De inheemsen van de inheemse gemeenschap Hollandse Kamp hebben enkele dagen terug geprotesteerd, omdat zonder hun medeweten, hun woon- en leefgebied is uitgegeven aan kennelijk stedelijke partijen. Er is een discussie in Suriname gaande over de erkenning van de landrechten van de inheemsen en tribale volken. Er ligt een wetsvoorstel gereed voor behandeling in De Nationale Assemblee.
Er zou door met name de voorzitter van de ABOP, de huidige vp, vaker voordat hij het hoge ambt bekleedde, gezegd zijn dat Suriname zich moet verbinden aan de internationale verdragen die betrekking hebben op de rechten van de inheemse en de tribale volken. In dit verband heeft hij wel eens speciaal verdrag van de IAO genoemd. Het is opvallend dat we nu niet veel meer van dit soort geluiden van de vp horen. Eenmaal in de drivers seat heeft de vp kennelijk een aantal kernwaarden opgegeven, hetgeen een jammerlijke zaak is.
We menen ons te herinneren dat in de vorige regeerperiode wetgeving was aangenomen om de uitgifte van gebieden in en rondom de leef- en woongebieden van de inheemse en de tribale volken, aan banden te leggen. Deze wetgeving, een aanpassing van het Decreet/Wet Uitgifte Domeingrond, was aangenomen anticiperend op een meer uitgebreide wetgeving die de landrechten van de inheemse en de tribale volken zou regelen. De vraag is hoe het dan toch voor kan komen, dat inheems woon- en leefgebied dichtbij Hollandse Kamp in strijd met de wetgeving kan worden uitgegeven. We weten, dat tijdens de Bouterse-regeringen in de periode 2010-2020 er eerst aangegeven is dat landrechten wetgeving een complexe materie zou zijn en dat daarna pogingen van de president en de regering om in dialoog te treden met de inheemse en de tribale volken, tijdens de Colakreekconferentie, in een fiasco is uitgelopen door een haperende technische voorbereiding en minachting van de soevereiniteit die de inheemse en tribale volken volgens het internationaal recht toekomt. Daarna lukte het de regering wel via een commissie om een integraal wetsvoorstel, met nog een paar haken en ogen, gerealiseerd te krijgen. Dat wetsvoorstel ligt nu in DNA en het vereist politieke durf van de huidige regering om de DNA-voorzitter Bee te vragen om dit wetsvoorstel op de agenda te krijgen.
We hebben eerder aangegeven dat het wetsvoorstel in de kern een prachtige wet is, maar dat in het fundament een aantal zaken nog verder geregeld moet worden.
Meer recent hebben we hier ook aangegeven worden, dat Suriname bij het regelen van de landrechten rekening moet houden met een toekomst van dreigend onder water lopen van niet alleen gebieden in de stad, maar ook in het binnenland.
In Hollandse Kamp is gebied uitgegeven zonder de gemeenschap te kennen. De nieuwe rechthebbenden zijn bezig geweest om te ontbossen en het milieu kapot te maken. De Surinaamse regering moet de stem van de inheemse volken, die niet luid is vanwege de politieke infiltratie en verlamming, niet onderschatten.
Op 22 december 2017 is de wet Bescherming Woon- en Leefgebieden aangenomen. Hiermee is het Decreet Beginselen Grondbeleid van 1982 gewijzigd. Belangrijke bepaling in deze wet is, dat de overheid binnen een bepaalde straal geen concessies aan derden in de directe omgeving van een woongemeenschap mag verlenen. Het gaat om beschermde gebieden, gelegen rondom de woon- en leefgebieden van in stamverband levende gemeenschappen. Deze moeten op lijsten van de door het ministerie van RO geregistreerde en aangegeven op de figuratieve kaarten, vermeld staan. Deze kaarten zijn als bijlage geplakt aan de wet. Op de figuratieve kaarten zijn de woon- en leefgebieden ter algemene oriëntatie aangegeven als indicatieve cirkels rondom de op de kaart aangegeven locatie van de geregistreerde gemeenschappen. De wet houdt rekening met verlapping van gebieden met die van andere woongemeenschappen. Deze overlappende woon- en leefgebieden worden eveneens vermeld op de lijsten van RO. De wet bepaalt dat binnen de woon- en leefgebieden door het bevoegde bestuursorgaan geen nieuwe domeingrond uitgegeven kan worden onder welke titel dan ook. Ook worden er geen nieuwe mijnbouw- of andere rechten verleend.
De vraag rijst dan hoe grond in of nabij Hollandse Kamp kan worden uitgegeven, ondanks de wet dat verbiedt. De wet maakt een uitzondering voor de uitvoering van een goedgekeurd ontwikkelingsplan voor een omschreven project, dan wel een ontwikkelingsplan van de lokale gemeenschap, na instemming van de betrokken gemeenschap. De instemming moet plaatsvinden volgens het in de wet genoemd model van Free Prior and Informed Consent (FPIC).
De wet bepaalt ook, dat alle rechten die in het gebied van de inheemse en tribale volken wordt uitgegeven of verleend, dus in strijd met de wet, van rechtswege nietig. Het ontbreken van enig document waarin de nietigheid is vastgesteld doet niets af aan de nietigheid zijn. Dat betekent dat de beschikking van de persoon die een graafmachine naar de plek heeft gedirigeerd, nietig is dus geen rechtskracht heeft en dat hij illegaal bezig is om kostbaar bos van de inheemse gemeenschap te vernietigen. De wet geeft verder aan, dat degene die een recht aanvraagt betrekking hebbende op een gebied in de omgeving van een inheemse gemeenschap, verplicht is om door een bij het MI-GLIS geregistreerde beëdigde landmeter de grenzen van het aangevraagde gebied en van het in de nabijheid daarvan gelegen beschermde gebied een definitieve kaart te laten vaststellen en deze gegevens bij de aanvraag te overleggen. De vraag rijst in deze ook of deze procedure in acht is genomen.
De oproep aan de regering is dat de regering streng de hand aan deze wet(swijziging) van 2017 houdt en zelf niet overgaat tot schending van de wet, en dat vernietiging van het bos per direct wordt stopgezet. Eventueel moeten de vernietigers van het milieu een schadevergoeding betalen en rehabiliteren waar nog mogelijk.