Er is in de samenleving behoorlijke interesse voor de eis van de waarnemend pg in hoger beroep in de 8 Decemberstrafzaak. Er is door het OM 20 jaar gevangenisstraf geëist tegen de voormalige legerleider die hoofdverdachte is in deze zaak. Wat opzien baart, maar wel logisch is in elke strafzaak, dus ook deze, is dat het OM de gevangenneming heeft gevorderd van de hoofdverdachte en kennelijk ook van de andere verdachten. Er wordt gezegd, dat Suriname een jonge Republiek is en inderdaad zijn we later dan de andere (ei)landen in het Caribisch gebied onafhankelijk geworden.
Wij denken, dat de ontknoping in de 8 Decemberstrafzaak een cruciaal moment, een turning point, zal zijn in de volwassenwording van Suriname. Wanneer de gevangenneming wordt geëxecuteerd, zal het bewijs worden geleverd dat de jonge en relatief kleine Staat Suriname een zekere ontgroening als rechtsstaat zal hebben begaan. Aan die ontgroening en initiatie van Suriname moeten alle Surinamers aan bijdrage leveren, onder andere door de rust te bewaren en nederig te zijn. De 8 Decemberstrafzaak is een dure les en het zal geenszins martelaren opleveren.
Deze aangelegenheid van de 8 Decembermoorden heeft wel iets te maken met de onafhankelijkheid van Suriname. De 8 Decembermoorden volgden 7 jaar na de onafhankelijkheid, de staatsgreep 2 jaar voor deze moorden. We hebben in Suriname 2 staatsgrepen gekend. De 8 Decembermoorden kunnen wel een link hebben met de post-onafhankelijkheidsperiode, maar de 8 Decemberstrafzaak is een Surinaamse aangelegenheid. Het is niet alleen een test van de Surinaamse rechterlijke macht, maar zeker ook een toets van de Surinaamse rechtsstaat. De ontwikkeling van het karakter van de rechterlijke macht zal een boost geven aan de uitvoerende macht en de wetgevende macht. Het zijn wielen die elkaar aandrijven. We denken dan aan bijvoorbeeld goed bestuur en corruptie. Wij zeggen, dat wanneer het een Openbaar Ministerie lukt om een megazaak met enorme binnenlandse veiligheidsrisico’s te klaren, het zeker moet lukken om anticorruptie zaken te starten tegen bijvoorbeeld voormalige regeringsleiders en ministers, ook zittende bestuurders.
In de berichtgeving vanuit de hoger beroepszaak is feitelijk ingegaan op interessante bijzonderheden van de dag waarop de moorden zijn gepleegd. We zien dat in de media er steeds openlijker en zonder vrees gesproken wordt over de betrokkenheid van de verschillende verdachten in de strafzaak. In het bijzonder wordt er gesproken over het medeplegen van de moord op de 15 mannen op 8 december 1982. In het strafproces heeft het OM herhaald, dat er genoeg bewijzen zijn om de schuld van de verdachten te bewijzen en dan gaat het om verklaringen en bewijzen. Er zou sprake zijn geweest volgens de vervolging van een opgezet plan dat zorgvuldig is voorbereid en uitgevoerd, dan hebben we het over het element / bestanddeel van ‘voorbedachte rade’. De verdachten waren in hoger beroep gegaan, omdat ze van mening waren dat bepaalde getuigenissen die in het voordeel van de verdachten luidden, niet in het eerdere vonnis waren meegenomen. Bij de behandeling van het hoger beroep zijn deze verklaringen uitgebreid behandeld, maar dat leidde allemaal niet tot een mildere vordering van het OM.
Heel confronterend, maar ook typerend voor waar ons Openbaar Ministerie nu staat, is het sterke optreden van de waarnemend pg die 10 categorieën van bewijsmiddelen zou hebben opgesomd tijdens de behandeling van het hoger beroep om de schuld van de verdachten te staven, met name van de hoofdverdachte. Overigens moeten we wel opmerken, dat het niet helemaal duidelijk is waarop men bij cruciale instituten als het Openbaar Ministerie functionarissen laten optreden in functies waarin ze waarnemen. Dit is een trend die we heel vaak zien bij de regeringen waarin de NPS en de VHP participeren, het is net een bestuurlijke traditie van deze partijen om functionarissen die cruciale en strategische taken hebben met een behoorlijke afbreukrisico, in een waarnemende positie te houden. Al met al moeten we zeggen dat Suriname nu wel op een kruispunt staat van volwassenwording. De Staat Suriname zal zijn onschuld nu verliezen en de aandrijver van dit proces is de rechterlijke macht.
We moeten zeggen dat het 8 Decemberstrafproces een zaak is van hoge rechterlijke functionarissen van het vrouwelijk geslacht. Het Surinaams vrouwelijk geslacht, het kader, geeft met de 8 Decemberstrafzaak een visitekaart af waaraan de Surinaamse mannen niet gaan kunnen tippen. Dat is ook een manier om ‘gender based’ naar deze zaak te kijken. Misschien is dat allemaal niet toevallig, omdat de 8 Decembermoorden veel weduwen en halfwezen heeft opgeleverd.
We hebben eerder gezegd dat een land niet valt te ontwikkelen als daarop een last oftewel kunu rust en de onafgemaakte zaak van de 8 Decembermoorden is dat wel. De 8 Decembermoorden zijn gepleegd door jonge mensen aan het stuur van het land, tegenover overwegend jonge mensen in de civil society. Ze zijn gepleegd in een politieke geopolitieke en nationale klimaat. Maar, dit alles vrijwaart de partijen niet van de schuld. Deze zaak moet met de berechting van de schuldigen Suriname ontdoen van de last die op hem rust. Wij denken dat daarna de ontwikkeling van Suriname in een andere fase zal belanden.
Na de berechting zal de fase van heling en verzoening een aanvang maken. Wie met wie moet verzoenen zal nog moeten worden uitgemaakt. Het is prijzenswaardig, dat van de kant van de hoofdverdachte en zijn partij, partij sympathisanten zijn opgeroepen om de kalmte te bewaren en dat mensen gewaarschuwd zijn voor valse berichten. We denken dat de 8 Decemberstrafzaak niet moet eindigen met sensatie, maar in alle nederigheid moet worden afgehandeld. De uitkomst zal zijn, dat er in de 8 Decemberstrafzaak geen winnaars zullen zijn en dat is de les voor de generaties die nu leven en opgroeien.