Met de haast die de regering zet achter de behandeling en goedkeuring van wetten door de Nationale Assemblee, is zij naarstig op zoek naar manieren om meer geld aan belastingen binnen te halen om haar begroting meer in evenwicht te krijgen. Het Assembleelid Ronny Asabina, voorzitter tevens fractieleider van de BEP, zei vrijdag tijdens de debatten rond de ontwerpwet Fiscale Jurisdictie zich achter het wetsvoorstel te kunnen scharen, maar vindt tegelijk ook dat het gros van het werk dat de uitvoering van deze wet mogelijk moet maken nog gedaan moet worden.
De goedkeuring van deze en eerder in december door het parlement met opmerkelijk grote voortvarendheid goedgekeurde wetten ziet Asabina niet los van de begrotingseisen van het IMF, Internationaal Monetair Fonds. In december zijn de wijzigingen van de wet BTW, de wet Casinobelasting, de Petroleumwet en de wetten Loon- en Inkomstenbelasting door de Nationale Assemblee in een rap tempo aangenomen. Het gaat hier om wetten die met de inkomsten en uitgaven van de overheid te maken hebben.
Ultimo februari
Ze behoren tot een pakket aan maatregelen en wetten die uiterlijk medio of ultimo februari aangenomen moet worden als onderdeel van de “prior actions” als voorwaarden om in maart tot een akkoord met het IMF te kunnen komen. Pas bij een akkoord met het IMF komt Suriname in aanmerking voor de kwartaal tranche geldovermakingen van het IMF. Suriname heeft in juni, september en december 2022 de drie kwartaal evaluaties van het lopend IMF-programma gemist en daarmee ook de drie kwartaal tranche bedragen van elk ongeveer US$ 57 miljoen.
De onderhandelingen met het IMF over bijstelling van het lopend economisch hervormingsprogramma zijn reeds enige maanden gaande, en de regering doet er alles aan om in maart tot een akkoord te komen en daarmee de IMF tranche overmakingen niet te missen. De inzet van de regering bij de onderhandelingen met het IMF is een bijgestelde programma waar meer financiële ruimte bestaat voor de financiering van sociale programma’s. Het IMF stelt echter als harde eis voor bijstelling van het in december 2021 overeengekomen programma, dat de overheid haar staatsbegroting op orde moet krijgen. Daarbij dienen de overheidsuitgaven degelijk te moeten zijn afgestemd op de inkomsten. Voor het IMF geldt het devies “alles kan, maar geef aan waar en hoe de inkomsten vandaan moeten komen”.
Ondertussen is bekend geworden dat de regering afgelopen week de gewijzigde begroting voor het dienstjaar 2023 bij het parlement heeft ingediend. De eerder ingediende begroting vertoont een tekort van 3,3% van het BBP (Bruto Binnenlands Product(. Waar velen naar uitkijken zijn de inkomstenverhogende maatregelen aan de ene kant en aan de andere kant de uitgavenverhogende maatregelen die de regering van plan dit jaar te implementeren.
IMF niet tevreden
Volgens Asabina is het geen geheim, dat het IMF niet tevreden is over de belastinghervorming maatregelen van de regering, de sanering van de publieke sector en het tempo van de afbouw van subsidie uitgaven zoals die op elektriciteit, water en brandstof. De belastinghervormingen die zorg moeten dragen voor meer inkomsten voor de overheid verlopen traag tot moeizaam, en de versterking van het belasting apparaat, dat voor de inning moet zorgdragen, blijft nog steeds uit. De recente invoering van BTW is onvoldoende voorbereid en verloopt chaotisch. En het is de bevolking die er de dupe van wordt.
De ontwerpwet Fiscale Jurisdictie waarover vrijdag in het parlement werd gedebatteerd voorziet erin, dat het bestaand geografisch gebied waar de overheid belastingen mag innen, uitgebreid wordt met de exclusieve economische zone en het continentaal plateau in de Atlantische Oceaan. Op grond het internationaal zeerechtverdrag en Conform de Wet Maritieme Zone van 2017 oefent Suriname soevereine rechten over dit zeegebied.
Met de aanname van de wet Fiscale Jurisdictie vallen multinationale bedrijven in de gas- en olieindustrie alsmede alle andersoortige economische activiteiten van derden onder de werking van de wet. Dat betekent, dat ze onderhevig zijn aan alle voor hen van toepassing geldende belastingvormen, zoals inkomstenbelasting, dividendbelasting, huurwaardebelasting, invoerrechten, accijnzen, zegelrecht en verbruiksbelasting.
De invoering van de Wet Fiscale Jurisdictie moet deze maand in werking treden.
Reeds in het eerste jaar van inwerkingtreding van de wet zal de overheid naar schatting SRD 150 miljoen aan belastinginkomsten binnen halen. Volgens Asabina lijkt dit misschien niet veel, maar is het wel 50 maal meer dan er aan vermogensbelasting jaarlijks door de overheid wordt geïnd. Ook is het 23 maal meer dan aan huurwaarde belasting jaarlijks wordt geïnd.
Asabina vraagt zich af waarom de regering nu pas het economisch belang inziet van de verruiming van geografisch gebied waar belastingen kunnen worden geïnd. Suriname loopt al enige tijd belastinginkomsten mis uit economische activiteiten in de exclusieve economische zone en het continentaal plateau.
Hij toont zich ingenomen met de ontwerpwet, doch er zal nog het nodige werk moeten worden verricht om de wet in haar volle omvang te doen werken.
Het Assembleelid pleit in het kader van de belastinghervorming ook voor wijzigingen van de Wet Vermogensbelasting en de Huurwaardebelasting. Deze wetten, zoals die nu zijn, voldoen niet meer en zorgen ervoor, dat de kloof tussen rijken en armen in de samenleving steeds groter wordt. Rijken en vermogen bezittenden brengen hun vermogen in stichtingen onder, waardoor ze volgens de huidige wet geen vermogensbelasting hoeven te betalen. Aan de andere kant wordt het gewone volk het slachtoffer van steeds meer lastenverzwarende maatregelen van de overheid.
Asabina pleit voor een integrale hervorming van het belastingstelsel, waarvan de meeste wetten sterk verouderd zijn. Belastingen zijn niet alleen een middel voor de overheid om inkomsten binnen te halen, maar is volgens hem bij uitstek het instrument voor rechtvaardige verdeling van inkomsten, maar ook van de plichten.
SS