Er is een behoorlijke discussie ontstaan in de samenleving over de maatregelen die de minister van Binnenlandse Zaken (BiZa) wil uitvoeren bij de registratie van de ambtenaren. De bedoeling is dat er een wettelijke basis komt voor straffen aan ambtenaren die zich niet registreren. De regering is bezig met een programma dat Public Sector Reform wordt genoemd, voor de tweede keer. De eerste keer aan het begin van het millennium, werd gezegd dat het niet de bedoeling was dat het ambtenarenapparaat zou worden gesaneerd, dat was niet het primaire doel. Nu zou dat wel het primaire doel zijn.
Er worden door de regering zijwegen bewandeld om tot de sanering te komen. Er zijn geen maatregelen genomen om het aanzwellen van het ambtenarenapparaat te voorkomen. Het lijkt erop alsof het primair de bedoeling is dat een groep van mensen die vlak voor de verkiezingen in dienst is genomen, en die geen plek zou hebben om op een kantoor te gaan zitten, moet worden ontslagen. Deze mensen hebben de gelegenheid niet gehad om arbeid te verrichten, dus zou het voor hun moeilijk zijn om zich te registreren. De vraag rijst ook of iedereen die zich heeft kunnen registreren, wel rechtmatig in dienst is van de overheid.
In DNA zijn kritische opmerkingen gemaakt door zowel de oppositie als de coalitie met betrekking tot de maatregelen van de regering. Over het algemeen is er ontevredenheid over de voorgenomen maatregelen en met name dat gedeelte waar de regering consequenties wil verbinden aan het zich niet registreren door de ambtenaren. Veel DNA-leden zien dat niet als een wanprestatie en dat vinden wij ook. Wanprestatie heeft te maken met het uitvoeren van de taken door de werknemer en daarvan kan er geen sprake zijn als een werknemer zich niet registreert bij de werkgever. Ook plichtsverzuim kan moeilijk als grond voor het zich niet registreren voor ontslag worden gebruikt, omdat plichten waarvoor disciplinaire maatregelen kunnen worden getroffen andersoortig zijn en niet te vergelijken zijn met een registratieplicht die in de wet niet in te voeren valt.
Belangrijk is mee te nemen dat ontslag wegens plichtsverzuim altijd oneervol zou zijn. Dus zou het kunnen, dat een ambtenaar die zijn werk keurig heeft gedaan, maar zich niet heeft geregistreerd bij de werkgever die al een personeelsadministratie heeft, oneervol wordt ontslagen. Dat gaat naar onze mening wel te ver. Overigens zegt de Personeelswet zelf dat bij het opleggen van een tuchtstraf rekening wordt gehouden met de ernst van het plichtsverzuim waaraan de landsdienaar zich schuldig heeft gemaakt. Een registratieplicht is niet van dien aard.
Ook moet de werkgever rekening houden met de gevolgen van het plichtsverzuim en de omstandigheden waaronder het tuchtrechtelijk te straffen feit is begaan. Het niet registreren kan volgens ons geen tuchtrechtelijk te bestraffen feit zijn.
Ook moet de werkgever rekening houden met het algemeen gedrag, de ijver en de prestaties van de landsdienaar, alsmede met diens persoonlijke en huiselijke omstandigheden. Daarom is het moeilijk om goed presterende ambtenaren of goede huisvaders en –moeders voor futiliteiten als het niet voldoen aan een registratieplicht te ontslaan.
De regering wil spookambtenaren uit het systeem halen met een registratie, maar spookambtenaren kunnen zich heel gemakkelijk registreren. Dat gebeurt namelijk met een beschikking. Spookambtenaren kunnen niet bij een registratie door de mand vallen. Spookambtenaren moeten door leidinggevenden geregistreerd en gemeld worden aan de superieuren en uiteindelijk de minister van het departement. Nadat spookambtenaren zijn geïdentificeerd, zal een proces moeten starten om deze personen weer op te roepen om ze aan het werk te krijgen en ze te laten verweren waarom ze in de afgelopen periode niet aan het werk zijn geweest. Indien er geen steekhoudend argument is voor het niet verschijnen aan het werk of voor het aanmelden op een oproep, en die zijn heel moeilijk aan te voeren, kan de regering op basis van plichtsverzuim maatregelen tegen deze ambtenaren treffen. Dat is de manier zoals het ongeveer in de Personeelswet is geregeld.
Met betrekking tot het saneren van het overheidsapparaat zijn er bepaalde voorzieningen in de Personeelswet getroffen. In de Personeelswet staat dat aan een ambtenaar ontslag kan worden verleend wegens een zodanige wijziging van de formatie van de afdeling waartoe hij behoort, dat ontslag van een of meer ambtenaren onvermijdelijk is en hij daarvoor, gelet op een rangorde, in aanmerking komt. Ook kan hij ontslagen worden wegens het in het belang van de dienst ondernomen algehele reorganisatie, inkrimping en sanering van de Staatsdienst.
De wet bepaalt verder dat op grond van een verklaring van de president aan een of meer landsdienaren dan wel aan een of meer groepen van landsdienaren ambtshalve ontslag kan worden verleend. De president moet dan verklaren dat het algemeen belang van de dienst een algehele reorganisatie, inkrimping en sanering noodzakelijk maakt. Bij staatsbesluit moet dan rangorde van de ontslagen worden vastgesteld. We zien dat deze mogelijkheden er zijn voor sanering, maar dat de regering het politiek impopulaire werk niet kan doen.