Het aanvankelijk bedoelde vreedzame protest van vrijdag 17 februari tegen het gevoerde beleid van de regering Santokhi-Brunswijk heeft voor nationale en internationale opschudding gezorgd.
Wat begon als een vreedzaam protest sloeg op een bepaald punt om en veranderde in een nachtmerrie. De grote vraag is op welk moment het verkeerd is gegaan. Grote delen van het publiek hebben hun versie van wat er is gebeurd waarna de menigte als door een wesp gestoken heeft gereageerd. Een van de aanwezigen vroeg zich af waar de kringen van beveiliging rondom het DNA-gebouw stonden. Volgens die persoon had dat er moeten zijn. Een vraag die ook in de media is gesteld. Volgens deze persoon was er sprake van provocatie richting de politie, waarna er schoten te horen waren. Wie ook aanwezig was, was Ricky Stutgard.
Gemoederen
Stutgard begint zijn relaas bij de gemoederen van het publiek. Woorden van een van de leiders zouden een opzwepend karakter gehad hebben. Over de organisator ‘Pakittow’ zegt hij dat hij niet verantwoordelijk is voor alles wat is gebeurd. “Natuurlijk niet, hij is verantwoordelijk voor het feit dat hij een vreedzame protestmanifestatie heeft georganiseerd.” Stutgard benadrukt dat wanneer hij ervoor kiest om een steen door een gebouw te gooien hij verantwoordelijk is voor zijn eigen daden. “En dan kan ik niet zeggen dat het Pakittow is”, licht hij toe.
“De fout die Pakittow heeft gemaakt is om allerlei figuren op de soundtruck toe te laten en als je die krachttermen hoorde”, merkt Stutgard op. Het verschil met de voorgaande acties was volgens Stutgard, dat voorheen vakbondsleiders aan het woord kwamen. “En dat was nu niet het geval maar mensen kwamen vanuit de menigte om te praten”, analyseert Stutgard. “Op een bepaald moment riep een meneer om het DNA-gebouw te bestormen.” Hij geeft aan dat de truck die nabij het DNA-gebouw stond is verschoven waarna de menigte toegang had tot het DNA-gebouw. Op videobeelden is te zien hoe aan de poort wordt getrokken. Stutgard vraagt zich af in hoeverre internationale mediabeelden de massa hebben beïnvloed. “Toen kwam de politie in actie”, laat Stutgard weten. Voor Stutgard was het punt bereikt om de plaats te verlaten nadat hij schoten hoorde. “Ik hoorde mensen zeggen er wordt in de lucht geschoten en dat was voldoende voor mij, want ik vind dat er altijd vreedzame acties moeten zijn.” Met deze recentelijke gebeurtenissen wil Stutgard nog op iets anders wijzen. “Het is belangrijk dat leiders geen uitspraken doen in termen van oorlog.” Hij vreest dat anders geesten opgeroepen kunnen worden die niet gemakkelijk te bezweren zijn.
Verantwoordelijkheid
Toch wil hij nogmaals wijzen op iedereens eigen verantwoordelijkheid. “Dat mensen gisteren de LTS en daarvoor radiostation SRS hebben proberen te verbranden heeft niets met Pakittow te maken”, is de verdere reactie van Stutgard. “Mensen proberen zaken te verschuiven, maar de regering moet ook de hand in eigen boezem steken. Bij de vorige acties werd gezegd, dat het maar tien procent van de bevolking was, maar hoe zit dat dan nu?”, vraagt Stutgard zich af. “Wanneer er geluisterd was en de signalen begrepen waren dan zouden wij het wiel niet iedere keer opnieuw hoeven uit te vinden.” Stutgard verwijst naar de protesten van 1999 en februari 2020 waarbij hij aangeeft dat zij allemaal ontwikkelingen bevatten die zijn genegeerd door de regeringen maar waarbij het tot grote gevolgen heeft geleid.
De plunderingen keurt Stutgard ten zeerste af. “Iedereen is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen daden en de criminelen moeten opgepakt en opgesloten worden”, vervolgt hij. Daarbij brengt hij ook onder de aandacht de onlangs aangehaalde bedragen voor buitenlandse reizen van de regering en het aantal mensen in dienst. “Dat kost het land bijna SRD 1 miljard per jaar terwijl verschillende overheidsafdelingen niet kunnen functioneren en er ook nog verschillende dure auto’s worden aangeschaft.” Stutgard: “Bormen en waarden worden aan de kant geschoven en verwacht wordt dat het volk zich rustig zal houden.”
Vreedzaam
Stutgard zegt concluderend, dat de aanwezigheid van seniorenburgers, scholieren en mensen met kinderen aantoont dat de intenties vreedzaam waren en “dat mensen serieuze problemen hebben.”
RB