De regering heeft het minimumuurloon vastgesteld op SRD 38,50. Het besluit daartoe is afgelopen woensdag genomen tijdens een vergadering van de regeringsraad op voorstel van minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugd (AW&J).
Met de vaststelling van het minimumloon op SRD 38,50, is de regering meegegaan met het advies van de Nationale Loonraad. Die heeft op 1 februari zijn advies uitgebracht aan Arbeid-minister Mac Andrew. Met de goedkeuring van de regering zal de minister nu het algemeen minimumuurloon per beschikking vaststellen en bekendmaken. Het advies van de Nationale Loonraad om het minimumuurloon vast te stellen is tot stand gekomen na overleg met stakeholders, waarbij sociale en economische indicatoren in gelijke mate in acht werden genomen, zo heeft het ministerie van AW&J eerder laten weten.
In de Nationale Loonraad zitten vertegenwoordigingen van de overheid, het bedrijfsleven en de vakbeweging. Ondanks de vertegenwoordiging van de private sector in de Loonraad, is het bedrijfsleven in algemeenheid niet gelukkig met de verhoging van het minimumuurloon.
Geen absorptievermogen bedrijven
De Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) en de Alliantie van het Bedrijfsleven heeft recentelijk naar aanleiding van het uitgebrachte advies van de Loonraad aan de minister van AW&J over het minimumuurloon in een schrijven aan president Chandrikapersad Santokhi erop gewezen, dat vele bedrijven niet het vermogen hebben om het verhoogde minimumuurloon te absorberen. Niet alle bedrijven zullen de verhoging kunnen doorberekenen.
Als doorberekening plaatsvindt dan vreest zij afname van de omzet, omdat de algemene koopkracht afneemt. Op deze manier ontstaat een loon-prijsspiraal. Het collectief van bedrijfsleven organisaties is de mening toegedaan, dat de werkende klasse toe is aan aanpassing van salarissen, zodat hun koopkracht kan worden bijgesteld. Echter is een dergelijke aanpassing cruciaal voor het voortbestaan van kleine- en middelgrote ondernemingen, en daarmee de werkgelegenheid.
SS