim houden van de uitgaven van deze staatsbedrijven, die machtiger zijn dan de regeringen, is laatst in DNA weer eens besproken. Het MOP meent dat door de kleinschaligheid van de lokale economie en enige geïsoleerdheid, de private sector niet heeft kunnen bloeien en zich kunnen vormen tot die ruggengraat van de economie.
Over het ontbreken van de transformatie zegt het MOP het volgende. Doordat de sectoren onvoldoende sociaal-economisch acceptabele werkgelegenheid voor de beroepsbevolking sorteerden, en de private sector niet goed uit de verf kon komen, hebben velen hun emplooi gevonden bij de overheid (maar dan vaak ook nog eens beneden hun aspiraties). Door de politiek is deze overheid buiten haar voegen getreden door als instrument het werven van mensen in overheidsdienst te hanteren. Ministeries zijn hele complexe entiteiten geworden doorkruist met allerlei belangen (binnen en buiten ministeries), zonder management informatie systemen en goed beschreven werkprocessen, en goed en kundig middenkader dat moet zien te laveren tussen de zoveelste leiding met unieke inzichten en de ambtenaren op de werkvloer die vaak niet geschikt en/of gemotiveerd zijn. Suriname heeft hiermee aan de ene kant een comfort zone gecreëerd waarbij in tijden van crisis, grote groepen mensen die bij de overheid werkzaam zijn nog steeds een inkomen hebben, maar aan de andere kant een overheidssysteem dat het heel moeilijk maakt om transformaties binnen en buiten de overheid te laten geschieden.
Wat de vakbonden dus eigenlijk vragen is uitvoering van het MOP, maar dat kan niet zonder hun bijdrage.