Volgens het Herstelplan (HP) 2020-2022 van de regering moet het ambtenarenbestand bij de overheid in de periode 2021-2022 reeds met 5.000 tot 10.000 zijn verminderd. Voor de tweede fase van dit saneringsplan van het overheidsapparaat zou voor dit jaar minstens 5000 ambtenaren moeten zijn omgeschoold en ingezet zijn in de private sector. Dit zei NDP-fractieleider Rabin Parmessar donderdag tijdens de behandeling van de wijziging Personeelswet. Volgens Parmessar loopt de regering helemaal achter met de uitvoering van het Public Sector Reform (PSR) programma van het Herstelplan, welke de basis is van het IMF-programma.
Met de haast de nu gezet wordt achter de behandeling en goedkeuring van de wijzigingen in de Personeelswet (PW) voor ambtenaren wil de regering deze achterstand in de uitvoering van het saneringsplan van het overheidsapparaat versneld inlopen. De wetsvoorstellen voor wijzigingen van de huidige Personeelswet komen in essentie erop neer, dat het voor de overheid minder omslachtig wordt om een landsdienaar plichtsverzuim aan te rekenen, waarop dan stopzetting van zijn bezoldiging als tuchtstraf kan worden opgelegd. Dit alles heeft te maken met de reeds enige tijd gaande verplichte ambtenarenregistratie die uitgaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het niet voldoen aan deze verplichte registratie wordt volgens het wijzigingsvoorstel in de PW aangemerkt als plichtsverzuim, waarop tuchtstraf staat c.q. stopzetting van de bezoldiging.
Niet tegen sanering
Parmessar betoogde, dat hij en zijn fractie niet tegen sanering van het ambtenarenapparaat zijn, doch dat deze volgens geldende wettelijke regels en richtlijnen dient te geschieden. In de huidige PW zijn zaken reeds voldoende geregeld. De toevoeging van een nieuw wetsartikel, artikel 28a in de PW, handelt over de stopzetting van de bezoldiging van de landsdienaar om redenen die hem kunnen worden aangerekend. Afgezien van het feit, dat stopzetting van de bezoldiging van een landsdienaar volgens de PW niet zonder meer mag geschieden, opent het voorgestelde wetsartikel ruimte voor willekeur en rancune, meent Parmessar. Stopzetting van de bezoldiging kan niet als tuchtstraf worden aangemerkt. De vormen van tuchtstraffen zijn reeds limitatief genoemd in de PW.
De NDP-fractieleider noemt de haast die de regering zet achter het goedgekeurd krijgen van het wetsvoorstel, een paniek actie, omdat het helemaal achterloopt met het behalen van de doelstellingen van het Herstelplan, en daarmee ook de eisen van het IMF.
Van regerings- en coalitie zijde wordt ontkend, dat het wetsvoorstel en de lopende verplichte ambtenarenregistratie iets van doen heeft met het Internationaal Monetair Fonds. Echter is algemeen bekend, dat het IMF niet tevreden is met een aantal zaken van de regering die volgens haar niet of niet vlot genoeg lopen. Hieronder vallen de hervorming van het belastingstelsel, de sanering van het overheidsapparaat en het afbouwen van subsidie uitgaven van de overheid. Overigens wordt in de toelichting van het wetsvoorstel in een nadere wijziging van de PW aangegeven, dat de loonsom van de overheid omlaag moet.
Zakelijke en objectief
De NDP-fractieleider zegt het debat over de wijziging van de PW op een zakelijke en objectieve manier te willen voeren, maar dat de regering c.q. de minister van Binnenlandse Zaken ondanks herhaald aandringen de relevante data en informatie tot nu toe niet heeft willen verstrekken aan het parlement. Zo wil hij van de regering weten of het een programma heeft gemaakt voor sanering van het overheidsapparaat, en hoe dit eruit ziet. Hoe staat het met de omscholing en bijbehorend programma van de genoemde 5.000 ambtenaren die naar de private sector zouden moeten gaan? Is hierover met de private sector gesproken en is er een survey gedaan of studies verricht naar welke sectoren uittredende ambtenaren zullen gaan?
Volgens Parmessar is het pas mogelijk een zakelijk debat te voeren rond het vraagstuk van sanering van het overheidsapparaat, indien de regering deze en andere relevante basisinformatie op tafel legt. Eerder tijdens de behandeling in eerste ronde van het wetsontwerp in het parlement, heeft Soewarto Moestadja (NDP) aangegeven dat 1 op de 12 Surinamers op de betaalrol van de overheid staat. Het ambtenarenapparaat is meer dan 53.000 groot. Maandelijks worden aan in totaal 62.382 personen betalingen verricht. Op de gewijzigde begroting van de overheid voor het dienstjaar 2023 staat een bedrag van ruim SRD 8,3 miljard opgenomen voor loonuitgaven.
SS
