Een ieder raakte in paniek door de onlusten van vrijdag in het centrum van Paramaribo en dat alles op zaterdag dicht moest. Vele mensen geven tijdens een gesprek met een redactrice van Dagblad Suriname aan, dat zij de gelegenheid niet eens hebben gekregen om spullen te kopen.
“Zaterdag had je nog enkele winkeliers die meeleefden met ons als burgers”, zegt een vrouw. ” Je zag dat zij als winkeliers ook angstig waren, maar lieten ons niet in de steek en probeerden toch een centje te verdienen. Ik dacht dat ik weer in een lockdown-periode was”, benadrukt de vrouw. “Waarbij alles dicht moest en je bij de winkel stond om spullen te kopen achter de tralie. Je had daarnaast ook winkeliers die creatief hun klanten tegemoet kwamen.”
“De winkels waren dicht, maar bij mij in de buurt kon ik mijn lijf stappen naar de winkelier voor wat ik nodig had en de winkelier zet het klaar voor je, je krijgt een totaal bedrag terug en jij geeft daarnaast aan hoeveel je hebt en je krijgt je kleine ei ook gelijk”, zegt een andere vrouw.
“Heel snel gegaan, in plaats van staan in een lange rij moest je alleen melden dat je er bent en dan krijg je je boodschappen. Op de zondag was het toch iets gemakkelijker, alles was normaal open, maar bij enkele winkels mochten maar enkele mensen binnen en dan moest je toch weer wachten. Kijk, ik begrijp het. Ik zit ook vol met angst hoe ik mijn kinderen naar school ga sturen of hoe ik zelf over straat moet. Maar, het leven gaat door en je moet verdienen om het te kunnen overleven. Dit is een vorm van samenleven en dat was niet het geval vrijdag. Een ieder stresst, maar wat er allemaal is gebeurd is geen vorm van samen een vuist maken en gaan voor het beste. Nee, dat was elkaar breken en het land een andere naam geven”, aldus de burger.
TM
