De regering van Suriname heeft een heel gevoelig onderwerp aangesneden in haar strijd om een goede beurt te maken. Er is vastgesteld dat het overheidsapparaat vol zit, een waterhoofd heeft en dus dat er gesaneerd moet worden. Tot die constatering zijn we al decennia lang terug gekomen. Dat we weer tot die conclusie komen is geen verrassing, omdat alle politieke constellaties mee hebben gedaan om het apparaat vol te stouwen met vooral de lager geschoolden in Suriname.
Er is in Suriname geen systeem waar met op de wet gebaseerde personeelsformaties en formatiesterktes wordt gewerkt. Dus er is voor verschillende ministeries en haar afdelingen niet in exacte aantallen vastgesteld hoeveel personeel men minimaal en maximaal nodig heeft. Deze formaties moeten regelmatig worden bijgesteld, omdat ministeries qua taakstellingen veranderen. Ook vinden er taakverzwaringen plaats waarbij functiebeschrijvingen moeten worden bijgesteld. Daardoor kan het zijn dat er dan herwaarderingen plaatsvinden van functies. Het ministerie van Binnenlandse Zaken is belast om het gehele overheidsapparaat te sturen. Dit ministerie heeft de capaciteit en de wil niet om aan deze taak invulling te geven. De huidige minister van BiZa klaagt al jarenlang over een overvol apparaat, maar er zijn geen maatregelen door hem getroffen, ook geen wettelijke om het vervuilen van het ambtenarenapparaat te voorkomen. We zien dat regeringen in de afgelopen periode alleen klagen dat de loonsom hoog is, maar naarmate de verkiezingen naderen merken we dan de houding van de regering, dat die niet eens in staat is om aan te geven dat het apparaat vol zit met personeel met een GLO en VOJ die we niet nodig hebben.
Regeringen draaien allerlei ingewikkelde projecten die jaren duren en kopen daarmee tijd. Men stelt het moment van de pijnlijke beslissingen uit. De ingewikkelde projecten worden gedraaid op instructie, niet te negeren aanbeveling of opdracht van financiële instellingen die Suriname zogenaamd ‘helpen’ met structurele aanpassingsprogramma’s. Zo is in het begin van het millennium al een public sector reform (psr) programma uitgevoerd en waren de aanbevelingen die met de pers waren gedeeld, onuitvoerbaar. Nu zou de regering weer met een psr-programma bezig zijn en worden er allerlei activiteiten uitgevoerd als een registratie van ambtenaren. Maar, de belangrijkste exercities worden niet gepleegd. Wat dient de huidige functie van de overheid te zijn gelet op de rol van de Staat?
De rol van de overheid moet in de loop der jaren zijn veranderd. Dit dient ertoe te leiden welke afdelingen en onderdelen van de overheid overbodig zijn. Op basis van die rol wordt het aantal ambtenaren en hun kwaliteiten vastgesteld. Op basis daarvan wordt dan vastgesteld wat overtollig is aan personeel en waar er vacatures bestaan. In twee etappes hebben we om de stroom van burgers naar de overheidskantoren willen indammen door de Personeelswet aan te passen. Maar weer had de politiek de wilskracht niet om de wettelijke mogelijkheden uit te buiten. Eerst kregen we in de tweede helft van de jaren ‘70, na de onafhankelijkheid de zogenaamde personeelsstop. Dat betekende dat er vanaf dat moment geen ambtenaren in dienst zouden worden genomen, tenzij die ambtenaren echt voor de staatsdienst nodig waren.
Hoge regeringsfunctionarissen zoals de vp moeten dan steeds voor elke ambtenaar de toestemming geven om ze in dienst te nemen. Het in dienst nemen bleef een massale activiteit en geen uitzondering. In 1983 werd de Personeelswet weer gewijzigd. Zo werd het dan mogelijk om personeel te ontslaan wanneer een wijziging van de formatie van een ministerie of een afdeling zich had voorgedaan en daardoor ontslag van een of meer ambtenaren onvermijdelijk was. Wanneer dit het geval was dan moest er bij staatsbesluit een rangorde worden vastgesteld, waarin de mensen moeten worden afgevloeid. Van deze regeling is naar ons weten nooit gebruik gemaakt. In 1983 werd ook mogelijk gemaakt dat een algehele reorganisatie, inkrimping en sanering van de Staatsdienst kon worden uitgevoerd door de regering en dat in dat kader het wettelijk toegestaan was om ambtenaren te ontslaan. Dat moest gebeuren in het belang van de dienst. Van deze gelegenheid is door de regeringen van Suriname nooit gebruik gemaakt. In het saneren van het overheidsapparaat speelt de president een belangrijke rol. Er moet eerst een verklaring van de president zijn, waarin hij aangeeft dat ‘het algemeen belang van de dienst’ een algehele reorganisatie, inkrimping en sanering noodzakelijk maakt. Dat bepaalt hij aan welke ‘een of meer landsdienaren’ of ‘aan een of meer groepen van landsdienaren’ in een bepaalde rangorde ook door hem bepaalde rangorde, ontslag kan worden verleend. Van deze ontslagen zijn er nog geen gebruik gemaakt. Ontslag wegens sanering van de staatsdienst kan aan een landsdienaar gegeven worden op eigen verzoek. Aan deze ambtenaren die op eigen verzoek ontslag krijgen, kan het laatste loon dat hij verdiende uitgekeerd worden tot 18 maanden. Van deze wachtgeldregelingen zouden er gebruik zijn gemaakt.
We zien die dus dat de wet verschillende mogelijkheden biedt, maar dat regeringen de politieke kansen niet hebben genomen. Dat heeft ook te maken met de banen die niet in die mate in de private sector zouden worden geschapen.