Het Constitutioneel Hof heeft dinsdag 31 januari artikel 80 van het Burgerlijk Wetboek getoetst aan strijdigheid met de Grondwet en andere internationale verdragen
Verzoekschrift
Twee partners van hetzelfde geslacht hebben door het machtigen van advocaat S. Sitaram en M. Castelen gevraagd aan het Hof om de weigering van het centraal Bureau van Burgerlijke Zaken te toetsen. Het koppel, vertegenwoordigt door hun gemachtigde, is gehuwd in Argentinië, en wilde zich hierna inschrijven in het huwelijks register bij Burgerzaken in Suriname, maar dit werd hen in een brief geweigerd. Hierbij is artikel 80 aldus de verzoekers het artikel geweest dat getoetst zou moeten worden door het Constitutioneel Hof.
Maatschappelijke discussies
Het Hof heeft kennis genomen van de veranderde situaties met betrekking tot het huwelijk. De maatschappelijk discussies over dit onderwerp zijn aan het oplopen. De vraag of de rechten van LGBTQI+ worden geschonden staat hierbij centraal. In Suriname is er nog geen wetgeving die de rechten van deze groep met betrekking tot huwelijk, legaliseert. Dit alhoewel het in andere landen al wettelijk vastgesteld is. Hierdoor vindt deze groep zich vaak gediscrimineerd.
Besluit Constitutioneel hof
Het Constitutioneel Hof heeft de bevoegdheid om wetten te toetsen. Artikel 80 van ons Burgerlijk Wetboek is de derde officiële toetsing van het Constitutioneel Hof. In deze reeks van toetsingen is dit artikel tot nu het enige geweest dat gaat over een bestuursbesluit. Een bestuursbesluit is een besluit dat genomen kan worden door een daartoe bevoegde overheidsinstantie.
De eerste toetsing van het Hof was om na te trekken of er enige strijdigheid is ontdekt in het artikel wanneer het wordt geplaatst naast de huidige Grondwet en internationale verdragen. Hier is door het Hof geen strijdigheid ontdekt. De tweede toetsing ging voornamelijk om een besluit dat werd genomen om de partners die gehuwd zijn in Argentinië niet in te schrijven in het huwelijks register. Ook bij het tweede verzoek is geen strijdigheid ontdekt door het Hof. Er werd een verwijzing gemaakt door het Hof naar het eerste, waar gemerkt wordt dat er geen strijdigheid is geconstateerd wanneer het artikel wordt geplaatst naast het Grondwet en andere internationale verdragen.
Vastgesteld
Bij deze is door het Constitutioneel Hof geen strijdigheid geconstateerd wanneer artikel 80 Burgerlijk Wetboek wordt geplaatst naast de Grondwet en internationale verdragen. Hierdoor zijn de handelingen niet gekenmerkt als handelingen in strijd met de Grondwet of internationale verdragen.
GW